Feiten en context

Gewestelijke inventarislijst van verwaarloosde woningen en gebouwen die geldig was tot 31 december 2016. De gemeenten bezorgden jaarlijks een vermoedenslijst van verwaarloosde woningen en gebouwen aan de Vlaamse Overheid.

Het besluit van 22 december 2016 van het Vlaamse Parlement om het beleid rond het bestrijden van verwaarlozing volledig aan de gemeenten toe te vertrouwen.

De bekrachtiging en afkondiging van voormelde beslissing door de Vlaamse Regering op 23 december en in werking getreden op 1 januari 2017 waarbij de inventaris werd overgedragen aan de gemeente en waarbij de Vlaamse inventaris en Vlaamse heffingsplicht voor verwaarloosde woningen en gebouwen werd stop gezet.

 

Voor deze materie is er een modelreglement van het Agentschap Binnenlands Bestuur, een voorstel van technische verslag dat gebruikt zal worden om de elementen van verwaarlozing bij een woning of een gebouw aan te duiden. Het technisch verslag werkt hierbij met een

puntensysteem.

 

Op 21 december 2017 keurde de gemeenteraad volgende agendapunten goed :

- 20171221.4 Huisvesting - gemeentelijk reglement voor verwaarloosde woningen en gebouwen

- 20171221.5 Huisvesting - gemeentelijk belastingsreglement voor verwaarloosde woningen en gebouwen

 

Adviezen

Op 4 november 2020 adviseerde het lokaal woonoverleg positief over het voorstel van reglement op verwaarloosde woningen en gebouwen.

 

Juridische gronden

Artikel 40, §3 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017

 

Artikel 170, §4 van de Grondwet.

 

Decreet van 22 december 1995 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996.

 

Decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur.

 

Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

 

Decreet van 23 december 2016 houdende diverse fiscale bepalingen en bepalingen omtrent

de invordering van niet-fiscale schuldvorderingen.

 

Heffingsdecreet van 22 december 1995 houdende de bepalingen tot begeleiding van de

begroting 1996.

 

Argumentatie

De verwaarlozing van woningen en gebouwen op het grondgebied van de gemeente moet voorkomen en bestreden worden om verloedering van de leef- en woonomgeving tegen te gaan.

Een optimalisering van het reglement en het belastingsreglement rond verwaarloosde woningen en gebouwen was noodzakelijk.

Ten gevolge van het besluit van 22 december 2016 van het Vlaamse Parlement om het beleid rond het bestrijden van verwaarlozing volledig aan de gemeenten toe te vertrouwen, kan de gemeenteraad het voorliggende reglement en belastingsreglement voor verwaarloosde woningen en gebouwen goedkeuren, teneinde een gemeentelijk beleid te voeren voor het bestrijden en voorkomen van de verwaarlozing van woningen en gebouwen.

Een belasting is budgettair noodzakelijk met als doel de uitgaven van een gemeente in het algemeen te dekken, zowel de verplichte als de facultatieve.

 

Financiële weerslag

 

Exploitatiebudget

omschrijving

raming jaarbedrag

Belasting op verwaarloosde woningen en gebouwen

€ 10.000,00

Deze ontvangst zal ingeboekt worden op:

 

budget:2021-2025

algemene rekening:73750000 Belasting op krotten, verwaarloosde of ongeschikte

woningen  en gebouwen

beleidsitem:002000Fiscale aangelegenheden

actie:5/1/1/1Innen/betalen van belastingen en retributies

 

Besluit

Belasting verwaarlozing
20 stemmen voor: Frank Gys, Ann Theys, Ludo Neyens, Alex Helsen, Lise Poelemans, Jan Herthogs, Lode Stevens, Dirk Somers, Annemie Dierckx, Jef Vervaele-Breugelmans, Ann Gillis, Siggy Leenaards, Vera Govaerts, Eric Willems, Peter Wouters, Yve Staes, Rudy Roodhooft, Hilde Berckmans, Kelly Joris en Ludo van der Velden.
 

Artikel 1 - opheffing

Het gemeentelijk reglement voor verwaarloosde woningen en gebouwen goedgekeurd door de gemeenteraad op 21 december 2017 op te heffen.

 

Artikel 2 - Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van dit reglement wordt begrepen onder:

1. Beveiligde zending: één van de hiernavolgende betekeningswijzen:

a) een aangetekend schrijven;

b) een afgifte tegen ontvangstbewijs.

c) een elektronische aangetekende zending.

