Gemeente Wommelgem

 

Notulen GR van 19 12 2019

 

 

Aanwezig:

Hilde Berckmans, voorzitter;

Frank Gys, burgemeester;

Ann Theys, Ludo Neyens, Alex Helsen, Lise Poelemans, Kelly Joris, schepenen;

Marc Dierckx, Jan Herthogs, Lode Stevens, Dirk Somers, Annemie Dierckx, Jef Vervaele-Breugelmans, Ann Gillis, Siggy Leenaards, Vera Govaerts, Eric Willems, Mariyam Safi, Peter Wouters, Yve Staes, raadsleden;

Marijke Deroover, algemeen directeur;

Verontschuldigd:

Bart Van Scharen, Rudy Roodhooft, raadsleden;

Afwezig:

Bert Peeters, raadslid;

 

 

Overzicht punten

Notulen GR van 19 12 2019

 

Notulen vorige zitting: Goedkeuring

 

Motivering

Feiten en context

Het ontwerp van notulen van de gemeenteraad van 28 november 2019

 

Argumentatie

Er worden geen opmerkingen geformuleerd over het ontwerp van notulen.

 

Besluit

Notulen vorige zitting: Goedkeuring
20 stemmen voor: Frank Gys, Ann Theys, Ludo Neyens, Alex Helsen, Lise Poelemans, Marc Dierckx, Jan Herthogs, Lode Stevens, Dirk Somers, Annemie Dierckx, Jef Vervaele-Breugelmans, Ann Gillis, Siggy Leenaards, Vera Govaerts, Eric Willems, Mariyam Safi, Peter Wouters, Yve Staes, Hilde Berckmans en Kelly Joris.
Enig artikel

De notulen van de gemeenteraad van 28 november 2019 worden zonder opmerkingen goedgekeurd.

 

Publicatiedatum: 04/02/2020
Overzicht punten

Notulen GR van 19 12 2019

 

Rechtspositieregeling: 2e pensioenpijler - Verhoging - Goedkeuring

 

Motivering

Feiten en context

Het artikel van GD&A advocaten van 5 februari 2019 met betrekking tot de gewijzigde modaliteiten van de 2e pensioenpijler en de responsabiliseringsbijdrage;

 

Het artikel van VVSG - auteur Marijke De Lange van 9 mei 2019 met betrekking tot de wijzigingen aan de pensioenstelsels;

 

Juridische gronden

De Wet van 30 maart 2018 met betrekking tot het niet in aanmerking nemen van diensten gepresteerd als niet-vastbenoemd personeelslid voor een pensioen van de overheidssector, tot wijziging van de individuele responsabilisering van de provinciale en lokale overheden binnen het Gesolidariseerde pensioenfonds, tot aanpassing van de reglementering inzake aanvullende pensioenen, tot wijziging van de modaliteiten van de financiering van het Gesolidariseerde pensioenfonds van de provinciale en plaatselijke besturen en tot bijkomende financiering van het Gesolidariseerde pensioenfonds van de provinciale en plaatselijke besturen.

 

De rechtspositieregeling voor het personeel van het lokaal bestuur, laatst goedgekeurd door de gemeenteraad van 24 oktober 2019.

 

Argumentatie

Momenteel bedraagt de 2e pensioenpijler voor het contractueel personeel van het lokaal bestuur 1%.

 

Momenteel betaalt de gemeente responsabiliseringsbijdrage; het OCMW op dit ogenblik nog niet.

 

Om te ontsnappen aan het betalen van een verhoogde responsabiliseringsbijdrage dient met ingang van 1 januari 2020 respectievelijk 1 januari 2021 de bijdrage voor de 2e pensioenpijler minimaal vastgesteld te worden op 2 respectievelijk 3%.

 

Deze extra bijdragen kunnen eventueel voor maximum 50% in mindering gebracht worden van de te betalen responsabiliseringsbijdrage. De toegekende en aangerekende vermindering dient solidair betaald te worden door de besturen die niet aan deze voorwaarden voldoen.

 

De te betalen boete bedraagt het verschil tussen de betaalde verminderde responsabiliseringsbijdrage en de eigenlijke effectieve responsabiliseringsbijdrage.

 

Financiële weerslag

 

zie bijlage

 

Besluit

RPR 2e pensioenpijler verhoging
20 stemmen voor: Frank Gys, Ann Theys, Ludo Neyens, Alex Helsen, Lise Poelemans, Marc Dierckx, Jan Herthogs, Lode Stevens, Dirk Somers, Annemie Dierckx, Jef Vervaele-Breugelmans, Ann Gillis, Siggy Leenaards, Vera Govaerts, Eric Willems, Mariyam Safi, Peter Wouters, Yve Staes, Hilde Berckmans en Kelly Joris.
Artikel 1

Met ingang van 1 januari 2020 de 2e pensioenpijler voor het contractueel personeel te verhogen naar 2%.

 

Artikel 2

Met ingang van 1 januari 2021 de 2e pensioenpijler voor het contractueel personeel te verhogen naar 3%.

 

Publicatiedatum: 04/02/2020
Overzicht punten

Notulen GR van 19 12 2019

 

Onderwijs: Opzegging beleidscontract CLB - Goedkeuring

 

Motivering

Feiten en context

Door wijzigingen in de regelgeving moet het beleidscontract, genaamd Afsprakennota School en CLB 2014-2020, welke de gemeentelijke basisscholen 't Laar en Het Oogappeltje hebben afgesloten op 5 januari 2015 met het Vrij CLB Voor-en Noorderkempen worden opgezegd voor 31 december 2019 en worden vervangen door zogenaamde "samenwerkingsafspraken".

Dit schooljaar blijven het beleidscontract en de Aanvullingen bij Afsprakennota School en CLB 2014-2020 voor schooljaar 2018-2019, gelden.

De nieuwe samenwerkingsafspraken moeten in de loop van het huidige schooljaar worden opgemaakt in overleg tussen de gemeentelijke basisscholen en een CLB naar keuze.

De samenwerkingsafspraken moeten tijdens het schooljaar 2019-2020 worden voorgelegd aan de schoolraad en de gemeenteraad. Na goedkeuring door de gemeenteraad zijn de afspraken geldig vanaf 1 september 2020.

 

Juridische gronden

Het decreet leerlingenbegeleiding van 27 april 2018, artn. 14 en 117

Het decreet Basisonderwijs van 25 februari 1997, art. 62, par. 1, 10°

Het besluit van de Vlaamse regering van 17 december 2010 houdende de codificatie betreffende het secundair onderwijs, art. 15, par. 1, 9°

 

Financiële weerslag

Geen

 

Besluit

opzegging beleidscontract CLB
20 stemmen voor: Frank Gys, Ann Theys, Ludo Neyens, Alex Helsen, Lise Poelemans, Marc Dierckx, Jan Herthogs, Lode Stevens, Dirk Somers, Annemie Dierckx, Jef Vervaele-Breugelmans, Ann Gillis, Siggy Leenaards, Vera Govaerts, Eric Willems, Mariyam Safi, Peter Wouters, Yve Staes, Hilde Berckmans en Kelly Joris.
Enig Artikel

Het huidige beleidscontract genaamd Afsprakennota School en CLB 2014-2020 van de gemeentelijke basisscholen 't Laar en Het Oogappeltje met het Vrij CLB Voor- en Noorderkempen, De Zwaan 28, 2930 Brasschaat, wordt opgezegd.

 

Publicatiedatum: 04/02/2020
Overzicht punten

Notulen GR van 19 12 2019

 

Intergemeentelijke samenwerking - Interlokale vereniging Zora Wijk-werken - Overeenkomst met statutaire draagkracht - wijziging - Goedkeuring

 

Motivering

Feiten en context

De interlokale vereniging "Zora Wijk-werken" die een intergemeentelijke organisator van

Wijk-werken (opvolger van Plaatselijk Werkgelegenheidsagentschap PWA) is met een

overeenkomst met statutaire draagkracht die werd afgesloten tussen de OCMW 's en

gemeenten van de Zuidoostrand (ZORA), nl. Boechout, Borsbeek, Edegem, Hove, Kontich,

Lint, Mortsel en Wommelgem. De beherende gemeente is lokaal bestuur Mortsel en het

personeel bestaat uit twee wijkwerkbemiddelaars die ter beschikking gesteld worden door

de VDAB en één wijkwerkbemiddelaar die door de interlokale vereniging zelf extra in dienst

werd genomen.

De samenwerkingsovereenkomst tussen de OCMW 's van Boechout, Borsbeek, Edegem,

Hove, Kontich, Mortsel en Wommelgem waartoe in tweede instantie ook het OCMW van Lint

is toegetreden tot oprichting van een intergemeentelijke dienst voor arbeidsbegeleiding &

activering waarbij de arbeidstrajectbegeleiders van de verschillende OCMW 's worden

gecentraliseerd bij lokaal bestuur Mortsel en de coördinator van deze dienst de Teamleider

Sociale Tewerkstelling van lokaal bestuur Mortsel wordt.

De regierol sociale economie die tijdens de vorige legislatuur door de betrokken besturen

werd toegekend aan Kina pv.

 

Juridische gronden

Artikel 392-395 van het decreet lokaal bestuur

Artikel 41 §1 4° van het decreet lokaal bestuur

Artikel 78 §1 5° van het decreet lokaal bestuur

 

Argumentatie

Bij het afsluiten van de samenwerkingsovereenkomst tot oprichting van een

intergemeentelijke dienst voor arbeidsbegeleiding & activering werd reeds in het

vooruitzicht gesteld dat het de bedoeling was om deze dienstverlening te integreren in de

interlokale vereniging Zora Wijk-werken. Wijk-werken is één van de tools die algemene

sociale diensten van de OCMW 's hebben om cliënten te activeren naast anderen zoals

Tijdelijke Werkervaring, stage, individuele beroepsopleiding enz ...

Gezien de sterke vervlechting van arbeidsbegeleiding & activering en de initiatieven in de

sociale economie, draagt het de voorkeur weg van de betrokken besturen om de regierol

sociale economie weg te trekken van Kina pv en te integreren in het samenwerkingsverband

rond arbeidsbegeleiding & activering.

Het is efficiënter en effectiever indien alle krachten die de lokale besturen zelf als actor

inzetten rond arbeidsbegeleiding & activering te bundelen in één samenwerkingsverband

dat werkt vanuit één centrale dienst die gevestigd is bij één lokaal bestuur.

Het beheerscomité van de interlokale vereniging "Zora Wijk-werken" keurde op 15/11/2019

bovengenoemde integratie van dienstverleningen goed en keurde het ontwerp van

aangepaste overeenkomst met statutaire draagkracht goed.

 

Financiële weerslag

Exploitatiebudget:

omschrijving

bedrag (incl. btw)

Bijdrage ZORA 2020

€ 244,00

Bijdrage ZORA 2021

€ 832,00

Bijdrage ZORA 2022

€ 1.959,00

Bijdrage ZORA 2023

€ 2.082,00

Bijdrage ZORA 2024

€ 2.208,00

Bijdrage ZORA 2025

€ 2.335,00

Deze uitgave is niet voorzien op:

budget:2020-2025

algemene rekening:64932050 - Bijdragen werkingskosten van andere                                                         overheidsinstellingen

beleidsitem:090400 - Activering van tewerkstelling (Algemeen)

actie:6/1/1/3 - Activeren van tewerkstelling

voorzien€ 0,00

beschikbaar€ 0,00

 

Besluit

Zora Wijk-werken - Wijziging - Goedkeuring
20 stemmen voor: Frank Gys, Ann Theys, Ludo Neyens, Alex Helsen, Lise Poelemans, Marc Dierckx, Jan Herthogs, Lode Stevens, Dirk Somers, Annemie Dierckx, Jef Vervaele-Breugelmans, Ann Gillis, Siggy Leenaards, Vera Govaerts, Eric Willems, Mariyam Safi, Peter Wouters, Yve Staes, Hilde Berckmans en Kelly Joris.
Artikel 1

De dienstverlening rond Wijk-werken (opgenomen in de interlokale vereniging Zora Wijkwerken) en rond arbeidstrajectbegeleiding en activering (verankerd in de

samenwerkingsovereenkomst tot oprichting van een intergemeentelijke dienst

arbeidstrajectbegeleiding en activering) en van de regierol sociale economie wordt met

ingang van 1 januari 2020 geïntegreerd in één intergemeentelijk samenwerkingsverband.

 

Artikel 2

Deze integratie gebeurt in de bestaande interlokale vereniging Zora Wijk-werken waardoor

de benaming van deze interlokale vereniging wijzigt in "Zora Werkt!".

 

Artikel 3

De nieuwe overeenkomst met statutaire draagkracht van de interlokale vereniging "Zora

Werkt !" wordt goedgekeurd.

 

Artikel 5

De nodige budgetten te zullen voorzien in een volgende budgetherziening.

 

Publicatiedatum: 04/02/2020
Overzicht punten

Notulen GR van 19 12 2019

 

Evenementen - Reglement met betrekking tot de organisatie van ambulante activiteiten op openbare markten - Goedkeuring

 

Motivering

Feiten en context

De wetswijziging van 2017 creëert voor de gemeenten de ruimte om beter en sneller in te spelen op de specifieke en wijzigende context op hun grondgebied en zelf een passende regeling uit te werken. De wijzigingen dienen opgenomen in het gemeentelijk marktreglement wat bij deze wordt voorgelegd ter goedkeuring.

