Feiten en context

De financiële toestand van de gemeente.

 

Op 11 september 2020 keurde de Vlaamse Regering een besluit goed, waarmee wijzigingen

worden aangebracht aan het Omgevingsvergunningenbesluit.

Deze wijzigingen hebben de bijstelling van stedenbouwkundige voorwaarden mogelijk

gemaakt waardoor het belastingreglement op het aanvragen van een omgevingsvergunning,

dient te worden aangepast.

 

Juridische gronden

Artikel 170, § 4, Grondwet

Artikel 40, § 3 van het Decreet over het Lokaal Bestuur

Het Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de

geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen

Het Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en latere wijzigingen

De Vlaamse Codex Ruimtelijk Ordening van 15 mei 2009 – afgekort de VCRO

Het Decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid – afgekort

het DABM

Bijlage 1 bij het Besluit van de Vlaamse Regering houdende algemene en sectorale

bepalingen inzake milieuhygiëne van 1 juni 1995 (Vlarem 2)

 

Argumentatie

Een belasting is budgettair noodzakelijk met als doel de uitgaven van de gemeente in het algemeen te dekken, zowel de verplichte als de faculatieve.

 

Het is gerechtvaardigd om in de vorm van een gemeentebelasting een bijdrage te vragen voor de gemeentelijke inzet van middelen bij de behandeling van vergunningsaanvragen en meldingen in het kader van het Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

 

Omwille van de nieuwe mogelijkheid om stedenbouwkundige voorwaarden bij te stellen,

dient het belastingreglement te worden aangepast. Hierdoor wordt de omschrijving van artikel 3, voorlaatste tariefbepaling aangepast door het bijkomend opnemen van de wijziging van stedenbouwkundige voorwaarden.

 

Financiële weerslag

De belastingen zijn opgenomen in het meerjarenplan om aan de voorwaarden tot het bereiken van het financieel evenwicht te voldoen zoals bepaald in het Besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen.

 

Exploitatiebudget

omschrijving

raming jaarbedrag

Omgevingsvergunningen

€ 3.250,00

Deze ontvangst zal ingeboekt worden op:

budget:2021-2025

algemene rekening:73160000 - Belasting op het aanvragen van omgevingsvergunningen

beleidsitem:002000 - Fiscale aangelegenheden

actie:1/3/1/6 - Afleveren van omgevingsvergunningen

 

Besluit

Belasting op omgevingsvergunningen
20 stemmen voor: Frank Gys, Ann Theys, Ludo Neyens, Alex Helsen, Lise Poelemans, Jan Herthogs, Lode Stevens, Dirk Somers, Annemie Dierckx, Jef Vervaele-Breugelmans, Ann Gillis, Siggy Leenaards, Vera Govaerts, Eric Willems, Peter Wouters, Yve Staes, Rudy Roodhooft, Hilde Berckmans, Kelly Joris en Ludo van der Velden.
 

Artikel 1

Er wordt voor de aanslagjaren 2021 tot en met 2025 een gemeentebelasting gevestigd op de aanvragen en meldingen bedoeld in het Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en latere wijzigingen.

 

Artikel 2

De belasting is verschuldigd door de natuurlijke persoon of de rechtspersoon die de aanvraag of de melding indient of die de exploitatie uitbaat.

 

Artikel 3

Voor de meldingen en vergunningsaanvragen bij de gemeente wordt de belasting vastgesteld als volgt:

 

Melding

€ 50,00

Aanvraag stedenbouwkundig attest

€ 50,00

Vereenvoudigde omgevingsaanvraag

€ 100,00

Gewone omgevingsaanvraag

€ 150,00

Aanvraag of wijziging verkavelingsvergunning

€ 50,00 per lot

Kost per openbaar onderzoek

€ 250,00

Kost bij evaluatie MER, OVR of MOBER

€ 500,00

Kost bij projectvergadering

€ 250,00

Kost bij informatievergadering

€ 150,00

Kost bij publicatie in dag- of weekblad

€ 500,00

Aanvraag tot bijstelling of afwijking milieuvoorwaarden of stedenbouwkundige voorwaarden

€ 250,00

Omzetting milieuvergunning naar een permanente

omgevingsvergunning

€ 500,00

 

Artikel 4

De belasting zal gefactureerd worden op het ogenblik van het volledig en ontvankelijk verklaren van het aanvraagdossier en telkens wanneer dit vereist is tijdens het verloop van de procedure.

 

Bij wanbetaling wordt de belasting ingekohierd en wordt aldus een kohierbelasting.

 

Artikel 5

Zijn van de belasting vrijgesteld:

alle aanvragen van overheden of van bedrijven, organisaties en instellingen, opgericht door een overheid.

 

Artikel 6

Indien het aanvragen van omgevingsvergunningen voor vergunningsplichtige projecten betreft, die slechts gedeeltelijk op het grondgebied van de gemeente gelegen zijn, wordt de belasting vastgesteld in verhouding tot de oppervlakte van het gedeelte van het project op grondgebied van de gemeente tot de oppervlakte van het project. Hierbij wordt uitgegaan van de oppervlakte van de kadastrale percelen.

 

Artikel 7

De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan tegen deze belasting bezwaar indienen bij het college van burgemeester en schepenen dat handelt als administratieve overheid.

 

Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend, binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of van de kennisgeving van de aanslag.

Het bezwaarschrift kan ook via een duurzame drager (e-mail) worden ingediend via belastingen@wommelgem.be.

 

Artikel 8

Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008, zijn de bepalingen van titel VII, hoofdstukken 1, 3, 4, 6 tot en met 9bis van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en artikel 126 tot en met 175 van het uitvoeringsbesluit van dat wetboek van toepassing, voor zover ze niet specifiek de belastingen op de inkomsten betreffen.

 

Artikel 9

Het gemeenteraadsbesluit van 19 december 2019 m.b.t. de belasting op het aanvragen van

omgevingsvergunningen wordt met ingang van 1 januari 2021 opgeheven.