 

2. Bezwaarinstantie: het college van burgemeester en schepenen

 

3. Gebouw: het onroerend goed vermeld in artikel 24, 2° van het Heffingsdecreet;

 

4. Gewestelijke inventarislijst van verwaarloosde gebouwen en/of woningen: de inventarislijst, tot 31 december 2016 vermeld in artikel 28, §1, eerste lid, 1° van het Heffingsdecreet;

 

5. Gewestelijke inventaris van ongeschikte en onbewoonbare woningen: de inventaris, sinds 1 januari 2017 vermeld in artikel 26 van het Heffingsdecreet;

 

6. Gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen: het register vermeld in artikel 3, §1 van dit reglement;

 

7. Heffingsdecreet: het decreet van 22 december 1995 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996;

 

8. Registerbeheerder: de gemeentelijke administratieve eenheid door het gemeentebestuur aangesteld, wordt belast met de opmaak, het beheer en de actualisering van het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen;

 

9. Registratiedatum: de datum waarop een woning of een gebouw met toepassing van artikel 4 van dit reglement in het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen is opgenomen;

 

10. Woning: het onroerend goed vermeld in artikel 24, 5° van het Heffingsdecreet;

 

11. Zakelijk gerechtigde: de houder van één van de volgende zakelijke rechten:

a) de volle eigendom;

b) het recht van opstal of van erfpacht;

c) het vruchtgebruik.

 

Artikel 3 - Vaststelling van de verwaarlozing

De door het college van burgemeester en schepenen met de opsporing van verwaarloosde woningen en gebouwen belaste personeelsleden, stellen de verwaarlozing van een woning of een gebouw vast in een genummerde administratieve akte, aan de hand van het model van technisch verslag  dat als bijlage is toegevoegd aan dit reglement. Er is sprake van verwaarlozing als de indicaties in dit verslag een eindscore opleveren van minimaal 18 punten. Aan het verslag wordt minstens één foto van de woning of het gebouw toegevoegd.

 

Artikel 4 - Gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen

§1. De dienst omgeving van de gemeente houdt een gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen bij.

In dit register worden minimaal de volgende gegevens opgenomen:

het adres van de verwaarloosde woning of het verwaarloosde gebouw;

de kadastrale gegevens van de verwaarloosde woning of het verwaarloosde gebouw;

de identiteit en het adres van alle zakelijk gerechtigden;

het nummer en de datum van de administratieve akte;

de toestand van verwaarlozing van de woning of het gebouw, inclusief het technisch verslag;

de eventuele ligging binnen de grenzen van een door de bevoegde overheid goedgekeurd onteigeningsplan;

de eventuele voorbereiding van een onteigeningsplan waarbinnen het verwaarloosd gebouw zich situeert.

 

Artikel 5 - Registratie van verwaarloosde woningen en gebouwen

§1. De registerbeheerder neemt een woning of een gebouw, waarvan is vastgesteld dat het verwaarloosd is, op in het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen, de vijfde werkdag na het verstrijken van de bezwaartermijn vermeld in artikel 6, §1, tweede lid, 4° of, wanneer een ontvankelijk bezwaar is ingediend, de eerste werkdag die volgt op de beslissing waarbij geoordeeld wordt dat het bezwaar ongegrond is.

 

§2. Een woning die of een gebouw dat opgenomen is in het gemeentelijk register van leegstaande gebouwen of woningen, kan eveneens worden opgenomen in het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen.

 

Een woning die opgenomen is in de gewestelijke inventaris van ongeschikte en onbewoonbare woningen, kan eveneens worden opgenomen in het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen.

 

 

Artikel 6 - Kennisgeving van de voorgenomen registratie

Alle zakelijk gerechtigden, zoals bekend bij de administratie van het Kadaster, de Registratie en de Domeinen, worden met een beveiligde zending in kennis gesteld van het voornemen om de woning of het gebouw op te nemen in het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen.

 

Deze kennisgeving bevat:

1° de genummerde administratieve akte;

2° het technisch verslag;

3° informatie over de gevolgen van de registratie, inclusief verwijzing naar dit reglement;

4° informatie over de bezwaarprocedure tegen de opname in het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen;

5° informatie over de mogelijkheid tot schrapping uit het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen.

 

De beveiligde zending wordt gericht aan de woonplaats van de zakelijk gerechtigde(n). Is een woonplaats van een zakelijk gerechtigde niet gekend, dan wordt de beveiligde zending gericht aan zijn verblijfplaats. Is de verblijfplaats van een zakelijk gerechtigde niet gekend, dan vindt de betekening plaats aan het adres van de woning of het gebouw waarop de administratieve akte betrekking heeft.