 

Juridische gronden

Decreet van 24 februari 2017 tot wijziging van artikel 8 en 10 van de wet van 25 juni 1993 betreffende de uitoefening en de organisatie van ambulante handel en kermisactiviteiten.

Besluit van de Vlaamse regering van 21 april 2017 houdende de wijzigingen van diverse bepalingen van het koninklijk besluit van 24 september 2006 betreffende de uitoefening en de organisatie van ambulante activiteiten.

 

Financiële weerslag

Geen

 

Besluit

Reglement wekelijkse markt - Goedkeuring
20 stemmen voor: Frank Gys, Ann Theys, Ludo Neyens, Alex Helsen, Lise Poelemans, Marc Dierckx, Jan Herthogs, Lode Stevens, Dirk Somers, Annemie Dierckx, Jef Vervaele-Breugelmans, Ann Gillis, Siggy Leenaards, Vera Govaerts, Eric Willems, Mariyam Safi, Peter Wouters, Yve Staes, Hilde Berckmans en Kelly Joris.
Volgend reglement wordt goedgekeurd:

 

Artikel 1 Situering

Dit reglement bevat nadere gemeentelijke voorschriften voor het inrichten van openbare markten.

Het vult de federale en of Vlaamse regelgeving ter zake aan en het concretiseert de zaken die voor nadere invulling aan de gemeente worden overgelaten. Alle zaken die niet specifiek in dit reglement geregeld zijn, gebeuren geheel volgens de federale en of Vlaamse regelgeving.

 

Artikel 2 Gegevens van de openbare markt

De gemeente richt de volgende openbare markt in:

- Plaats: Kerkplaats en Dasstraat

- Dag: vrijdag

Indien Kerstmis of Nieuwjaar op een vrijdag valt, wordt deze markt afgeschaft.

- Uur: 6.00u – 13.00u Dit uur kan gewijzigd worden indien er voor de opbouw van festiviteiten het marktplein vroeger moet worden vrijgegeven. De marktkramer wordt hiervan op voorhand verwittigd.

- Specialisatie: geen

- Plan van de standplaatsen: zie bijlage

- Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd om telkens wanneer dit aangewezen is de markt tijdelijk te verplaatsen naar een andere locatie.

- De gemeenteraad vertrouwt aan het college van burgemeester en schepenen de bevoegdheid toe om de markt in te delen en wijzigingen op te nemen. Het college van burgemeester en schepenen zal voor elke standplaats de ligging, de grootte en het gebruik bepalen.

 

Artikel 3 Toewijzingsregels losse plaatsen

§1 De toewijzing van losse plaatsen gebeurt volgens de chronologische volgorde van aankomst op de markt. Wanneer de volgorde van aankomst op de markt tussen twee of meerdere kandidaten niet kan uitgemaakt worden, gebeurt de toekenning van de standplaats bij loting. Deze loting vindt plaats op het gemeentehuis om 08u30. De houder van de machtiging als werkgever moet bij de toewijzing van de standplaats aanwezig zijn.

§2 Per ondernemingsnummer kan slechts één abonnement voor een standplaats worden

gegeven.

§3 Niemand mag een standplaats waarvoor een abonnement wordt uitgereikt innemen zonder de voorafgaande en schriftelijke toelating van de marktleider. Indien een marktkramer een standplaats inneemt zonder de vereiste toelating, wordt zijn marktkraam of winkelauto onmiddellijk gesloten door de marktleider en van de marktplaats verwijderd op kosten en risico van de overtreder.

§4 Een standplaats kan occasioneel worden toegewezen aan de verantwoordelijken die verkopen realiseren zonder commercieel karakter met een menslievend, sociaal, cultureel doel en aan organisaties ter verdediging van de natuur, de dierenwereld. Hiervoor dient men op voorhand een toelating aan te vragen via: evenementen@wommelgem.be

Het promoten van gedachtengoed (religieus, maatschappelijk, politiek) is niet toegestaan.

 

Artikel 4 Toewijzingsregels per abonnement

§1 Vacature en kandidatuurstelling standplaats per abonnement:

1) De aanvragen  kunnen ingediend worden:

Per mail: evenementen@wommelgem.be datum van ontvangst geldt als indieningsdatum.

Per post: datum van ontvangst geldt als indieningsdatum

Let op: aanvragen worden pas geregistreerd indien alle modaliteiten vervuld zijn;

d.w.z. indien alle gevraagde attesten en formulieren aanwezig zijn. De ontvangstdatum van het laatste formulier of attest geldt als indieningsdatum.

2) Wanneer een standplaats die per abonnement toegewezen wordt, vrijkomt, zal deze vacature bekend gemaakt worden door publicatie van een kennisgeving. Deze kennisgeving zal gebeuren via de gemeentelijke website: www.wommelgem.be

3) Het lokaal bestuur Wommelgem kan beslissen om standplaatsen niet toe te wijzen aan personen met openstaande schulden bij het openbaar bestuur of aan personen of firma’s die in het verleden het reglement niet naleefden en hiervan een schriftelijke verwittiging ontvingen.

§2 Register der kandidaturen

1) Aanvragen voor een standplaats alsook wijzigingen of uitbreiding van een standplaats worden opgenomen in het register der kandidaturen.

2) De aanvraag waarvoor ze is ingediend blijft geldig voor een termijn van twee jaar, die ingaat vanaf de datum van ontvangst van de aanvraag. Indien binnen deze termijn geen standplaats toegewezen wordt, vervalt de aanvraag. Op uitdrukkelijk verzoek van de aanvrager wordt deze termijn met twee jaar verlengd.

 

Artikel 5 Abonnementen

§1Periodiciteit van abonnementen:

De toelating om een standplaats te bezetten geldt voor twaalf opeenvolgende maanden en wordt stilzwijgend hernieuwd.

§2 Opschorten van het abonnement:

De houder van een abonnement kan het abonnement opschorten voor een voorziene periode van tenminste 1 maand wanneer hij ongeschikt is zijn activiteit uit te oefenen:

- Door ziekte of ongeval op grond van medisch attest

- Door overmacht op een verantwoorde manier aangetoond.

De opschorting gaat in de dag waarop de gemeente op de hoogte gebracht wordt van de

ongeschiktheid en houdt op ten laatste vijf dagen na de melding van het hernemen van de

activiteiten. Na afloop van de opschorting krijgt de geabonneerde zijn standplaats terug. De

opschorting impliceert de opschorting van de wederzijdse verplichtingen die uit de overeenkomst voorkomen.

§3 Afstand van het abonnement:

Er geldt een opzegtermijn van 30 dagen.

De rechthebbende van de natuurlijke persoon die voor eigen rekening zijn activiteit uitoefent kunnen bij zijn overlijden, zonder vooropzeg afstand doen van het abonnement waarvan hij de houder was.

§4 Schorsing en opzegging van abonnement door de gemeente:

Het abonnement zal door (het college van) (de) burgemeester (en schepenen) geschorst of ingetrokken worden in volgende gevallen:

1) indien de marktkramer de standplaats niet gebruikt en/of exploiteert overeenkomstig hetgeen vermeld op zijn abonnement en bepaald is in dit reglement;

2) indien het abonnementsgeld één maand na vervaldatum van het aanslagbiljet niet betaald is.

3) indien de abonnee afwezig is op de markt zonder voorafgaande verwittiging

gedurende vier opeenvolgende weken.

4) indien de marktkramer bij eerste toewijzing van een standplaats met abonnement zijn

standplaats op de voorgestelde datum niet bezet.

5) bij het niet naleven van verplichtingen, opgelegd door wetten, decreten en besluiten o.a. deze met betrekking tot de voedingsmiddelen, ambulante handel, de handelspraktijken of veiligheid.

6) bij het herhaaldelijk niet respecteren van de instructies van de marktleider.

§5 Vooropzeg vanuit de gemeente:

Wanneer een deel van de markt of alle standplaatsen definitief worden opgeheven, geldt een termijn van vooropzeg aan de houders van standplaats per abonnement van tenminste 6 maanden. In geval van absolute noodzakelijkheid kan hier van afgeweken worden.

§6 Overdracht van standplaatsen:

De overdracht van standplaatsen is toegestaan onder de volgende voorwaarden:

1) de overnemer is houder van een machtiging ambulante activiteiten als werkgever.

2) de overnemer zet de specialisatie van de overlater verder op de overgedragen standplaats. Eventuele wijzigingen van de specialisatie kan worden aangevraagd per aangetekend schrijven aan het college van burgemeester en schepenen.

3) een overgedragen standplaats kan binnen het eerste jaar na de overdracht niet opnieuw worden overgedragen, behalve na de expliciete goedkeuring van de gemeente.

4) een overdracht dient steeds goedgekeurd te worden door het college van burgemeester en schepenen.

 

Artikel 6 Standplaatsen

§1 Verantwoordelijkheid

1) De houder van een standplaats moet behoorlijk gedekt zijn door verzekeringspolissen inzake burgerlijke aansprakelijkheid en tegen brandrisico’s. De gemeente kan steeds de voorlegging eisen van de polissen en van het bewijs dat de premie betaald werd.

2) Het lokaal bestuur kan niet aansprakelijk gesteld worden voor eventuele ongevallen of schadegevallen ten gevolge het ter beschikking stellen van de Kerkplaats of andere locatie  aangeduid voor de wekelijkse markt.

§2 Kwaliteitsnormen en netheid

1) Indien om technische redenen de veiligheid van de marktbezoekers niet gewaarborgd is, kan het marktkraam gesloten worden voor de verdere duur van de marktdag of tot na de herstelling van de vastgestelde gebreken. De marktkramen dienen steeds in goede staat van onderhoud en netheid te zijn.

2) De standplaatsen, de marktplaats en de openbare weg moeten steeds rein gehouden worden. Iedere marktkramer dient de nodige maatregelen te treffen om bevuiling van zijn standplaats en de omgeving te voorkomen. Bij het verlaten van de marktplaats moeten de standplaatsen in reine toestand verkeren. De marktkramers dienen hun afval zelf mee te nemen.

3) Buiten de standplaats mag er geen ruimte worden ingenomen voor het tentoonstellen of ophangen van waren. Stoepborden, sandwichborden, beachvlaggen of andere aandachtstrekkers zijn in de gangen niet toegelaten.

 

Artikel 7 Communicatie

Iedere abonnee dient een e-mailadres mee te delen waarlangs de marktleider met hem kan communiceren en hij aanvaardt dat dit een geldige communicatie is.

 

Artikel 8 Afwezigheden

Afwezigheden dienen altijd via e-mail: evenementen@wommelgem.be worden doorgegeven.

Per kalenderjaar mag men max.10 keer afwezig zijn. Bij vaststelling van meerdere afwezigheden kan het college van burgemeester en schepenen zich het recht voorbehouden de standplaats te wijzigen of in te trekken.

 

Artikel 9 Elektriciteit en andere aansluitingen

§1 De gebruikte installaties van gas en elektriciteit, alsook de eigen voedingskast van elektriciteit zijn gekeurd door een erkend organisme.

§2 Naargelang van de mogelijkheden wordt elektriciteit geleverd door de gemeente Wommelgem.

§3 Als het lokaal bestuur Wommelgem de energie ter beschikking stelt, is deze levering van energie een inspanningsverbintenis en dus geen resultaatsverbintenis. Derhalve kan de gemeente Wommelgem niet aansprakelijk gesteld worden voor onderbrekingen en kan zij in dit geval geen schadevergoeding verschuldigd zijn. De marktkramer dient de nodige schikking te treffen om iedere oorzaak van de beschadiging te vermijden. Hij/zij dient het lokaal bestuur onmiddellijk op de hoogte te stellen van elke beschadiging, elke afwijking en elke niet-conformiteit aan de wettelijke voorschriften die hij/zij redelijkerwijze kan vaststellen.

§4 Om op het elektriciteitsnet te kunnen worden aangesloten moet het marktkraam of de

winkelauto voorzien zijn van:

- een verliesstroomautomaat van maximaal 25A 30mA;

- een rubberkabel CTMB.N 2x2,5mm² bij <25m lengte en 2x4mm² bij >25 lengte, uitgerust met een CEE-form stekker.

§5 De elektriciteitskabels dienden steeds gegroepeerd te worden en dienen de kortste weg van standplaats naar aansluitingspunt te volgen.

§6 Het gebruik van elektrische verwarmingstoestellen is verboden. Alleen gekeurde gasverwarmingstoestellen zijn toegelaten.

§7 De marktleider, brandweer of de ambtenaren van de technische dienst zijn gemachtigd om keuringsattesten op te vragen en om op te treden bij vaststelling van het niet naleven van bovenstaande richtlijnen.

 

Publicatiedatum: 04/02/2020
Overzicht punten

Notulen GR van 19 12 2019

 

Brandweer Zone Rand: wijziging dotatie 2019 - Goedkeuring

 

Motivering

Feiten en context

Artikel 68 van de wet betreffende de civiele veiligheid stelt dat voor de financiering van de hulpverleningszone de gemeentelijke dotatie wordt vastgelegd op basis van een overeenkomst tussen de betrokken gemeenteraden.

 

De prezoneraad van de hulpverleningszone Brandweer Zone Rand heeft in haar zitting van 3 november 2014 de verdeelsleutel goedgekeurd.

 

De zoneraad heeft in haar zitting van 30 november 2018 de begroting 2019 goedgekeurd.

