Motivering

Feiten en context

De politieverordering ivm de mondmaskerplicht in de Provincie Antwerpen werd ingetrokken. Op basis van het Ministrieel Besluit van 28 oktober 2020, blijft het mondmasker verplicht:

op het openbaar vervoer vanaf het betreden van de luchthaven, het station, op het

perron of een halte in de bus, de (pre)metro, de tram, de trein of elk ander vervoersmiddel dat door een openbare overheid wordt georganiseerd. Het rijdend personeel van de openbare vervoersmaatschappijen is niet verplicht om de mond en de neus te bedekken, voor zover enerzijds de bestuurder goed geïsoleerd is in een cabine en anderzijds een affiche en/of zelfklever aan de gebruikers de reden aangeeft waarom de bestuurder geen masker draagt;

de inrichtingen en plaatsen waar horeca-activiteiten toegelaten zijn, zowel voor de

klanten als voor het personeel, tenzij gedurende het eten, drinken, of aan tafel zitten;

in winkels en winkelcentra;

In winkelstraten, op markten, en op elke private- of publiek druk bezochte plaats,

dewelke worden bepaald door de bevoegde lokale overheid en afgebakend met een aanplakking die de tijdstippen preciseert waarop de verplichting van toepassing is;

in conferentiezalen, auditoria, gebedshuizen en bezinningsplaatsen;

in bibliotheken, spelotheken en mediatheken;

in musea;

in gebouwen der erediensten en de gebouwen bestemd voor de openbare

uitoefening van de niet-confessionele morele dienstverlening;

bij verplaatsingen in de publieke en niet-publieke delen van de gerechtsgebouwen,

alsook in de zittingszalen bij elke verplaatsing en, in de andere gevallen overeenkomstig de richtlijnen van de Kamervoorzitter;

tijdens evenementen, culturele en andere voorstellingen, sportieve wedstrijden en

sporttrainingen en congressen;

tijdens de handelsbeurzen, met inbegrip van de salons;

op markten, jaarmarkten, braderijen, brocante- en rommelmarkten, en kermissen,

zowel voor de markt- en kermiskramers en hun personeel tijdens het uitbaten van hun kraam of attractie;

in voor het publiek toegankelijke ruimtes van inrichtingen die behoren tot de culturele,

feestelijke, sportieve, recreatieve en evenementensector.

 

Het mondmasker of elk alternatief in stof mag occasioneel worden afgezet om te eten en te drinken, en wanneer het dragen ervan onmogelijk is omwille van de aard van de activiteit.

Wanneer het dragen van een mondmasker of elk alternatief in stof niet mogelijk is omwille van medische redenen, mag een gelaatsscherm worden gebruikt.

 

Juridische gronden

De wet van 31 december 1963 betreffende de civiele bescherming.

De wet van 5 augustus 1992 op het politieambt.

De wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid.

Artikel 133 van de Nieuwe Gemeentewet stelt dat de burgemeester de verantwoordelijke overheid is inzake de bestuurlijke politie op het grondgebied van de gemeente.

Artikel 135 § 2, 5° van de Nieuwe Gemeentewet bepaalt dat onder meer de volgende zaken van politie aan de waakzaamheid en het gezag van de gemeenten toevertrouwd:“…

5° het nemen van passende maatregelen om rampen en plagen, zoals brand, epidemieën en epizoötieën te voorkomen en het verstrekken van de nodige hulp om ze te doen ophouden;

…”

Artikel 134 van de Nieuwe Gemeentewet:“In geval van oproer, kwaadwillige samenscholing, ernstige stoornis van de openbare rust of andere onvoorziene gebeurtenissen, waarbij het geringste uitstel gevaar of schade zou kunnen opleveren voor de inwoners, kan de burgemeester politieverordeningen maken, onder verplichting om daarvan onverwijld aan de gemeenteraad kennis te geven, met opgave van de redenen waarom hij heeft gemeend zich niet tot de raad te moeten wenden. Die verordeningen vervallen dadelijk, indien zij door de raad in de eerstvolgende vergadering niet worden bekrachtigd.

Het Ministerieel besluit van 28 oktober 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken.