 

Artikel 7 - Bezwaar tegen de voorgenomen registratie

§1. Tegen het voornemen, om een woning of een gebouw op te nemen in het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen, vermeld in artikel 5, kan de zakelijk gerechtigde bezwaar indienen bij de bezwaarinstantie.

 

Op straffe van nietigheid moet het bezwaarschrift:

1° ondertekend en gemotiveerd zijn;

2° met een beveiligde zending worden ingediend;

3° minimaal de volgende gegevens bevatten:

a)de identiteit en het adres van de indiener;

b)de vermelding van het nummer van de administratieve akte;

c)de vermelding van het adres van de woning of het gebouw waarop het bezwaarschrift betrekking heeft;

4° worden betekend binnen een termijn van dertig dagen, die ingaat de dag na de betekening van de beveiligde zending vermeld in artikel 5.

 

§2. Een laattijdig ingediend bezwaar tegen een voorgenomen registratie wordt behandeld als een verzoek tot schrapping als vermeld in artikel 7.

 

Bij betekening per aangetekend schrijven geldt de datum van verzending als datum van de indiening van het bezwaarschrift.

 

§3. De vaststelling van de verwaarlozing kan betwist worden met alle bewijsmiddelen van gemeen recht, uitgezonderd de eed.

 

§4. Als het bezwaarschrift ingediend wordt door een persoon die optreedt namens de zakelijk gerechtigde, voegt hij bij het dossier een schriftelijke machtiging tot vertegenwoordiging, tenzij hij optreedt als raadsman die ingeschreven is aan de balie als advocaat of als advocaat-stagiair.

 

§5. De bezwaarinstantie stuurt aan de indiener van een bezwaarschrift een ontvangstbevestiging.

 

§6. De bezwaarinstantie onderzoekt de gegrondheid van de ontvankelijke bezwaarschriften. Het onderzoek gebeurt op stukken als de feiten vatbaar zijn voor een directe, eenvoudige vaststelling. Als een onderzoek op stukken niet volstaat, wordt een feitenonderzoek uitgevoerd door de met opsporing van verwaarloosde woningen en gebouwen belaste personeelsleden.

 

§7. De bezwaarinstantie doet uitspraak over het bezwaar en betekent zijn beslissing met een beveiligde zending aan de indiener ervan, binnen een termijn van orde van negentig dagen, die ingaat de dag na de betekening van het bezwaarschrift.

 

§8. Wordt het bezwaar ingewilligd, dan wordt de woning of het gebouw niet opgenomen in het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen.

 

Artikel 8 - Schrapping uit het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen

§1. De registerbeheerder schrapt een woning of een gebouw uit het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen wanneer de zakelijk gerechtigde bewijst dat de woning of het gebouw geen indicaties van verwaarlozing meer vertoont die bij quotering in het model van technisch verslag, vermeld in artikel 2, 18 punten of meer zouden opleveren. De zakelijk gerechtigde richt hiertoe een schriftelijk verzoek aan de registerbeheerder.

 

Op straffe van nietigheid moet dit verzoek:

1° ondertekend en gemotiveerd zijn;

2° met een beveiligde zending worden ingediend;

3° minimaal de volgende gegevens bevatten:

a)de identiteit en het adres van de indiener;

b)de vermelding van het adres van de woning of het gebouw waarop het verzoek betrekking heeft.

 

Bij betekening per aangetekend schrijven geldt de datum van verzending als datum van de indiening van het verzoek tot schrapping uit het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen.

 

§2. De beëindiging van de staat van verwaarlozing kan aangetoond worden met alle bewijsmiddelen van gemeen recht, uitgezonderd de eed.

 

§3 Als het verzoek tot schrapping ingediend wordt door een persoon die optreedt namens de zakelijk gerechtigde, voegt hij bij het dossier een schriftelijke machtiging tot vertegenwoordiging, tenzij hij optreedt als raadsman die ingeschreven is aan de balie als advocaat of als advocaat-stagiair.

 

§4. De registerbeheerder stuurt aan de indiener van het verzoek tot schrapping een ontvangstbevestiging.

 

§5. De registerbeheerder onderzoekt de gegrondheid van de ontvankelijke verzoeken tot schrapping. Het onderzoek gebeurt op stukken als de feiten vatbaar zijn voor een directe, eenvoudige vaststelling. Als een onderzoek op stukken niet volstaat, wordt een feitenonderzoek uitgevoerd door de met opsporing van verwaarloosde woningen en gebouwen belaste personeelsleden.