De zoneraad heeft in haar zitting van 30 augustus 2019 de begrotingswijziging goedgekeurd waarin de dotatie 2019 wijzigde.

 

Juridische gronden

Het decreet over het lokaal bestuur.

De wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid, inzonderheid artikel 68: "De gemeentelijke dotatie wordt ingeschreven in de uitgaven van elke gemeentebegroting."

 

Omzendbrief BB 2014 van het Vlaams Ministerie van Bestuurszaken, ABB, Boudewijnlaan 30 bus 70, 1000 Brussel van 5 september 2014 waarbij gemeld wordt dat vanaf 1 januari 2015 de brandweerzones actief worden.

 

Het raadsbesluit van 16 oktober 2014 - goedkeuring overeenkomst tussen de prezone Rand en de gemeenten inzake de financiële verdeelsleutel en de daaraan verbonden modaliteiten

          de dotatie per gemeente wordt vastgesteld op basis van volgende criteria:

° 75% inwonersaantal

° 25% kadastraal inkomen

          De invoering van de dotatie zal op een termijn van 3 jaar gebeuren; het verschil tussen de huidige uitgaven en de toekomstige uitgaven, op basis van de verdeelsleutel zoals weergegeven, zal in het eerste jaar 50% doorgerekend worden, in het tweede jaar aan 75% om dan in het derde jaar de volledige verdeelsleutel door te rekenen.

 

Argumentatie

Het jaarlijks te financieren saldo van de zone moet gefinancierd worden door de gemeenten van de zone.

 

Financiële weerslag

Exploitatiebudget

omschrijving

bedrag ( incl. btw)

gewijzigde dotatie brandweerzone 2019

€ 378.038,00

Deze uitgave is gedeeltelijk voorzien op:

budget: 2019

algemene rekening:   64932470 Bijdrage in de werkingskosten van                                                                                                                      hulpverleningszone Rand

beleidsitem: 041000 Brandweer

actie: 5/1/2/3 Toekennen van een toelage aan de brandweerzone

voorzien:€ 377.505,00

beschikbaar: € 377.505,00

 

Besluit

Brandweer Zone Rand: wijziging dotatie 2019
20 stemmen voor: Frank Gys, Ann Theys, Ludo Neyens, Alex Helsen, Lise Poelemans, Marc Dierckx, Jan Herthogs, Lode Stevens, Dirk Somers, Annemie Dierckx, Jef Vervaele-Breugelmans, Ann Gillis, Siggy Leenaards, Vera Govaerts, Eric Willems, Mariyam Safi, Peter Wouters, Yve Staes, Hilde Berckmans en Kelly Joris.
Artikel 1

De gewijzigde dotatie van de gemeente Wommelgem aan de hulpverleningszone Brandweer Zone Rand wordt voor het jaar 2019 vastgesteld op € 378.038,00.

 

Artikel 2

De nodige budgetten te zullen voorzien in een volgende budgetherziening.

 

Publicatiedatum: 04/02/2020
Overzicht punten

Notulen GR van 19 12 2019

 

Aanvullende belasting op de personenbelasting - Goedkeuring

 

Motivering

Feiten en context

De financiële toestand van de gemeente.

 

Juridische gronden

Artikel 170, § 4, Grondwet

Artikel 40, § 3 van het Decreet over het Lokaal Bestuur

Artikelen 465 tot en met 470bis van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992

 

Argumentatie

Een belasting is budgettair noodzakelijk met als doel de uitgaven van de gemeente in het algemeen te dekken, zowel de verplichte als de facultatieve.

 

Financiële weerslag

De belastingen zijn opgenomen in het meerjarenplan om aan de voorwaarden tot het bereiken van het financieel evenwicht te voldoen zoals bepaald in het Besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen.

 

Exploitatiebudget

omschrijving

raming jaarbedrag

Personenbelasting (5%)

€ 3.067.360,00

Deze ontvangst zal ingeboekt worden op:

budget:2020-2025

algemene rekening:73010000 - Aanvullende belasting op de personenbelasting

beleidsitem:002000 - Fiscale aangelegenheden

actie:5/1/1/1 - Innen/betalen van belastingen en retributies

 

Besluit

Aanvullende belasting op de personenbelasting
20 stemmen voor: Frank Gys, Ann Theys, Ludo Neyens, Alex Helsen, Lise Poelemans, Marc Dierckx, Jan Herthogs, Lode Stevens, Dirk Somers, Annemie Dierckx, Jef Vervaele-Breugelmans, Ann Gillis, Siggy Leenaards, Vera Govaerts, Eric Willems, Mariyam Safi, Peter Wouters, Yve Staes, Hilde Berckmans en Kelly Joris.
Artikel 1

Er wordt voor de aanslagjaren 2020 tot 2025 een aanvullende belasting gevestigd ten laste van de rijksinwoners die in de gemeente belastbaar zijn op 1 januari van het aanslagjaar.

 

Artikel 2

De belasting wordt vastgesteld op 5 % van de overeenkomstig artikel 466 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 berekende grondslag voor hetzelfde aanslagjaar. Deze belasting wordt gevestigd op basis van het inkomen dat de belastingplichtige heeft verworven in het aan het aanslagjaar voorafgaande jaar.

 

Artikel 3

De vestiging en de inning van de gemeentelijke belasting zullen door het toedoen van het bestuur der directe belastingen geschieden, overeenkomstig de bepalingen vervat in de artikelen 466 e.v. van het Wetboek van de inkomstenbelastingen.

 

Publicatiedatum: 04/02/2020
Overzicht punten

Notulen GR van 19 12 2019

 

Opcentiemen op de onroerende voorheffing - Goedkeuring

 

Motivering

Feiten en context

De financiële toestand van de gemeente.

 

Juridische gronden

Artikel 170, §4, van de Grondwet

Artikel 40, § 3 van het Decreet over het Lokaal Bestuur

Artikel 2.1.4.0.2 van de Vlaamse Codex Fiscaliteit van 13 december 2013

 

Argumentatie

Een belasting is budgettair noodzakelijk met als doel de uitgaven van de gemeente in het algemeen te dekken, zowel de verplichte als de facultatieve.

 

Financiële weerslag

De belastingen zijn opgenomen in het meerjarenplan om aan de voorwaarden tot het bereiken van een financieel evenwicht te voldoen zoals bepaald in het Besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de beleids-en beheerscyclus van de lokale besturen.

 

Exploitatiebudget

omschrijving

raming jaarbedrag

Onroerende voorheffing (630)

€ 4.579.675,00

Deze ontvangst zal ingeboekt worden op:

budget:2020-2025

algemene rekening:73000000 - Opcentiemen op de onroerende voorheffing

beleidsitem:002000 - Fiscale aangelegenheden

actie:5/1/1/1 - Innen/betalen van belastingen en retributies

 

Besluit

Opcentiemen op de onroerende voorheffing
20 stemmen voor: Frank Gys, Ann Theys, Ludo Neyens, Alex Helsen, Lise Poelemans, Marc Dierckx, Jan Herthogs, Lode Stevens, Dirk Somers, Annemie Dierckx, Jef Vervaele-Breugelmans, Ann Gillis, Siggy Leenaards, Vera Govaerts, Eric Willems, Mariyam Safi, Peter Wouters, Yve Staes, Hilde Berckmans en Kelly Joris.
Artikel 1

Er worden voor de aanslagjaren 2020 tot 2025 zeshonderddertig (630) gemeentelijke

opcentiemen op de onroerende voorheffing gevestigd.

 

Artikel 2

De vestiging en de inning van de gemeentebelasting zal gebeuren door de Vlaamse Belastingdienst.

 

Publicatiedatum: 04/02/2020
Overzicht punten

Notulen GR van 19 12 2019

 

Belasting op de lijkbezorging van personen vreemd aan de gemeente - Goedkeuring

 

Motivering

Feiten en context

De financiële toestand van de gemeente.

 

Juridische gronden

Artikel 170, § 4, Grondwet

Artikel 40, § 3 van het Decreet over het Lokaal Bestuur

Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen,

Het Decreet van 16 januari 2004 betreffende de begraafplaatsen en de lijkbezorging, gewijzigd bij de decreten van 10 november 2005, 18 april 2008, 9 december 2011 (2x), 22 februari 2013, 28 maart 2014, 28 oktober 2016 en 10 februari 2017

 

Argumentatie

Een belasting is budgettair noodzakelijk met als doel de uitgaven van de gemeente in het algemeen te dekken, zowel de verplichte als de facultatieve.

 

Financiële weerslag

De belastingen zijn opgenomen in het meerjarenplan om aan de voorwaarden tot het bereiken van het financieel evenwicht te voldoen zoals bepaald in het Besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2008 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen.

 

Exploitatiebudget

omschrijving

raming jaarbedrag

Inkomtaksen

€ 1.760,00

Deze ontvangst zal ingeboekt worden op:

budget:2020-2025

algemene rekening:73311000 - Belasting op begraving, bijzetting of verstrooiing

beleidsitem:002000 - Fiscale aangelegenheden

actie:5/1/1/1 - Innen/betalen van belastingen en retributies

 

Besluit

Belasting op de lijkbezorging
20 stemmen voor: Frank Gys, Ann Theys, Ludo Neyens, Alex Helsen, Lise Poelemans, Marc Dierckx, Jan Herthogs, Lode Stevens, Dirk Somers, Annemie Dierckx, Jef Vervaele-Breugelmans, Ann Gillis, Siggy Leenaards, Vera Govaerts, Eric Willems, Mariyam Safi, Peter Wouters, Yve Staes, Hilde Berckmans en Kelly Joris.
Artikel 1

Er wordt voor de aanslagjaren 2020 t.e.m. 2025 een gemeentebelasting gevestigd op:

1. de begraving van al dan niet veraste stoffelijke overschotten;

2. de uitstrooiing van veraste stoffelijke overschotten op een perceel van de

begraafplaats;

3. de bijzetting van veraste stoffelijke overschotten in een columbarium/urnenveld.

 

De belasting is niet van toepassing op de begraving, de uitstrooiing en de bijzetting in een columbarium van de stoffelijke overschotten van personen:

die overleden of dood aangetroffen zijn op het grondgebied van de gemeente;

die overleden of dood aangetroffen zijn buiten het grondgebied van de gemeente en                             ingeschreven zijn in de bevolkingsregisters of het vreemdelingenregister van deze                             gemeente.

 

Artikel 2

De belasting is verschuldigd door de persoon die de begraving, de uitstrooiing of de bijzetting in een columbarium aanvraagt.

 

Artikel 3

De belasting wordt vastgesteld als volgt:

€ 160,00 per begraving, uitstrooiing of bijzetting in een columbarium.

 

Artikel 4

Zijn vrijgesteld van de belasting:

- in dienst van het vaderland overleden militairen en burgers.

- personen welke voorheen in de bevolkingsregisters van de gemeente Wommelgem               ingeschreven waren, doch op het ogenblik van hun overlijden ingeschreven waren in                             een andere gemeente en verbleven: 

          of in een psychiatrische inrichting;

          of in een instelling voor mindervaliden;

          of in een rustoord voor bejaarden;

          of bij één van hun kinderen, indien het personen betreft die de leeftijd van 65 jaar bereikt hebben.

 

Artikel 5

De belasting wordt contant betaald tegen afgifte van een betalingsbewijs.

Bij gebrek aan contante betaling, wordt de belasting een kohierbelasting.

 

Artikel 6

De belastingschuldige kan tegen deze belasting een bezwaar indienen bij het college van burgemeester en schepenen dat handelt als administratieve overheid.

 

Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de datum van de contante inning, of wanneer de belasting een kohierbelasting wordt, binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet.

 

Het bezwaarschrift kan ook via een duurzame drager (e-mail) worden ingediend via belastingen@wommelgem.be.

 

Artikel 7

Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008, zijn de bepalingen van titel VII, hoofdstukken 1, 3, 4, 6 tot en met 9bis van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en artikel 126 tot en met 175 van het uitvoeringsbesluit van dat wetboek van toepassing, voor zover ze niet specifiek de belastingen op de inkomsten betreffen.

 

Publicatiedatum: 04/02/2020
Overzicht punten

Notulen GR van 19 12 2019

 

Belasting op ontgravingen - Goedkeuring

 

Motivering

Feiten en context

De financiële toestand van de gemeente.

 

Juridische gronden

Artikel 170, § 4, Grondwet

Artikel 40, § 3 van het Decreet over het Lokaal Bestuur

Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en latere wijzigingen

Het Decreet van 16 januari 2004 betreffende de begraafplaatsen en de lijkbezorging, gewijzigd bij de decreten van 10 november 2005, 18 april 2008, 9 december 2011 (2x), 22 februari 2013, 28 maart 2014, 28 oktober 2016 en 10 februari 2017

 

Argumentatie

Een belasting is budgettair noodzakelijk met als doel de uitgaven van de gemeente in het algemeen te dekken, zowel de verplichte als de facultatieve.

 

Financiële weerslag

De belastingen zijn opgenomen in het meerjarenplan om aan de voorwaarden tot het bereiken van het financieel evenwicht te voldoen zoals bepaald in het Besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen.

