Classificatie: 7.8

 

Feiten en context

Het werkingssubsidiereglement voor sportverenigingen, goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 16 december 2008 en latere wijzigingen.

Het impulssubsidiereglement voor sportverenigingen, goedgekeurd door de gemeenteraad in de zitting van 17 april 2012 en latere wijzigingen.

 

Juridische gronden

Art. 40 § 3 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen.

 

Adviezen

Positief advies van de sportraad op 9 november 2020 met opmerkingen.

 

Fasering

Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2021.

 

Argumentatie

De subsidiereglementen voor jeugd-, sport- en culturele verenigingen van de dienst vrije tijd worden op elkaar afgestemd.

 

In voorliggend reglement wordt er rekening gehouden met de meeste opmerkingen van de adviesraden van jeugd, sport en cultuur.

 

Financiële weerslag

Geen

 

Besluit

Subsidiereglement sportverenigingen
17 stemmen voor: Frank Gys, Ann Theys, Ludo Neyens, Alex Helsen, Lise Poelemans, Jan Herthogs, Lode Stevens, Dirk Somers, Annemie Dierckx, Ann Gillis, Siggy Leenaards, Vera Govaerts, Eric Willems, Peter Wouters, Rudy Roodhooft, Hilde Berckmans en Kelly Joris.
3 onthoudingen: Jef Vervaele-Breugelmans, Yve Staes en Ludo van der Velden.
 

Artikel 1

Het besluit van de gemeenteraad van 16 december 2008 waarbij het werkingssubsidiereglement voor sportverenigingen werd goedgekeurd en latere wijzigingen, op te heffen met ingang van 1 januari 2021.

 

Artikel 2

Het besluit van de gemeenteraad van 17 april 2012 waarbij het impulssubsidiereglement voor sportverenigingen werd goedgekeurd en latere wijzigingen, op te heffen met ingang van 1 januari 2021.

 

Artikel 3

Het subsidiereglement voor sportverenigingen als volgt goed te keuren:

 

Hoofdstuk 1: Algemene bepalingen

 

Artikel 1

De werkingstoelage is voor sportverenigingen die door het lokaal bestuur erkend zijn.

 

Artikel 2

De subsidie wordt jaarlijks toegekend en berekend op het voorbije werkjaar (van 1 augustus van het voorgaande kalenderjaar tot en met 31 juli van het huidige kalenderjaar) en dient ingediend te worden vóór 31 oktober van het huidige kalenderjaar. Aanvragen na deze datum worden niet meer behandeld.

 

Artikel 3

De erkende sportvereniging mag geen subsidies ontvangen voor hetzelfde doel via andere kanalen (ander subsidiereglement of nominatieve toelage, bij een andere gemeentelijke of stedelijke instantie …).

 

Hoofdstuk 2: Procedure

 

Artikel 4

Het verkrijgen van de subsidie verloopt volgens volgende procedure:

          De vereniging vraagt de werkingssubsidie aan via het daartoe bestemde aanvraagformulier en voegt de vereiste bijlagen toe.

          De dienst vrije tijd kijkt de aanvraag na op correctheid en volledigheid.

          Indien nodig vraagt de dienst vrije tijd bijkomende informatie en bewijsstukken op. Het college van burgemeester en schepenen kan eigen ambtenaren aanwijzen om de taak van toezicht op de naleving van dit reglement te vervullen. Het dossier blijft echter strikt vertrouwelijk en mag enkel gebruikt worden voor de subsidieverdeling.

          De dienst vrije tijd legt de aanvraag en bijlagen voor aan het college van burgemeester en schepenen.

          Het college van burgemeester en schepenen beslist over het al dan niet toekennen van de subsidie. Wanneer de subsidie niet toegekend wordt, zal de beslissing gemotiveerd worden.

          De verdeling van de subsidies vindt plaats vóór 15 januari van volgend kalenderjaar.

 

Artikel 5

Wanneer blijkt dat opzettelijk onjuiste gegevens zijn verstrekt of indien de gestelde voorwaarden niet zijn nageleefd, wordt de vereniging daar één keer schriftelijk op gewezen. Bij herhaling kan het college van burgemeester en schepenen de uitbetaling van de subsidie geheel of gedeeltelijk schorsen of terugvorderen en de betrokken vereniging uitsluiten van verdere subsidiëring.

Hoofdstuk 3: Samenstelling van de subsidie

 

Artikel 6

De werkingssubsidie bestaat uit een basissubsidie, al dan niet aangevuld met een stersubsidie waarvan de criteria verder in het reglement worden toegelicht.

 

Artikel 7

De basissubsidie bedraagt € 100 voor iedere sportvereniging die een aanvraag indient en voldoet aan bovenstaande criteria. Dit bedrag kan door het college van burgemeester en schepenen aangepast worden.