 

§6. De administratie onderzoekt of er redenen zijn tot schrapping uit het register verwaarloosde woningen en gebouwen en neemt een beslissing binnen een termijn van negentig dagen na de ontvangst van het verzoek. De administratie brengt de verzoeker op de hoogte van haar beslissing met een beveiligde zending.

 

Als de kennisgeving vermeld in het eerste lid niet is gebeurd binnen de voorziene termijn, wordt het verzoek tot schrapping geacht te zijn ingewilligd.

 

§7. Wordt het verzoek ingewilligd, dan wordt de woning of het gebouw geschrapt uit het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen. De datum van betekening van het verzoek tot schrapping geldt als datum van schrapping uit het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen.

 

Artikel 9 - Beroep tegen weigering tot schrapping

§1. Tegen de beslissing tot weigering van de schrapping van een woning of gebouw uit het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen kan de zakelijk gerechtigde beroep aantekenen bij de bezwaarinstantie.

 

Op straffe van nietigheid moet dit beroep:

1° ondertekend en gemotiveerd zijn;

2° met een beveiligde zending worden ingediend;

3° minimaal de volgende gegevens bevatten:

a)de identiteit en het adres van de indiener;

b)de vermelding van het adres van de woning of het gebouw waarop het verzoek betrekking heeft;

c)de weigeringsbeslissing;

4° worden betekend binnen een termijn van 30 dagen die ingaat de dag na de betekening van de weigeringsbeslissing.

 

§2. De beëindiging van de staat van verwaarlozing kan aangetoond worden met alle bewijsmiddelen van gemeen recht, uitgezonderd de eed;

 

§3 Als het beroepschrift ingediend wordt door een persoon die optreedt namens de zakelijk gerechtigde, voegt hij bij het dossier een schriftelijke machtiging tot vertegenwoordiging, tenzij hij optreedt als raadsman die ingeschreven is aan de balie als advocaat of als advocaat-stagiair.

 

§4. De bezwaarinstantie stuurt aan de indiener van het beroep een ontvangstbevestiging.

 

§5. De bezwaarinstantie onderzoekt de gegrondheid van de ontvankelijke beroepen. Het onderzoek gebeurt op stukken als de feiten vatbaar zijn voor een directe, eenvoudige vaststelling. Als een onderzoek op stukken niet volstaat, wordt een feitenonderzoek uitgevoerd door de met opsporing van verwaarloosde woningen en gebouwen belaste personeelsleden.

 

§6. De bezwaarinstantie doet uitspraak over het beroep en betekent zijn beslissing met een beveiligde zending aan de indiener ervan, binnen een termijn van negentig dagen die ingaat de dag na de betekening van beroepschrift.

 

Als de kennisgeving, vermeld in het eerste lid, niet is gebeurd binnen de voorziene termijn, wordt het beroep geacht te zijn ingewilligd.

 

§7. Wordt het beroep ingewilligd, dan wordt de woning of het gebouw geschrapt uit het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen.

 

Artikel 10 - Belastingtermijn en belastbare grondslag

§1. Er wordt voor de aanslagjaren 2021 tot en met 2025 een gemeentebelasting gevestigd op de woningen en gebouwen die, gedurende minstens twaalf opeenvolgende maanden opgenomen zijn in het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen.

 

§2. De belasting is voor het eerst verschuldigd vanaf het ogenblik dat de woning of het gebouw gedurende twaalf opeenvolgende maanden opgenomen is in het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen.

 

Zolang de woning of het gebouw niet is geschrapt uit dit register, blijft de belasting verschuldigd bij het verstrijken van elke opeenvolgende periode van twaalf maanden.

 

Artikel 11 - Belastingplichtige

§1. De belasting is verschuldigd door de zakelijk gerechtigde op de verwaarloosde woning of het verwaarloosd gebouw op de verjaardag van de registratiedatum.

 

§2. Indien er meerdere zakelijk gerechtigden zijn, zijn zij allen hoofdelijk gehouden tot betaling van de totale belastingschuld.