 

Exploitatiebudget

omschrijving

raming jaarbedrag

Ontgravingen

€ 1.000,00

Deze ontvangst zal ingeboekt worden op:

budget:2020-2025

algemene rekening:73314000 - Belasting op ontgraving

beleidsitem:002000 - Fiscale aangelegenheden

actie:5/1/1/1 - Innen/betalen van belastingen en retributies

 

Besluit

Belasting op ontgravingen
20 stemmen voor: Frank Gys, Ann Theys, Ludo Neyens, Alex Helsen, Lise Poelemans, Marc Dierckx, Jan Herthogs, Lode Stevens, Dirk Somers, Annemie Dierckx, Jef Vervaele-Breugelmans, Ann Gillis, Siggy Leenaards, Vera Govaerts, Eric Willems, Mariyam Safi, Peter Wouters, Yve Staes, Hilde Berckmans en Kelly Joris.
Artikel 1

Er wordt voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 een contantbelasting geheven op de ontgravingen van stoffelijke overschotten.

 

Artikel 2

De belasting is verschuldigd door de persoon die de machtiging tot ontgraven aanvraagt.

 

Artikel 3

De belasting wordt vastgesteld op:

          € 995,00 per gewone ontgraving;

          € 125,00 per ontgraving van het columbarium;

          € 125,00 per ontgraving van het urnenveld.

 

Artikel 4

De belasting is niet verschuldigd voor:

          de ontgravingen verricht in uitvoering van rechterlijke beslissingen;

          de ontgravingen ambtshalve door de gemeente verricht;

          de ontgravingen van voor het vaderland overleden militairen en burgers.

 

Artikel 5

De belasting wordt contant betaald tegen afgifte van een betalingsbewijs.

Bij gebrek aan contante betaling wordt de belasting een kohierbelasting.

 

Artikel 6

De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan tegen deze belasting bezwaar indienen bij het College van Burgemeester en Schepenen dat handelt als administratieve overheid.

 

Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend, binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of van de kennisgeving van de aanslag.

 

Het bezwaarschrift kan ook via een duurzame drager (e-mail) worden ingediend via belastingen@wommelgem.be.

 

Artikel 7

Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008, zijn de bepalingen van titel VII, hoofdstukken 1, 3, 4, 6 tot en met 9bis van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en artikel 126 tot en met 175 van het uitvoeringsbesluit van dat wetboek van toepassing, voor zover ze niet specifiek de belastingen op de inkomsten betreffen.

 

Publicatiedatum: 04/02/2020
Overzicht punten

Notulen GR van 19 12 2019

 

Belasting op vaste en mobiele reclame - Goedkeuring

 

Motivering

Feiten en context

De financiële toestand van de gemeente.

 

Juridische gronden

Artikel 170, § 4, Grondwet

Artikel 40, § 3 van het Decreet over het Lokaal Bestuur

Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en latere wijzigingen.

 

Argumentatie

Een overvloed aan reclame zichtbaar op de openbare weg zorgt voor visuele vervuiling die de gemeente wenst te beperken om tot een kwalitatief straatbeeld te komen.

 

Een belasting is budgettair noodzakelijk met als doel de uitgaven van de gemeente in het algemeen te dekken, zowel de verplichte als de facultatieve.

 

Financiële weerslag

De belastingen zijn opgenomen in het meerjarenplan om aan de voorwaarden tot het bereiken van het financieel evenwicht te voldoen zoals bepaald in het Besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de beleids-en beheerscyclus van de lokale besturen.

 

Exploitatiebudget

omschrijving

raming jaarbedrag

Reclameborden (vast en mobiel)

€ 20.000,00

Deze ontvangst zal ingeboekt worden op:

budget:2020-2025

algemene rekening:73422000 - Belasting op reclameborden

beleidsitem:002000 - Fiscale aangelegenheden

actie:5/1/1/1 - Innen/betalen van belastingen en retributies

 

Besluit

Belasting op vaste en mobiele reclame
17 stemmen voor: Frank Gys, Ann Theys, Ludo Neyens, Alex Helsen, Lise Poelemans, Jan Herthogs, Lode Stevens, Dirk Somers, Annemie Dierckx, Ann Gillis, Siggy Leenaards, Vera Govaerts, Eric Willems, Mariyam Safi, Peter Wouters, Hilde Berckmans en Kelly Joris.
3 onthoudingen: Marc Dierckx, Jef Vervaele-Breugelmans en Yve Staes.
Artikel 1

Er wordt voor de aanslagjaren 2020 t.e.m. 2025 een gemeentebelasting

gevestigd op de vaste en de mobiele reclame zichtbaar van op de openbare weg.

 

Artikel 2

Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder:

          reclame: elke aanduiding zichtbaar vanaf de openbare weg die tot doel heeft de handel, de nijverheid of het beroep bekend te maken die op een bepaalde plaats uitgeoefend wordt, en elke mededeling die rechtstreeks of onrechtstreeks tot doel heeft de verkoop van producten of diensten te bevorderen, ongeacht de plaats of de aangewende communicatiemiddelen;

          vaste drager: elke vaste of stilstaande constructie of uithangbord bestemd of aangewend voor het voeren van reclame;

          vaste reclame: elke reclame op een vaste drager;

          mobiele drager: elk voertuig, paneel of voorwerp dat met behulp van motoren of menselijke kracht verplaatst wordt en bestemd of aangewend wordt voor het voeren van reclame;

          mobiele reclame: elke reclame op een mobiele drager.

 

Artikel 3

De belasting is verschuldigd door de persoon die de bevoegdheid heeft om de reclame op de drager te beheren en / of te exploiteren.

 

Als deze persoon niet gekend is dan is de belasting verschuldigd door de eigenaar van de vaste of mobiele drager of de eigenaar van de muur, het gebouw, de afsluiting, het voertuig of andere constructies waarop de reclame is aangebracht.

 

Artikel 4

De belasting op vaste en mobiele reclame is ondeelbaar en voor het hele jaar verschuldigd, ongeacht de datum van plaatsing of verwijdering.

Ze wordt vastgesteld als volgt:

€ 60,00 per vierkante meter nuttige oppervlakte per jaar

 

Elk gedeelte van een vierkante meter wordt beschouwd als een volledige vierkante meter en bijgevolg afgerond op de hogere vierkante meter.

 

Artikel 5

Van de belasting zijn vrijgesteld:

          de vaste dragers met een oppervlakte van hoogstens een halve vierkante meter;

          de vaste dragers waarop maximaal één maand in het aanslagjaar reclame is gevoerd;

          de vaste reclame die gevestigd is op hetzelfde adres van een vestiging van eenzelfde belastingplichtige

- voor zover de reclame tot doel heeft de verkoop van producten of diensten te

  bevorderen van deze belastingplichtige op deze vestiging;

en

- voor zover deze vestiging een oppervlakte heeft van maximum 500 m²;

          de vaste dragers die uitsluitend voorbehouden zijn voor een werk of een organisme zonder winstoogmerk van menslievende, artistieke, letterkundige, wetenschappelijke aard of van openbaar nut;

          de vaste dragers die uitsluitend voorbehouden zijn voor reclame door of bevolen door openbare besturen of openbare diensten of onderwijsinstellingen;

          de vaste dragers die uitsluitend voorbehouden zijn voor notariële aankondigingen;

          de vaste en mobiele dragers die uitsluitend voorbehouden zijn voor reclame in verband met de verkiezingen.

          het voertuig dat enkel reclame draagt voor de beroepsactiviteit van de eigenaar van de drager en alleen op voorwaarde dat hij niet met een uitsluitend publicitair doel verplaatst wordt (bestelwagens, vrachtwagens)

          vlaggen

 

Artikel 6

Vaste en mobiele reclame aanwezig op 1 januari van het aanslagjaar

De belastingplichtigen moeten uiterlijk op 1 april van het aanslagjaar aangifte doen bij het gemeentebestuur op een door het gemeentebestuur voorgeschreven aangifteformulier.

 

Vaste en mobiele reclame geplaatst nà 1 januari van het aanslagjaar

De belastingplichtigen moeten uiterlijk binnen de maand na plaatsing een aangifte indienen bij het gemeentebestuur op een door het gemeentebestuur voorgeschreven aangifteformulier.

 

Een belastingplichtige die niet spontaan een aangifteformulier heeft ontvangen, kan dit op

eenvoudig verzoek verkrijgen. Blanco aangifteformulieren zijn eveneens beschikbaar via de website van de gemeente (Gemeente Wommelgem/ Diensten/ Financiële dienst/ Aangifte indienen/ Aangifteformulier vaste en mobiele reclame).

 

Artikel 7

Bij gebrek aan aangifte op de gestelde datum, of in geval van onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte, kan de belasting ambtshalve worden ingekohierd conform de procedure voorzien in artikel 7 van het decreet van 30 mei 2008.

 

De ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met 100% van de ontdoken belasting.

 

De belastingverhoging wordt gelijktijdig en samen met de ambtshalve belasting ingekohierd.

 

Artikel 8

De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.

 

Artikel 9

De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.

 

Artikel 10

De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan tegen deze belasting bezwaar indienen bij het College van Burgemeester en Schepenen dat handelt als administratieve overheid.

 

Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend, binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of van de kennisgeving van de aanslag.

 

Het bezwaarschrift kan ook via een duurzame drager (e-mail) worden ingediend via belastingen@wommelgem.be.

 

Artikel 11

Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008, zijn de bepalingen van titel VII, hoofdstukken 1, 3, 4, 6 tot en met 9bis van het Wetboek op de inkomstenbelastingen en de artikelen 126 tot 175 van het uitvoeringsbesluit van dit Wetboek van toepassing, voor zover zij niet specifiek de belastingen op de inkomsten betreffen.

 

Publicatiedatum: 04/02/2020
Overzicht punten

Notulen GR van 19 12 2019

 

Belasting op de verspreiding van niet-geadresseerd reclamedrukwerk en daarmee gelijkgestelde producten - Goedkeuring

 

Motivering

Feiten en context

De financiële toestand van de gemeente.

 

Juridische gronden

Artikel 170, § 4, Grondwet

Artikel 40, § 3 van het Decreet over het Lokaal Bestuur

Het Decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen (Materialendecreet)

Het besluit van de Vlaamse regering van 17 februari 2012 tot vaststelling van het Vlaams

reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen (VLAREMA)

Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de

geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen

 

Argumentatie

Een belasting is budgettair noodzakelijk met als doel de uitgaven van de gemeente in het algemeen te dekken, zowel de verplichte als de facultatieve.

 

Het ongevraagd en systematisch verspreiden van ongeadresseerd drukwerk en gelijkgestelde producten in alle brievenbussen of op de openbare weg is nadelig voor het milieu, het verhoogt het volume papierafval en brengt bijkomende kosten van onder meer afhaling en verwerking mee.

 

Financiële weerslag

De belastingen zijn opgenomen in het meerjarenplan om aan de voorwaarden tot het bereiken van het financieel evenwicht te voldoen zoals bepaald in het Besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen.

 

Exploitatiebudget

omschrijving

raming jaarbedrag

Verspreiding reclamedrukwerk

€ 160.000,00

Deze ontvangst zal ingeboekt worden op:

budget:2020-2025

algemene rekening:73424000 - Belasting op de verspreiding van kosteloos                                                         reclamedrukwerk

beleidsitem:002000 - Fiscale aangelegenheden

actie:5/1/1/1 - Innen/betalen van belastingen en retributies

 

Besluit

Belastingen: Reclamedrukwerk en producten
20 stemmen voor: Frank Gys, Ann Theys, Ludo Neyens, Alex Helsen, Lise Poelemans, Marc Dierckx, Jan Herthogs, Lode Stevens, Dirk Somers, Annemie Dierckx, Jef Vervaele-Breugelmans, Ann Gillis, Siggy Leenaards, Vera Govaerts, Eric Willems, Mariyam Safi, Peter Wouters, Yve Staes, Hilde Berckmans en Kelly Joris.
Artikel 1

Er wordt voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 een gemeentebelasting gevestigd op de

verspreiding van niet-geadresseerde drukwerken en van gelijkgestelde producten, ongeacht of ze in brievenbussen worden gedeponeerd of op de openbare weg worden verspreid op het grondgebied van de gemeente Wommelgem.

 

Onder gelijkgestelde producten wordt onder meer verstaan: alle stalen en reclamedragers, door de adverteerders aangeboden, die diensten, producten of transacties doen gebruiken, verbruiken of aankopen. De opsomming is niet limitatief.

 

Collectieve adresaanduiding per straat of gedeeltelijke adresvermelding wordt niet beschouwd als zijnde geadresseerd.

 

Artikel 2

De belasting is verschuldigd door de fysieke persoon of rechtspersoon die de opdracht gaf aan de drukker om te drukken, of die opdracht gaf om het gelijkgestelde product te produceren.

 

Wanneer deze persoon geen aangifte heeft gedaan overeenkomstig artikel 5 of niet gekend is, is de belasting verschuldigd door de persoon die op het drukwerk als verantwoordelijke uitgever wordt vermeld.

 

Artikel 3

De belasting wordt vastgesteld op € 150,00 per verspreiding.

 

Artikel 4

Er wordt vrijstelling verleend voor reclamedrukwerken waarvan de bedrukte oppervlakte maximum een dubbelzijdig A4-formaat bedraagt. Per uitgave zal de som der bedrukte bladzijden van één exemplaar in aanmerking genomen worden.

 

Artikel 5

Elke belastingplichtige moet ten laatste 24 uur vóór de verspreiding van het eerste exemplaar een aangifte indienen bij het gemeentebestuur op een door het gemeentebestuur voorgeschreven aangifteformulier.