 

Artikel 8

De stersubsidie bedraagt het totale budget van de werkingssubsidie, vermindert met het totaal van de basissubsidie en wordt bepaald aan de hand van onderstaande criteria, berekend volgens het aantal behaalde punten.

 

Hoofdstuk 4: Subsidiecriteria

 

1)      Ledenaantal (max. 450 punten waarvan max. 50 punten voor +18 jaar)

          Actieve leden 0 tot 18 jaar - 2 punten / lid

          Actieve leden +18 jaar - 1 punt / lid

 

2)      Trainingen en wedstrijden (max. 50 punten per criterium)

          Wekelijkse aparte trainingsmomenten - 5 punten / ploeg of categorie

          Deelname aan georganiseerde wedstrijden in de eigen sporttak buiten de vereniging (geen interclubs) - 5 punten / ploeg of categorie

 

3)      Gediplomeerde trainers/lesgevers

De trainer of lesgever moet minstens 1 uur training geven per week in de sportvereniging tijdens het reguliere seizoen.

Enkel het hoogste diploma komt in aanmerking en er mag niet gecumuleerd worden.

          Aspirant-initiator - 5 punten / trainer

          Initiator - 10 punten / trainer

          Instructeur of trainer B / regent, bachelor, licentiaat of master LO - 15 punten / trainer

          Trainer A / regent, bachelor, licentiaat of master LO met B-diploma - 20 punten / trainer

          Regent, bachelor, licentiaat of master LO met A-diploma - 25 punten / trainer

          Aanvullende opleiding voor een specifieke doelgroep - 10 punten extra

 

4)      Gediplomeerde jeugdsportcoördinator

In de sportvereniging is een sportgekwalificeerde jeugdsportcoördinator actief die het jeugdsportbeleid coördineert op sporttechnisch, beleidsmatig en organisatorisch vlak.

          Jeugdsportcoördinator in het bezit van minimum een B-, A- of LO-diploma - 15 punten / coördinator

 

5)      Bijscholingen/cursussen

Voor leden, trainers en/of bestuursleden die een bijscholing of cursus volgen waarbij de vereniging de deelnamegelden betaalt of een bijscholing (erkend door Sport Vlaanderen) zelf organiseert.

          Halve dag of avond opleiding - 3 punten / opleiding

          Volledige dag opleiding - 6 punten / opleiding

          Meerdaagse opleiding - 10 punten / opleiding

 

6)      Jaarwerkingsverslag

          Aanwezigheid van een gedetailleerd jaarwerkingsverslag - 10 punten

 

7)      Communicatie

          Minstens 1 infomoment voor de ouders of nieuwe leden per jaar - 5 punten

          Minstens 1 ledenvergadering per jaar - 5 punten

          Ingeven van éénmalige activiteiten/evenementen in de Uit-databank (geen reguliere werking) - 10 punten

          Gebruik van een papieren kanaal om niet-leden te informeren - 20 punten

          Gebruik van een digitaal kanaal om niet-leden te informeren - 30 punten

 

8)      Bewegingsstimulerende activiteiten (max. 5 activiteiten)

          Kwaliteitsvolle sportpromotionele activiteit voor scholen, jeugd, volwassenen en/of senioren - 10 punten / activiteit

 

9)      Samenwerking (max. 5 activiteiten per criterium)

          Samenwerken met (een) andere vereniging(en) of het lokaal bestuur voor het organiseren van een activiteit toegankelijk voor alle inwoners - 20 punten / activiteit

          Actief deelnemen met minstens 1 vrijwilliger van de vereniging aan een gemeentelijk evenement of activiteit (behalve voor activiteiten die inkomsten genereren) - 15 punten / activiteit

          Indien het bij bovenvermelde criteria om een sportstimulerende activiteit gaat - 5 punten extra / activiteit

 

10)Inclusie

          Aanbieden van een sociaal tarief (goedkoper of gratis) - 25 punten

          Organiseren van een initiatief voor mensen in kansarmoede of met een fysieke/mentale beperking (geen reguliere werking) - 15 punten / initiatief

          Leden in kansarmoede of met een fysieke/mentale beperking - 5 punten / lid

 

Hoofdstuk 5: Overgangsbepalingen

 

Artikel 9

Omwille van de coronacrisis wordt de periode van 1 januari 2021 tot 31 juli 2021 uitbetaald op basis van het volledige subsidiejaar 2019 en deze periode wordt gezien als een volledig werkingsjaar.

 

Hoofdstuk 6: Inwerkingtreding

 

Artikel 10

Dit reglement is van toepassing vanaf 1 januari 2021.