Het Ministerieel besluit van 4 juni 2021 houdende wijziging van het ministerieel besluit van 28 oktober 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te

beperken.

 

Adviezen

Het coronavirus COVID-19 zorgt nog steeds voor een urgentie en risico voor de volksgezondheid.

Wanneer een ernstig en potentieel risico met een zekere mate van waarschijnlijkheid wordt vastgesteld, dient de overheid dringende en voorlopige beschermingsmaatregelen te nemen op het meest geschikte niveau (voorzorgbeginsel). Sinds de uitbraak van het Covid 19 virus hebben de verschillende overheidsniveau’s de nodige maatregelen genomen om de verspreiding ervan tegen te gaan.  De maatregelen die gericht zijn op het verminderen van de risico's van de verspreiding van het coronavirus, dienen het evenredigheidsbeginsel te respecteren en moeten worden aangepast aan de lokale realiteit.  Het ministerieel besluit van 8 juni 2020 biedt de lokale besturen deze mogelijkheid.

 

Er zijn nog steeds besmettingen in onze gemeente en nog niet elke inwoner is volledig gevaccineerd.

 

Op basis van artikel 27 van het MB van 28 oktober 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken, kan de burgemeester in overleg met de gouverneur en de bevoegde overheden van de gefedereerde entiteiten aanvullende preventieve maatregelen nemen ten opzichte van deze voorzien in voormeld besluit.

 

De beslissing wordt verder genomen op grond van :

- De wet van 31 december 1963 betreffende de civiele bescherming.

- Artikels 11 en 42 van de wet van 5 augustus 1992 op het politieambt.

- Artikels 181, 183 en 187 van de wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid.

 

 

Financiële weerslag

 

Geen

 

Besluit

 

Artikel 1

Aanvullend op de bepalingen uit artikel 25 van het Ministerieel besluit van 28 oktober 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken, gewijzigd door het Ministerieel besluit van 28 november 2020 en recent opnieuw gewijzigd door het Ministerieel Besluit van 4 juni 2021, is iedereen vanaf de leeftijd van 13 jaar verplicht om een masker dat de mond  en de neus bedekt (mond-neusmasker) of elk ander alternatief in stof te dragen, onverminderd de uitzonderingen voorzien in de artikelen 2 en 3, bij het bezoeken van de gemeentelijke publieke gebouwen (gemeente en OCMW).

 

Artikel 2

De verplichting tot het dragen van een mond-neusmasker conform artikel 1 geldt niet tijdens het nuttigen van eten en/of drinken.

 

Artikel 3

Wanneer het dragen van een mond-neusmasker of elk alternatief in stof niet mogelijk is om medische redenen, mag een gelaatsscherm worden gebruikt.  De personen die in de onmogelijkheid zijn een mond-neusmasker, een alternatief in stof of een gelaatsscherm te dragen omwille van een beperking, gestaafd door middel van een medisch attest, moeten niet voldoen aan de bepalingen van dit besluit die in deze verplichting voorzien.

 

Artikel 4

Deze politieverordening is onmiddellijk uitvoerbaar en treedt vanaf de dag van bekendmaking ervan in werking en dit tot en met 31 augustus 2021.

 

Artikel 5

Dit besluit wordt bekend gemaakt via aanplakking aan Handboogstraat 36 en gemeentelijke

website en blijft gepubliceerd zo lang deze geldig is.

 

Artikel 6

Dit besluit wordt voorgelegd aan de eerstvolgende gemeenteraad die ze dient te bekrachtigen.

 

Artikel 7

Overeenkomstig artikelen 14 en 19, 2e lid van de gecoördineerde wetten op de Raad van

State kan tegen deze beslissing een beroep tot opschorting en nietigverklaring worden

ingesteld bij de Raad van State, wegens overtreding van hetzij substantiële, hetzij op straffen

van nietigheid voorgeschreven vormen, overschrijding of afwending van macht, binnen zestig

dagen vanaf de kennisgeving of bekendmaking. Dit beroep kan ingesteld worden door

middel van een aangetekend verzoekschrift dat is ondertekend door de partij of door een

advocaat die is ingeschreven op de tabel van de Orde van Advocaten.