 

Deze aangifte bevat alle noodzakelijke inlichtingen voor het vestigen van de aanslag.

 

Blanco aangifteformulieren kunnen op eenvoudig verzoek worden bekomen en zijn eveneens beschikbaar via de website van de gemeente (Gemeente Wommelgem/ Diensten/ Financiële dienst / Aangifte indienen/ Aangifteformulier reclamedrukwerk).

 

Voor periodieke verspreiding mag bij voorbaat aangifte gedaan worden voor een periode van hoogstens één jaar. Op basis van deze gegevens wordt een kohier opgesteld.

 

Artikel 6

Bij gebrek aan aangifte op de gestelde datum, of in geval van onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte, kan de belasting ambtshalve worden ingekohierd conform de procedure voorzien in artikel 7 van het decreet van 30 mei 2008.

 

De ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met 100% van de ontdoken belasting.

 

De belastingverhoging wordt gelijktijdig en samen met de ambtshalve belasting ingekohierd.

 

Artikel 7

De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.

 

Artikel 8

De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.

 

Artikel 9

De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan tegen deze belasting bezwaar indienen bij het college van burgemeester en schepenen dat handelt als administratieve overheid.

 

Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend, binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of van de kennisgeving van de aanslag.

 

Het bezwaarschrift kan via een duurzame drager (e-mail) worden ingediend via belastingen@wommelgem.be.

 

Artikel 10

Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008, zijn de bepalingen van titel VII, hoofdstukken 1, 3, 4, 6 tot en met 9bis van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en artikel 126 tot en met 175 van het uitvoeringsbesluit van dat wetboek van toepassing, voor zover ze niet specifiek de belastingen op de inkomsten betreffen.

 

Publicatiedatum: 04/02/2020
Overzicht punten

Notulen GR van 19 12 2019

 

Belasting op bedrijfsruimten - Goedkeuring

 

Motivering

Feiten en context

De financiële toestand van de gemeente.

 

Juridische gronden

Artikel 170,§ 4 van de Grondwet,

Artikel 40, § 3 van het Decreet over het Lokaal Bestuur,

Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de

geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en latere wijzigingen.

 

Argumentatie

Een belasting is budgettair noodzakelijk met als doel de uitgaven van de gemeente in het algemeen te dekken, zowel de verplichte als de facultatieve.

 

Het is aangewezen om de personen, zowel natuurlijke als rechtspersonen, die op het

grondgebied van de gemeente een economische bedrijvigheid uitoefenen en daardoor in belangrijke mate gebruik maken van de gemeentelijke infrastructuur en de dienstverlening op het vlak van wegen, riolering, ruimtelijke ordening en milieubeleid, aan een gemeentebelasting te onderwerpen.

 

Het getuigt van goed bestuur om te streven naar een billijke en evenwichtige,

rechtmatig verdeling van de belastingdruk tussen de natuurlijke en rechtspersonen die voordeel halen uit de gemeentelijke infrastructuur en algemene dienstverlening en dit volgens hun invloed op de gemeentelijke uitgaven en met inachtneming van hun financiële draagkracht en / of economische rentabiliteit.

 

Het is billijk het bedrag van de belasting te laten afhangen van een eenvoudig

meetbare grondslag, namelijk de oppervlakte die de bedrijven en / of natuurlijke personen voor hun uitbatingen gebruiken of tot gebruik voorbehouden.

 

Financiële weerslag

De belastingen zijn opgenomen in het meerjarenplan om aan de voorwaarden tot het bereiken van het financieel evenwicht te voldoen zoals bepaald in het Besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de beleids-en beheerscyclus van de lokale besturen.

 

Exploitatiebudget

omschrijving

raming jaarbedrag

Bedrijfsruimten

€ 250.000,00

Deze ontvangst zal ingeboekt worden op:

budget:2020-2025

algemene rekening:73499990 - Andere belastingen (Bedrijfsruimten)

beleidsitem:002000 - Fiscale aangelegenheden

actie:5/1/1/1 - Innen/betalen van belastingen en retributies

 

Besluit

Belasting op bedrijfsruimten
20 stemmen voor: Frank Gys, Ann Theys, Ludo Neyens, Alex Helsen, Lise Poelemans, Marc Dierckx, Jan Herthogs, Lode Stevens, Dirk Somers, Annemie Dierckx, Jef Vervaele-Breugelmans, Ann Gillis, Siggy Leenaards, Vera Govaerts, Eric Willems, Mariyam Safi, Peter Wouters, Yve Staes, Hilde Berckmans en Kelly Joris.
Artikel 1

Er wordt voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 een jaarlijkse belasting gevestigd op de economische activiteiten (bedrijfsruimten).

 

Artikel 2

De belasting is verschuldigd door de natuurlijke personen, de rechtspersonen en de verenigingen die op 1 januari van het aanslagjaar op het grondgebied van de gemeente een economische activiteit uitoefenen.

 

Onder economische activiteit wordt verstaan:

-het exploiteren van een handels-, nijverheids-, landbouw- of tuinbedrijf;

-het uitoefenen van een vrij beroep of zelfstandige activiteit;

-het uitoefenen van een andere economische activiteit.

 

Artikel 3

De belasting is verschuldigd door de belastingplichtigen die op 1 januari van het aanslagjaar op het grondgebied van de gemeente één of meerdere vestigingen voor een economische bedrijvigheid gebruiken of tot gebruik voorbehouden.

 

Artikel 4

De belasting is afzonderlijk verschuldigd per vestiging, hoe dan ook genoemd, gelegen op het grondgebied van de gemeente en door de belastingplichtige gebruikt of tot zijn gebruik voorbehouden.

 

De belasting wordt vastgesteld rekening houdend met de totale gebouwde en ongebouwde oppervlakte waarop de vestiging zich bevindt.

 

Alle oppervlakten van het goed waarop de vestiging zich bevindt, die door de belastingplichtige worden gebruikt of tot gebruik worden voorbehouden, zijn belastbaar.

 

Oppervlakte die bestemd is voor of in aanmerking kan komen voor gebruik door de

belastingplichtige, is een onderdeel van en wordt ook meegerekend tot de gebruikte of tot gebruik voorbehouden oppervlakte. Om belastbaar te zijn, volstaat het dat oppervlakte eventueel (nog) kan worden gebruikt, ook al wordt deze oppervlakte niet effectief gebruikt (bv. braakliggende of woeste gronden, improductieve oppervlakte, oppervlakte zonder economisch rendabel gebruik…).

 

Onder "gebruik" moet elke vorm van gebruik worden verstaan, met inbegrip van het gebruik als (toegangs) weg, parking, plantsoen, grasstrook, groenzone, vijver, sportterrein, laad-, los- of stortplaats, opslag- of overslagruimte, bufferzone, weiland, onderbenutte grond… (niet-limitatieve opsomming).

 

Indien op eenzelfde goed meerdere belastingplichtigen een vestiging hebben dan wordt de

belasting voor elke belastingplichtige vastgesteld op basis van de door hem / haar gebruikte of tot gebruik voorbehouden oppervlakte.

 

De gebouwde en ongebouwde gedeelten van het goed die gemeenschappelijk door meerdere belastingplichtigen worden gebruikt of tot gebruik worden voorbehouden, worden in hoofde van iedere belastingplichtige belast pro rata van de exclusief gebruikte of tot gebruik voorbehouden gebouwde en ongebouwde oppervlakten.

 

Als gebouwde oppervlakte van de vestiging wordt in voorkomend geval de som of het geheel van de gebruikte of tot gebruik voorbehouden oppervlakten van alle bovengrondse en ondergrondse bouwlagen in aanmerking genomen.

Ook de oppervlakten van kelders, zolders en daken die worden gebruikt of tot gebruik worden voorbehouden, worden als belastbare gebouwde oppervlakte meegerekend.

 

Een belastingplichtige wordt geacht over minstens één belastbare vestiging te beschikken.

Een maatschappelijke zetel wordt steeds beschouwd als een vestiging.

 

De oppervlakte die gemeenschappelijk door meerdere belastingplichtigen gebruikt wordt of ter beschikking is, wordt in hoofde van iedere belastingplichtige belast pro rata van de door hem / haar exclusief gebruikte of ter beschikking zijnde gebouwen en ongebouwde oppervlakten.

 

Artikel 5

Indien op hetzelfde goed zowel de woning van een gezin als de vestiging van een zelfstandige of een vennootschap is gelegen, worden de gebouwde en / of ongebouwde gedeelten van het goed waarvan kan worden aangetoond en ondubbelzinnig vaststaat dat ze door hun aard uitsluitend een functie inzake privé-gebruik vervullen voor het gezin, voor de vaststelling van de belasting niet gerekend tot de belastbare oppervlakte die in aanmerking te nemen is voor de zelfstandige of de vennootschap.

 

Artikel 6

De belasting is niet van toepassing op :

          de openbare besturen, instellingen en diensten;

          de rechtspersonen bedoeld in artikel 180, 181 en 182 van het WIB 1992.

 

Artikel 7

De belasting is ondeelbaar verschuldigd voor het gehele jaar. De vermindering van de belastbare oppervlakte in de loop van het jaar, evenals de stopzetting of vermindering van de werkzaamheden in de loop van het aanslagjaar geven evenmin aanleiding tot enige belastingvermindering.

 

Indien op 1 januari van het aanslagjaar alle activiteiten of bedrijvigheden opgesomd in artikel 2 met inbegrip van vereffeningsverrichtingen definitief zijn stopgezet, gaat de hoedanigheid van belastingplichtige verloren. Bij een tijdelijke onderbreking van de werkzaamheden of zolang de vereffening van de vennootschap niet is afgesloten, blijft de hoedanigheid van belastingplichtige verder bestaan.

 

Artikel 8

Het bedrag van de belasting wordt per vestiging als volgt vastgesteld:

 

A. voor alle belastingplichtigen (uitgezonderd de agrarische bedrijven) met een totale belastbare gebouwde en/of ongebouwde oppervlakte:

 

a) voor de eerste 500 m² wordt een vrijstelling verleend;

b) van 501 m² tot 1000 m² € 300,00;

c) groter dan 1.000 m² € 300,00 vermeerderd met € 0,20 per m² belastbare oppervlakte;

d) de belasting bedraagt maximum € 6.200,00 per belastingplichtige.

 

Een gedeelte van een m² wordt als een volledige m² aangerekend.

 

B. voor agrarische bedrijven:

 

a) uitsluitend in open lucht:

          forfaitair : € 100,00 tot en met 20 ha landbouwoppervlakte;

          meer dan 20 ha: € 100,00 vermeerderd met € 30,00 per bijkomend ha.

b) uitsluitend onder glas (in serres):

          forfaitair: € 100,00 tot een landbouwoppervlakte van 10.000 m²;

          meer dan 10.000 m² : € 100,00 vermeerderd met € 0,03 bijkomende m².

 

c) gemengde tuinbouwbedrijven (zowel in open lucht als onder glas)

          forfaitair: € 100,00 tot een landbouwoppervlakte van 20 ha in open lucht en / of

10.000 m² onder glas;

          meer dan deze minima :

€ 100,00 vermeerderd met € 30,00 per bijkomende ha in open lucht;

€ 100,00 vermeerderd met € 0,03 per bijkomende m² onder glas.

 

Voor landbouwoppervlakte en tuinbouwoppervlakte in open lucht wordt een fractie van één

hectare als een volledig ha aangerekend.

 

Artikel 9

Elke belastingplichtige moet jaarlijks uiterlijk op 1 juni van het aanslagjaar per vestiging een afzonderlijke aangifte indienen op een aangifteformulier dat het gemeentebestuur ter beschikking stelt.

 

Een belastingplichtige is vrijgesteld van de voorgeschreven aangifteplicht op voorwaarde dat hij / zij voor het vorige aanslagjaar voor deze vestiging werd aangeslagen op basis van een tijdig ingediend aangifteformulier.

 

Voor de vestiging waarvoor overeenkomstig § 2, een vrijstelling van de aangifteplicht

geldt, wordt aan de belastingplichtige een voorstel van aangifte ter beschikking gesteld.

Het voorstel van aangifte wordt uitgereikt door het gemeentebestuur en vermeldt de gegevens inzake de vestiging.

 

Als de gegevens op dit voorstel onjuist of onvolledig zijn of niet overeenstemmen met de belastbare toestand op 1 januari van het aanslagjaar, moet de belastingplichtige, binnen de gestelde termijn, het voorstel verbeterd, vervolledigd en ondertekend terugsturen. Het tijdig teruggezonden en gecorrigeerde of aangevulde voorstel tot aangifte, geldt in dat geval als aangifte.

 

Indien het voorstel van aangifte evenwel geen onjuistheden of onvolledigheden bevat en alle

voorgedrukte gegevens stroken met de belastbare toestand op 1 januari van het aanslagjaar, moet de belastingplichtige het voorstel van aangifte niet indienen bij het gemeentebestuur. In dat geval is automatisch aan de aangifteplicht voldaan en wordt de belasting gevestigd op basis van de gegevens vermeld op het toegestuurde voorstel van aangifte.

 

Voor elke vestiging waarvoor een belastingplichtige niet vrijgesteld is van de aangifteplicht en waarvoor hij / zij vanwege het gemeentebestuur geen aangifteformulier heeft ontvangen, moet de belastingplichtige het aangifteformulier afhalen of aanvragen bij het gemeentebestuur. Blanco aangifteformulieren zijn eveneens beschikbaar via de website van de gemeente (Gemeente Wommelgem/ Diensten/ Financiële dienst/ Aangifte indienen/ Aangifteformulier bedrijfsruimten).