 

Artikel 12 - Tarief van de belasting

De basisbelasting wordt vastgesteld op 1.500,00 euro per gebouw of woning en wordt verhoogd naar gelang het aantal jaren de woning of het gebouw staat opgenomen:

- 1ste heffingsjaar: de basisbelasting

- 2de werkingsjaar: de basisbelasting verhoogd met 25%

- 3de werkingsjaar: de basisbelasting verhoogd met 50%

- 4de werkingsjaar: de basisbelasting verhoogd met 75%

- 5de werkingsjaar: de basisbelasting verhoogd met 100%

 

Artikel 13 - Vrijstelling

Van de belasting wordt vrijgesteld:

1. de belastingplichtige die in een erkende ouderenvoorziening verblijft, of voor een langdurig verblijf werd opgenomen in een psychiatrische instelling. De vrijstelling geldt maximum voor 1 woning van de belastingplichtige en voor maximum 2 jaar. Het bewijs wordt geleverd door een attest afgegeven door de instelling.

2. de woning of gebouw, krachtens decreet, beschermd is als monument, stads- of dorpsgezicht en waarvoor een restauratiepremiedossier bij de bevoegde overheid is ingediend en ontvankelijk verklaard;

3. de woning of het gebouw vernield of beschadigd werd ten gevolge van een plotse ramp, met dien verstande dat deze vrijstelling jaarlijks opnieuw moet aangevraagd worden en slechts geldt gedurende een periode van 3 jaar volgend op de datum van de vernieling of beschadiging;

4. de woning of het gebouw gerenoveerd wordt blijkens een niet vervallen omgevingsvergunning voor stabiliteitswerken of sloopwerkzaamheden, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt gedurende een termijn van drie twee jaar volgend op het uitvoerbaar worden van de omgevingsvergunning.

5. de woning of het gebouw gerenoveerd wordt zonder omgevingsvergunning, mits de betrokkene door middel van een gedetailleerd dossier (timing, aard werken, kostprijs) aantoont dat het een totale verbouwing betreft en waarbij de woning wordt aangepast aan de huidige woningkwaliteitsnormen. Het gedetailleerd renovatieschema dient volgende stukken te bevatten:

- Een tekening of schets van het pand met aanduiding van de geplande werken;

- Een volledige opsomming en korte beschrijving van alle geplande werken;

- Een raming van de kosten van de werken middels:

• Hetzij een offerte voor de levering en plaatsing van materialen door een aannemer;

• Hetzij een offerte voor de levering van materialen, indien de werken in eigen beheer worden uitgevoerd;

• Hetzij een combinaties van beide offertes.

- Een fotoreportage van de gebouwdelen die gerenoveerd gaan worden;

Met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt gedurende een termijn van 2 jaar volgend op de ontvangstdatum van het renovatieschema, deze vrijstelling kan slechts eenmaal door dezelfde eigenaars voor hetzelfde pand worden toegekend.

6. de woning of het gebouw eigendom is van: een erkende sociale huisvestingsmaatschappij, een erkend sociaal verhuurkantoor, de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen, IGEAN, AGB, OCMW, voor een periode van maximum 1 jaar.

7. de woning of het gebouw gelegen is binnen de grenzen van een door de bevoegde overheid voorlopig of goedgekeurd onteigeningsplan;

 

De zakelijk gerechtigde die gebruik wenst te maken van een vrijstelling van de belasting dient zelf hiervoor schriftelijk, samen met de aanvraag tot vrijstelling, de nodige bewijsstukken in te dienen bij de registerbeheerder.

 

Artikel 14 - Inkohiering

De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.

 

Artikel 15 - Betalingstermijn

De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.

 

Artikel 16 - Bezwaar tegen de belasting

De belastingschuldige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet.

 

Het bezwaarschrift kan ook via duurzame drager (e-mail) worden ingediend via belastingen@wommelgem.be.

 

Artikel 17 - Toepasselijke regelgeving

Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008, zijn de bepalingen van titel VII,(Vestiging en Invordering van de belastingen) hoofdstukken 1 (algemene bepalingen), 3 onderzoek en controle), 4 bewijsmiddelen van de administratie, 6 tot en met 9bis (aanslagtermijn, rechtsmiddelen, invordering van de belasting waaronder de nalatigheids- en moratoriumintrest; rechten en voorrechten van de schatkist,) van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en de artikelen 126 tot 175 van het uitvoeringsbesluit van dit Wetboek (betreft o.m. de verjaring en de vervolgingen) van toepassing voor zover zij met name niet de belastingen op de inkomsten betreffen.

 

Artikel 18 - Slotbepalingen

§1. Onderhavig reglement treedt in werking vanaf 1 januari 2021.

 

§2. De gemeenteraad belast het college van burgemeester en schepenen met de uitvoering van dit besluit.

 

§3. Dit reglement wordt aan de toezichthoudende overheid toegezonden.