 

Elke belastingplichtige die:

          voor het eerst de hoedanigheid van belastingplichtige aanneemt of die de hoedanigheid van belastingplichtige volledig en definitief stopzet;

          op het grondgebied van de gemeente één of meerdere nieuwe / bijkomende vestigingen zal gebruiken of tot gebruik voorbehouden en / of die één of meerdere vestigingen sluit;

          zijn / haar naam, rechtsvorm, briefwisselings- en/of vestigingsadres(sen) op het grondgebied van de gemeente wijzigt of die voor een bepaalde vestiging een wijziging van de belastbare oppervlakte kent;

moet binnen de maand, uit eigen beweging, het gemeentebestuur hiervan schriftelijk in kennis stellen.

 

Indien de hoedanigheid van belastingplichtige volledig en definitief wordt stopgezet en / of indien één of meerdere vestigingen worden gesloten en / of indien de belastbare oppervlakte wijzigt, is het vereist dat de betrokken natuurlijke persoon of rechtspersoon spontaan de nodige bewijzen hieromtrent bij de kennisgeving voegt.

 

Artikel 11

Bij gebrek aan aangifte op de gestelde datum, of in geval van onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte, kan de belasting ambtshalve worden ingekohierd conform de procedure voorzien in artikel 7 van het decreet van 30 mei 2008.

 

De ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met 100% van de ontdoken belasting. De belastingverhoging wordt gelijktijdig en samen met de ambtshalve belasting ingekohierd.

 

Artikel 12

De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar wordt verklaard door het college van burgemeester en schepenen.

 

De belasting moet worden betaald binnen de twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.

 

Artikel 13

De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan tegen deze belasting bezwaar indienen bij het college van burgemeester en schepenen dat handelt als administratieve overheid.

 

Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend, binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of van de kennisgeving van de aanslag.

 

Het bezwaarschrift kan ook via een duurzame drager (e-mail) worden ingediend via belastingen@wommelgem.be.

 

Artikel 14

De bevoegde gemeentebeambten zijn gemachtigd om elk bedrog of elke overtreding in verband met deze verordening vast te stellen. De belastingplichtigen zijn ertoe gehouden deze vaststellingen te laten uitvoeren en eventueel te vergemakkelijken.

 

Artikel 15

Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008, zijn de bepalingen van titel VII, hoofdstukken 1, 3, 4, 6 tot en met 9bis van het Wetboek op de inkomstenbelastingen en de artikelen 126 tot 175 van het uitvoeringsbesluit van dit Wetboek van toepassing, voor zover zij niet specifiek de belastingen op de inkomsten betreffen.

 

Publicatiedatum: 04/02/2020
Overzicht punten

Notulen GR van 19 12 2019

 

Belasting op de autobrandstoftoestellen - Goedkeuring

 

Motivering

Feiten en context

De financiële toestand van de gemeente.

 

Juridische gronden

Artikel 170, § 4, Grondwet

Artikel 40, § 3 van het Decreet over het Lokaal Bestuur

Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de

geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen

 

Argumentatie

Een belasting is budgettair noodzakelijk met als doel de uitgaven van de gemeente in het algemeen te dekken, zowel de verplichte als de facultatieve.

 

De gemeente wil aansturen op een meer duurzame en "groenere" mobiliteit en wil bijgevolg milieuvriendelijke alternatieve brandstoffen promoten door een vermindering (LPG, CNG, H2) of vrijstelling (elektriciteit) van belasting toe te kennen.

 

Financiële weerslag

De belastingen zijn opgenomen in het meerjarenplan om aan de voorwaarden tot het bereiken van het financieel evenwicht te voldoen zoals bepaald in het Besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen.

 

Exploitatiebudget

omschrijving

raming jaarbedrag

Autobrandstofpompen

€ 23.200,00

Deze ontvangst zal ingeboekt worden op:

budget:2020-2025

algemene rekening:73605000 - Belasting op benzine-, olie- persdrukpompen

beleidsitem:002000 - Fiscale aangelegenheden

actie:5/1/1/1 - Innen/betalen van belastingen en retributies

 

Besluit

Belastingen: Autobrandstoftoestellen
20 stemmen voor: Frank Gys, Ann Theys, Ludo Neyens, Alex Helsen, Lise Poelemans, Marc Dierckx, Jan Herthogs, Lode Stevens, Dirk Somers, Annemie Dierckx, Jef Vervaele-Breugelmans, Ann Gillis, Siggy Leenaards, Vera Govaerts, Eric Willems, Mariyam Safi, Peter Wouters, Yve Staes, Hilde Berckmans en Kelly Joris.
Artikel 1

Er wordt voor de aanslagjaren 2020 t.e.m. 2025 een gemeentebelasting gevestigd op de voor het publiek toegankelijke brandstofdistributieapparaten op het grondgebied van de gemeente.

 

Artikel 2

De belasting is verschuldigd door de eigenaar van het apparaat.

De houder is hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de belasting.

 

De belastingplichtige is verplicht aangifte te doen bij het gemeentebestuur van de gebruikte toestellen in de loop van de maand januari van het belastingjaar.

 

Voor nieuwe toestellen geplaatst in de loop van het jaar moet de belastingplichtige aangifte doen binnen de veertien dagen na de ingebruikstelling.

De aangifte blijft gelden tot zolang het gemeentebestuur in kennis wordt gesteld van de buitengebruikstelling.

 

Een belastingplichtige die niet spontaan een aangifteformulier heeft ontvangen, kan dit op eenvoudig verzoek verkrijgen. Blanco aangifteformulieren zijn eveneens beschikbaar via de website van de gemeente (Gemeente Wommelgem/ Diensten/ Financiële dienst/ Aangifte indienen/ Aangifteformulier autobrandstoftoestellen).

 

Artikel 3

De belasting wordt vastgesteld per brandstofslang. Met brandstofslang wordt de leiding bedoeld waarmee de brandstof uit het verdelingsapparaat naar het voertuig wordt geleid. Voor een apparaat met meerdere brandstofslangen is de belasting per brandstofslang verschuldigd.

 

Artikel 4

De belasting wordt voor elk apparaat vastgesteld als volgt:

          € 180,00 per jaar en per brandstofslang;

          € 90,00 per jaar voor alle brandstofslangen met LPG, CNG en H2 (waterstof).

 

Artikel 5

Worden van de belasting vrijgesteld :

          toestellen voor de distributie van elektriciteit;

          toestellen die niet gebruikt worden voor publieke bevoorrading;

          toestellen geplaatst in privé-eigendom, wanneer geen enkele aanduiding naar buiten is aangebracht die wijst op brandstofverkoop, en deze toestellen niet gebruikt worden voor de bevoorrading van aanrijdende motorvoertuigen.

 

Artikel 6

De belasting is ondeelbaar en voor het ganse jaar verschuldigd, ongeacht de datum van plaatsing of eventuele verwijdering van de brandstoftoestellen.

 

Artikel 7

Bij gebrek aan aangifte op de gestelde datum of ingeval van onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte, kan de belasting ambtshalve worden ingekohierd conform de procedure voorzien in artikel 7 van het decreet van 30 mei 2008. deze procedure, de elementen waarop de aanslag is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting.

 

De ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met 100% van de ontdoken belasting.

De belastingverhoging wordt gelijktijdig met de ambtshalve belasting ingekohierd.

 

Artikel 8

De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.

 

Artikel 9

De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.

 

Artikel 10

De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan tegen deze belasting bezwaar indienen bij het college van burgemeester en schepenen dat handelt als administratieve overheid.

 

Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend, binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of van de kennisgeving van de aanslag.

 

Het bezwaarschrift kan ook via een duurzame drager (e-mail) worden ingediend via belastingen@wommelgem.be.

 

Artikel 11

Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008, zijn de bepalingen van titel VII, hoofdstukken 1, 3, 4, 6 tot en met 9bis, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en artikel 126 tot en met 175 van het uitvoeringsbesluit van dat wetboek van toepassing, voor zover ze niet specifiek de belastingen op de inkomsten betreffen.

 

Publicatiedatum: 04/02/2020
Overzicht punten

Notulen GR van 19 12 2019

 

Belasting op de bank- en financieringsinstellingen - Goedkeuring

 

Motivering

Feiten en context

De financiële toestand van de gemeente.

De gemeente heeft de verplichting om de veiligheid van haar inwoners te verzekeren.

 

Juridische gronden

Artikel 170, § 4, Grondwet

Artikel 40, § 3 van het Decreet over het Lokaal Bestuur

Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van de provincie-en gemeentebelastingen

 

Argumentatie

De aanwezigheid van bank- en daarmee gelijkgestelde instellingen op het grondgebied van de gemeente geeft aanleiding tot verhoogde veiligheidsrisico's.

Dit leidt tot bijkomende inspanningen vanwege de politiediensten, met de daaruit voor de gemeente voortvloeiende kosten.

 

Financiële weerslag

De belastingen zijn opgenomen in het meerjarenplan om aan de voorwaarden tot het bereiken van het financieel evenwicht te voldoen zoals bepaald in het Besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen.

 

Exploitatiebudget

omschrijving

raming jaarbedrag

Banken en financieringsinstellingen

€ 5.250,00

Deze ontvangst zal ingeboekt worden op:

budget:2020-2025

algemene rekening:73411000 - Belasting op banken en financieringsinstellingen

beleidsitem:002000 - Fiscale aangelegenheden

actie:5/1/1/1 - Innen/betalen van belastingen en retributies

 

Besluit

Belastingen: Bank- en financieringsinstellingen
20 stemmen voor: Frank Gys, Ann Theys, Ludo Neyens, Alex Helsen, Lise Poelemans, Marc Dierckx, Jan Herthogs, Lode Stevens, Dirk Somers, Annemie Dierckx, Jef Vervaele-Breugelmans, Ann Gillis, Siggy Leenaards, Vera Govaerts, Eric Willems, Mariyam Safi, Peter Wouters, Yve Staes, Hilde Berckmans en Kelly Joris.
Artikel 1

Er wordt voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 een gemeentebelasting gevestigd op de bank- en financieringsinstellingen.

 

Wordt voor de toepassing van deze belasting als dusdanig aangezien, elke bank-, financierings-, kredietinstelling, factoringbedrijf, spaarbank of wisselkantoor en alle andere inrichtingen die zich met dergelijke bank- of financieringsactiviteiten inlaten, hun agentschappen, bijkantoren, de eenmanszaken en de automaten bestemd voor bankverrichtingen, die gevestigd of geïnstalleerd zijn op het grondgebied van de gemeente en voor het publiek toegankelijk zijn.

 

Een inrichting wordt door deze belasting als publiek toegankelijk beschouwd wanneer de cliënteel er terecht kan voor bank- en/of financieringsverrichtingen, ongeacht of het grootste deel van bedoelde verrichtingen als dan niet ter plaatse wordt afgehandeld.

 

Artikel 2

De belasting is verschuldigd door de natuurlijke of rechtspersoon onder wiens handelsnaam, logo of embleem, de voormelde instellingen, agentschappen en bijkantoren, eenmanszaken en automaten bestemd voor bankverrichtingen worden geëxploiteerd.

 

Artikel 3

De belasting wordt vastgesteld op € 750,00 per bank- of financieringsinstelling.

 

Artikel 4

De belasting is ondeelbaar en voor het hele jaar verschuldigd, welke ook de datum is waarop de dienstverlening aanvangt of eindigt.

 

Bij overname van de instelling is de overnemer eveneens belastingplichtig.

 

Artikel 5

Elke belastingplichtige moet jaarlijks ten laatste op 31 maart van het aanslagjaar een aangifte indienen bij het gemeentebestuur op een door het gemeentebestuur voorgeschreven aangifteformulier.

 

Een belastingplichtige die niet spontaan een aangifteformulier heeft ontvangen, kan dit op eenvoudig verzoek verkrijgen. Blanco aangifteformulieren zijn eveneens beschikbaar via de website van de gemeente (Gemeente Wommelgem/ Diensten/ Financiële dienst / Aangifte indienen/ Aangifteformulier bank-en financieringsinstellingen).

 

Van elke verandering in de uitbating of van de definitieve stopzetting van bedrijvigheid dient binnen de maand aangifte te worden gedaan bij het gemeentebestuur.

 

Artikel 6

Bij gebrek aan aangifte op de gestelde datum, of in geval van onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte, kan de belasting ambtshalve worden ingekohierd conform de procedure voorzien in artikel 7 van het decreet van 30 mei 2008.

 

De ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met 100% van de ontdoken belasting.

 

De belastingverhoging wordt gelijktijdig met de ambtshalve belasting ingekohierd.

 

Artikel 7

De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.

 

Artikel 8

De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.

 

Artikel 9

De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan tegen deze belasting bezwaar indienen bij het college van burgemeester en schepenen dat handelt als administratieve overheid.

 

Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend, binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of van de kennisgeving van de aanslag.

 

Het bezwaarschrift kan ook via een duurzame drager (e-mail) worden ingediend via belastingen@wommelgem.be.

 

Artikel 10

Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008, zijn de bepalingen van titel VII, hoofdstukken 1, 3, 4, 6 tot en met 9bis van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en artikel 126 tot en met 175 van het uitvoeringsbesluit van dat wetboek van toepassing, voor zover ze niet specifiek de belastingen op de inkomsten betreffen.

 

Publicatiedatum: 04/02/2020
Overzicht punten

Notulen GR van 19 12 2019

 

Belastingen op het bouwen & verbouwen - Goedkeuring

 

Motivering

Feiten en context

De financiële toestand van de gemeente.

 

Juridische gronden

Artikel 170, § 4, Grondwet

Artikel 40, § 3 van het Decreet over het Lokaal Bestuur

Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen

 

Argumentatie

Het bouwen, verbouwen en herbouwen van gebouwen kan aanleiding geven tot

ernstige hinder, onder meer op het vlak van het verkeer en de openbare reinheid.

 

Een belasting is budgettair noodzakelijk met als doel de uitgaven van de gemeente in het algemeen te dekken, zowel de verplichte als de facultatieve.

 

Financiële weerslag

De belastingen zijn opgenomen in het meerjarenplan om aan de voorwaarden tot het bereiken van het financieel evenwicht te voldoen zoals bepaald in het Besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen.

 

Exploitatiebudget

omschrijving

raming jaarbedrag

Bouwen en verbouwen

€ 60.000,00

Deze ontvangst zal ingeboekt worden op:

budget:2020-2025

algemene rekening:73700000 - Belasting op bouwen

beleidsitem:002000 - Fiscale aangelegenheden

actie:1/3/1/6 - Afleveren van omgevingsvergunningen

 

Besluit

Belastingen: Bouwen & verbouwen
17 stemmen voor: Frank Gys, Ann Theys, Ludo Neyens, Alex Helsen, Lise Poelemans, Jan Herthogs, Lode Stevens, Dirk Somers, Annemie Dierckx, Ann Gillis, Siggy Leenaards, Vera Govaerts, Eric Willems, Mariyam Safi, Peter Wouters, Hilde Berckmans en Kelly Joris.
3 stemmen tegen: Marc Dierckx, Jef Vervaele-Breugelmans en Yve Staes.
Artikel 1

Er wordt voor de aanslagjaren 2020 t.e.m. 2025 een belasting geheven op het bouwen en verbouwen van gebouwen met als grondslag het aantal kubieke meter van de gebouwde en verbouwde delen.

 

Artikel 2

De belasting wordt berekend per kubieke meter voor al de gebouwen, met inbegrip van alle aanhorigheden zoals werkplaatsen, magazijnen, stallen, garages alsook voor fabrieken, werkhuizen en stapelplaatsen.

 

Het tarief van de belasting voor nieuwbouw wordt vastgesteld op € 1,00 per m³.

De minimumbelasting voor nieuwbouw bedraagt € 750,00 per wooneenheid.

 

Elk gedeelte van een kubieke meter wordt beschouwd als een gehele kubieke meter.

De belasting wordt berekend in verhouding tot het totaal volume van het gebouw, met inbegrip van de bruikbare ondergrondse gedeelten, maar met uitsluiting van de eigenlijke grondvesten.

 

Artikel 3

Indien een gebouw wordt uitgebreid, wordt de belasting berekend volgens de kubieke inhoud van het bijgebouwde gedeelte, de belasting is niet meer verschuldigd over de reeds bestaande constructies.

 

Het tarief van de belasting voor verbouwing/ uitbreiding van een bestaand gebouw wordt vastgesteld op € 1,00 per m³.

De minimumbelasting voor verbouwing/uitbreiding van een bestaand gebouw bedraagt         € 50,00.

 

Artikel 4

De bouwwerken, opgericht op grond, gedeeltelijk gelegen op het gebied van de gemeente Wommelgem en gedeeltelijk op dit van een andere gemeente, worden slechts belast voor het gedeelte gelegen op het grondgebied van de gemeente Wommelgem.

 

Artikel 5

De belasting is verschuldigd vanaf de toekenning van de omgevingsvergunning door de houder van de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van stedenbouwkundige handelingen.

 

De eigenaar van het gebouw is hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de belasting; ingeval van onverdeeldheid zijn de onverdeelde eigenaars van het gebouw hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de belasting.

 

Artikel 6

Zijn vrijgesteld van de belasting:

          gebouwen die eigendom zijn van een openbaar bestuur;

          het bouwen van gebouwen door de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of door de sociale huisvestingsmaatschappijen, de gemeenten, de OCMW 's, de intercommunales en het Vlaams Woningfonds;

          wanneer gebouwen een voorlopig karakter hebben; deze welke binnen het jaar na hun oprichting gesloopt worden;

          op alleenstaande niet omsloten afdaken;

          op serres.

 

Artikel 7

Op het ogenblik van de aanvraag voor het bouwen / verbouwen van gebouwen, wordt het bedrag van de belasting contant in bewaring gegeven aan de financieel directeur of zijn afgevaardigde, tegen afgifte van een ontvangstbewijs.

 

Het in bewaring gegeven bedrag zal van ambtswege als een verworven contantbelasting worden geboekt.

 

Bij gebrek aan een contantbelasting of indien het in bewaring gegeven bedrag niet in overeenstemming is met de reële belastingschuld, zal van ambtswege tot inkohiering van de gehele of gedeeltelijke belasting worden overgegaan.

 

Artikel 8

De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan tegen deze belasting bezwaar indienen bij het college van burgemeester en schepenen dat handelt als administratieve overheid.

 

Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend, binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of van de kennisgeving van de aanslag.

 

Het bezwaarschrift kan via een duurzame drager (e-mail) worden ingediend via belastingen@wommelgem.be

 

Artikel 9

Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008, zijn de bepalingen van titel VII, hoofdstukken 1, 3, 4, 6 tot en met 9bis, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en artikel 126 tot en met 175 van het uitvoeringsbesluit van dat wetboek van toepassing, voor zover ze niet specifiek de belastingen op de inkomsten betreffen.

 

Publicatiedatum: 04/02/2020
Overzicht punten

Notulen GR van 19 12 2019

 

Belasting op het aanvragen van omgevingsvergunningen - Goedkeuring

 

Motivering

Feiten en context

De financiële toestand van de gemeente.

 

Juridische gronden

Artikel 170, § 4, Grondwet

Artikel 40, § 3 van het Decreet over het Lokaal Bestuur

Het Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de

geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen

Het Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

De Vlaamse Codex Ruimtelijk Ordening van 15 mei 2009 – afgekort de VCRO

Het Decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid – afgekort

het DABM

Bijlage 1 bij het Besluit van de Vlaamse Regering houdende algemene en sectorale

bepalingen inzake milieuhygiëne van 1 juni 1995 (Vlarem 2)

 

Argumentatie

Een belasting is budgettair noodzakelijk met als doel de uitgaven van de gemeente in het algemeen te dekken, zowel de verplichte als de faculatieve.

 

Het is gerechtvaardigd om in de vorm van een gemeentebelasting een bijdrage te vragen voor de gemeentelijke inzet van middelen bij de behandeling van vergunningsaanvragen en meldingen in het kader van het Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

 

Financiële weerslag

De belastingen zijn opgenomen in het meerjarenplan om aan de voorwaarden tot het bereiken van het financieel evenwicht te voldoen zoals bepaald in het Besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen.

 

Exploitatiebudget

omschrijving

raming jaarbedrag

Omgevingsvergunningen

€ 3.250,00

Deze ontvangst zal ingeboekt worden op:

budget:2020-2025

algemene rekening:73160000 - Belasting op het aanvragen van omgevingsvergunningen

beleidsitem:002000 - Fiscale aangelegenheden

actie:1/3/1/6 - Afleveren van omgevingsvergunningen

 

Besluit

Belasting op omgevingsvergunningen
20 stemmen voor: Frank Gys, Ann Theys, Ludo Neyens, Alex Helsen, Lise Poelemans, Marc Dierckx, Jan Herthogs, Lode Stevens, Dirk Somers, Annemie Dierckx, Jef Vervaele-Breugelmans, Ann Gillis, Siggy Leenaards, Vera Govaerts, Eric Willems, Mariyam Safi, Peter Wouters, Yve Staes, Hilde Berckmans en Kelly Joris.
Artikel 1

Er wordt voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 een gemeentebelasting gevestigd op de aanvragen en meldingen bedoeld in het Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

 

Artikel 2

De belasting is verschuldigd door de natuurlijke persoon of de rechtspersoon die de aanvraag of de melding indient of die de exploitatie uitbaat.

 

Artikel 3

Voor de meldingen en vergunningsaanvragen bij de gemeente wordt de belasting vastgesteld als volgt:

 

Melding

€ 50,00

Aanvraag stedenbouwkundig attest

€ 50,00

Vereenvoudigde omgevingsaanvraag

€ 100,00

Gewone omgevingsaanvraag

€ 150,00

Aanvraag of wijziging verkavelingsvergunning

€ 50,00 per lot

Kost per openbaar onderzoek

€ 250,00

Kost bij evaluatie MER, OVR of MOBER

€ 500,00

Kost bij projectvergadering

€ 250,00

Kost bij informatievergadering

€ 150,00

Kost bij publicatie in dag- of weekblad

€ 500,00

Aanvraag tot bijstelling of afwijking milieuvoorwaarden

€ 250,00

Omzetting milieuvergunning naar een permanente

omgevingsvergunning

€ 500,00

 

Artikel 4

De belasting zal gefactureerd worden op het ogenblik van het volledig en ontvankelijk verklaren van het aanvraagdossier en telkens wanneer dit vereist is tijdens het verloop van de procedure.

 

Bij wanbetaling wordt de belasting ingekohierd en wordt aldus een kohierbelasting.

 

Artikel 5

Zijn van de belasting vrijgesteld:

alle aanvragen van overheden of van bedrijven, organisaties en instellingen, opgericht door een overheid.

 

Artikel 6

Indien het aanvragen van omgevingsvergunningen voor vergunningsplichtige projecten betreft, die slechts gedeeltelijk op het grondgebied van de gemeente gelegen zijn, wordt de belasting vastgesteld in verhouding tot de oppervlakte van het gedeelte van het project op grondgebied van de gemeente tot de oppervlakte van het project. Hierbij wordt uitgegaan van de oppervlakte van de kadastrale percelen.

 

Artikel 7

De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan tegen deze belasting bezwaar indienen bij het college van burgemeester en schepenen dat handelt als administratieve overheid.

 

Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend, binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of van de kennisgeving van de aanslag.

Het bezwaarschrift kan ook via een duurzame drager (e-mail) worden ingediend via belastingen@wommelgem.be.

 

Artikel 8

Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008, zijn de bepalingen van titel VII, hoofdstukken 1, 3, 4, 6 tot en met 9bis van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en artikel 126 tot en met 175 van het uitvoeringsbesluit van dat wetboek van toepassing, voor zover ze niet specifiek de belastingen op de inkomsten betreffen.

 

Publicatiedatum: 04/02/2020
Overzicht punten

Notulen GR van 19 12 2019

 

Belasting op leegstand woningen en gebouwen - Goedkeuring

 

Motivering

Feiten en context

De financiële toestand van de gemeente.

 

Juridische gronden

Artikel 170, § 4, Grondwet

Artikel 40, § 3 van het Decreet over het Lokaal Bestuur

Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de

geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen

Artikel 2 van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode

Artikel 2.2.6 van het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid, hierna genoemd “Decreet Grond- en Pandenbeleid”, zoals gewijzigd door art. 46 van het decreet van 14 oktober 2016 houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen, in werking getreden op 23 december 2016

 

Argumentatie

Een belasting is budgettair noodzakelijk met als doel de uitgaven van een gemeente in het algemeen te dekken, zowel de verplichte als de facultatieve.

 

De langdurige leegstand van woningen en gebouwen in de gemeente moet voorkomen en bestreden worden.

 

Financiële weerslag

De belastingen zijn opgenomen in het meerjarenplan om aan de voorwaarden tot het bereiken van het financieel evenwicht te voldoen zoals bepaald in het Besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen.

 

Exploitatiebudget

omschrijving

raming jaarbedrag

Leegstaande woningen

€ 40.000,00

Deze ontvangst zal ingeboekt worden op:

budget:2020-2025

algemene rekening:73740000 - Belasting op leegstaande woningen en gebouwen

beleidsitem:002000 - Fiscale aangelegenheden

actie:5/1/1/1 - Innen/betalen van belastingen en retributies

 

Besluit

Belastingen: Leegstand
20 stemmen voor: Frank Gys, Ann Theys, Ludo Neyens, Alex Helsen, Lise Poelemans, Marc Dierckx, Jan Herthogs, Lode Stevens, Dirk Somers, Annemie Dierckx, Jef Vervaele-Breugelmans, Ann Gillis, Siggy Leenaards, Vera Govaerts, Eric Willems, Mariyam Safi, Peter Wouters, Yve Staes, Hilde Berckmans en Kelly Joris.
Artikel 1

§ 1. Er wordt voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 een gemeentebelasting gevestigd op de woningen en gebouwen die gedurende minstens twaalf opeenvolgende maanden zijn opgenomen in het gemeentelijk leegstandsregister.

 

§ 2. De gemeente houdt een leegstandsregister bij op grond van artikel 2.2.6 Decreet Grond- en Pandenbeleid.

 

Met gebouw wordt bedoeld elk bebouwd onroerend goed, dat zowel het hoofdgebouw als de

bijgebouwen omvat, met uitsluiting van bedrijfsruimten vermeld in artikel 2, 1° van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten.

 

Met woning wordt bedoeld elk onroerend goed of het deel ervan dat hoofdzakelijk bestemd is voor de huisvesting van een gezin of alleenstaande.

 

§ 3. Een gebouw wordt als leegstaand beschouwd indien meer dan de helft van de totale

vloeroppervlakte niet overeenkomstig de functie van het gebouw wordt aangewend gedurende een termijn van ten minste twaalf opeenvolgende maanden. Daarbij wordt geen rekening gehouden met woningen die deel uitmaken van het gebouw.

 

§ 4. Een woning wordt als leegstaand beschouwd wanneer zij gedurende een termijn van ten minste twaalf opeenvolgende maanden niet aangewend wordt in overeenstemming met de woonfunctie of met elke andere functie die een effectief en niet occasioneel gebruik van de woning met zich meebrengt.

 

§ 5. In afwijking van § 3 en § 4 wordt een nieuw gebouw of een nieuwe woning als leegstaand beschouwd indien dat gebouw of die woning binnen zeven jaar na de afgifte van een stedenbouwkundige vergunning in laatste administratieve aanleg niet aangewend wordt

overeenkomstig § 3, respectievelijk § 4.

 

§ 7. Een woning die door het Vlaamse Gewest geïnventariseerd is als ongeschikt en/of

onbewoonbaar, wordt niet opgenomen in het leegstandsregister.

 

Artikel 2

De leegstand van een woning of van een gebouw wordt vastgesteld door een administratieve akte van leegstand en wordt onder meer beoordeeld aan de hand van de volgende indicaties:

          de onmogelijkheid om het gebouw te betreden, bijvoorbeeld door een geblokkeerde toegang;

          het langdurig aanbieden van het gebouw of van de woning als “te huur” of “te koop”;

          het ontbreken van aansluitingen op nutsvoorzieningen;

          een dermate laag verbruik van de nutsvoorzieningen dat een gebruik het gebouw kan worden uitgesloten;

          de vermindering van het kadastraal inkomen overeenkomstig artikel 15 van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992;

          het ontbreken van een inschrijving in het bevolkingsregister op het adres van de woning of van een aangifte als tweede verblijf.

 

Bij de administratieve akte wordt een beschrijvend verslag gevoegd met vermelding van alle indicaties van leegstand.

 

De datum van de administratieve akte geldt als datum van opname in het register.

 

Artikel 3

De belasting voor een leegstaande woning of een leegstaand gebouw is voor het eerst verschuldigd vanaf het ogenblik dat die woning of dat gebouw gedurende twaalf opeenvolgende maanden is opgenomen in het gemeentelijk leegstandsregister.

 

Zolang het leegstaand gebouw of de leegstaande woning niet uit het leegstandsregister is geschrapt, is de belasting van het aanslagjaar verschuldigd op het ogenblik dat een nieuwe termijn van twaalf maanden verstrijkt.

 

Artikel 4

De belasting is verschuldigd door de houder van het zakelijk recht betreffende het leegstaande gebouw of de leegstaande woning op het ogenblik dat de belasting van het aanslagjaar verschuldigd wordt.

 

lngeval er een recht van opstal, erfpacht of vruchtgebruik bestaat, is de belasting

verschuldigd door de houder van dat zakelijk recht van opstal, van erfpacht of van

vruchtgebruik op het ogenblik dat de belasting van het aanslagjaar verschuldigd wordt.

 

lngeval van mede-eigendom zijn de mede-eigenaars hoofdelijk aansprakelijk voor de

betaling van de totale belastingschuld.

 

lngeval er meerdere houders zijn van het zakelijk recht, zijn deze eveneens hoofdelijk

aansprakelijk voor de betaling van de totale belastingschuld.

 

Artikel 5

De belasting bedraagt:

-€ 1.500,00 voor een volledig gebouw of woonhuis;

-€ 300,00 voor een individuele kamer of studentenkamer;

-€ 750,00 voor elke overige woongelegenheid.

 

Indien een leegstaande woning, gebouw, kamer/studentenkamer of appartement een tweede opeenvolgende  termijn van twaalf maanden in het register staat, bedraagt de belasting: 

-€ 3.000,00 voor een volledig gebouw of woonhuis;

-€ 600,00 voor een individuele kamer of studentenkamer;

-€ 1.500,00 voor elke overige woongelegenheid.

 

Indien een leegstaande woning, gebouw, kamer/studentenkamer of appartement een derde termijn van twaalf maanden, of langer in het register staat bedraagt de belasting:

-€ 7.500,00 voor een volledig gebouw of woonhuis;

-€ 1.500,00 voor een individuele kamer of studentenkamer;

-€ 3.750,00 voor elke overige woongelegenheid.

 

Het aantal termijnen van twaalf maanden dat een gebouw of woning op de inventaris staat,

vervalt bij overdracht van het zakelijk recht betreffende het gebouw of de woning.

 

Artikel 6

§ 1. Van de leegstandsheffing zijn vrijgesteld:

 

1° de belastingplichtige die eigenaar is van één enkele woning of gebouw, bij uitsluiting van enige andere woning of gebouw;

 

2° de belastingplichtige die in een erkende ouderenvoorziening verblijft, of voor een langdurig verblijf werd opgenomen in een psychiatrische instelling, een ziekenhuis of een

revalidatiecentrum. Het verblijf of de opname worden geattesteerd en gedateerd door de

voorziening of instelling in kwestie;

 

3° de belastingplichtige waarvan de handelingsbekwaamheid beperkt werd ingevolge een gerechtelijke beslissing;

 

4° de belastingplichtige die nieuwe houder is van het zakelijk recht van het gebouw of de

woning. De vrijstelling geldt voor een periode van één jaar volgend op het verkrijgen van

het zakelijk recht;

 

5° de houders van zakelijke rechten op het gebouw of de woning die een sociale huisvestingsmaatschappij is, die door de VMSW erkend is, een andere sociale woonorganisatie is, een autonoom gemeentebedrijf is, de gemeente, het OCMW of een intergemeentelijke vereniging is.

 

§ 2. Een vrijstelling wordt verleend indien het gebouw of de woning:

 

1° gelegen is binnen de grenzen van een door de bevoegde overheid goedgekeurd onteigeningsplan;

 

2° geen voorwerp meer kan uitmaken van een stedenbouwkundige vergunning omdat een voorlopig of definitief onteigeningsplan is vastgesteld;

 

3° krachtens decreet beschermd is als monument, of opgenomen is op een bij besluit vastgesteld ontwerp van lijst tot bescherming als monument;

 

4° deel uitmaakt van een krachtens decreet beschermd stads- of dorpsgezicht of landschap, of van een stads- of dorpsgezicht of landschap dat opgenomen is op een bij besluit vastgesteld ontwerp van lijst tot bescherming als stads- of dorpsgezicht of landschap;

 

5° vernield of beschadigd werd ten gevolge van een plotse ramp (brand, overstroming,...), met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt gedurende een periode van drie jaar volgend op de datum van de vernieling of beschadiging. De vrijstelling kan jaarlijks worden verlengd, wanneer de belastingplichtige het bewijs voorlegt dat er na afloop van deze termijn nog steeds betwisting bestaat over de aansprakelijkheid of de vergoeding van de verzekering of het rampenfonds, die afbraak, nieuwbouw, renovatie of verkoop onmogelijk maakt. ln de zin van deze bepaling wordt verstaan onder een ramp een gebeurtenis die zich voordoet buiten de wil van de houder van het zakelijk recht en waardoor de schade zo groot is dat het normaal gebruik onmogelijk is, zoals brand, ontploffing, verzakking, overstroming, storm...

 

6° onmogelijk daadwerkelijk gebruikt kan worden omwille van een verzegeling in het kader van een strafrechtelijk onderzoek of omwille van een expertise in het kader van een gerechtelijke procedure, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt gedurende een periode van twee jaar volgend op de aanvang van de onmogelijkheid tot daadwerkelijk gebruik;

 

7°wordt gerenoveerd:

-indien het gaat om handelingen die stedenbouwkundig gezien vergunningsplichtig zijn, een  niet vervallen stedenbouwkundige vergunning kan worden voorgelegd;

 

-indien het gaat om niet vergunningsplichtige handelingen, een gedateerde en ondertekende renovatienota wordt voorgelegd, die door de administratie wordt goedgekeurd en waarin minstens is opgenomen: een overzicht van de voorgenomen werken en een stappenplan waaruit blijkt dat binnen een periode van maximaal 2 jaar een woning of gebouw bewoonbaar wordt gemaakt.

 

De vrijstelling geldt voor een termijn van twee jaar volgend op het uitvoerbaar worden van de stedenbouwkundige vergunning en kan maar éénmalig aan dezelfde houder van het zakelijk recht worden toegekend.

 

8° het voorwerp uitmaakt van een overeenkomst met het oog op renovatie-, verbeterings- of

aanpassingswerkzaamheden in de zin van artikel 18, § 2, van de Vlaamse Wooncode;

 

9° het voorwerp uitmaakt van een door de gemeente, het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn of een sociale woonorganisatie verkregen sociaal beheersrecht, overeenkomstig artikel 90 van de Vlaamse Wooncode.

 

Artikel 7

De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier dat vastgesteld en

uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.

 

De aanslag kan worden gevestigd vanaf het ogenblik dat het gebouw of de woning

gedurende twaalf opeenvolgende maanden is opgenomen in het leegstandsregister.

 

De belastingschuldige kan bezwaar indienen tegen de aanslag van deze belasting bij

het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaarschrift moet per aangetekende

zending schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn. Deze indiening

moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van drie maanden te rekenen

vanaf de derde kalenderdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet. Van

het bezwaarschrift wordt een ontvangstmelding afgegeven, binnen vijftien dagen na de

indiening ervan. Beroep indienen, betekent niet dat de zakelijk gerechtigde is vrijgesteld van

betaling.

 

Artikel 8

De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.

 

Artikel 9

De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan tegen deze belasting bezwaar indienen bij het college van burgemeester en schepenen dat handelt als administratieve overheid.

 

Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend, binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of van de kennisgeving van de aanslag.

 

Het bezwaarschrift kan ook via duurzame drager (e-mail) worden ingediend via

belastingen@wommelgem.be.

 

Artikel 10

Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008, zijn de bepalingen van titel VII, hoofdstukken 1, 3, 4, 6 tot en met 9bis, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en artikel 126 tot en met 175 van het uitvoeringsbesluit van dat wetboek van toepassing, voor zover ze niet specifiek de belastingen op de inkomsten betreffen.

 

Publicatiedatum: 04/02/2020
Overzicht punten

Notulen GR van 19 12 2019

 

Belasting op aanvragen van vergunningsplichtige inrichtingen klasse 1 of 2 - Goedkeuring

 

Motivering

Feiten en context

De financiële toestand van de gemeente.

 

Juridische gronden

Artikel 170, § 4, Grondwet

Artikel 40, § 3 van het Decreet over het Lokaal Bestuur

Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de

geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen

Het Decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid (DABM),

inzonderheid artikel 5.2.1., ingevoerd bij artikel 183 van het Decreet betreffende de

omgevingsvergunning van 25 april 2014,Bijlage 1 (Indelingslijst) bij het Besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (Vlarem 2), ingevoegd bij artikel 544 van het Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015

 

Argumentatie

Een belasting is budgettair noodzakelijk met als doel de uitgaven van de gemeente in het algemeen te dekken, zowel de verplichte als de facultatieve.

 

Financiële weerslag

De belastingen zijn opgenomen in het meerjarenplan om aan de voorwaarden tot het bereiken van het financieel

evenwicht te voldoen zoals bepaald in het Besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen.

 

Exploitatiebudget

omschrijving

raming jaarbedrag

Klasse 1 of 2 vergunningen

€ 500,00

Deze ontvangst zal ingeboekt worden op:

budget:2020-2025

algemene rekening:73401200 - Andere belastingen op gevaarlijke, ongezonde en                                                         hinderlijke inrichtingen

beleidsitem:002000 - Fiscale aangelegenheden

actie:1/3/1/7 - Afleveren van milieuvergunningen

 

Besluit

Belastingen: Inrichtingen klasse 1 of 2
20 stemmen voor: Frank Gys, Ann Theys, Ludo Neyens, Alex Helsen, Lise Poelemans, Marc Dierckx, Jan Herthogs, Lode Stevens, Dirk Somers, Annemie Dierckx, Jef Vervaele-Breugelmans, Ann Gillis, Siggy Leenaards, Vera Govaerts, Eric Willems, Mariyam Safi, Peter Wouters, Yve Staes, Hilde Berckmans en Kelly Joris.
Artikel 1

Er wordt voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 een gemeentebelasting gevestigd op de ingedeelde inrichtingen en activiteiten op het gemeentelijk grondgebied, waarvan de lijst en de indeling het voorwerp uitmaken van bijlage 1 bij het Besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (Vlarem 2).

 

Bijgevolg wordt er een belasting gevestigd op :

          alle aanvragen van een nieuwe vergunningsplichtige inrichting klasse 1 of 2;

          alle aanvragen tot verandering van een bestaande vergunningsplichtige inrichting klasse 1 of 2;

          alle aanvragen tot wijziging van de vergunningsvoorwaarden van een bestaande vergunningsplichtige inrichting klasse 1 of 2;

          alle aanvragen tot hernieuwing van een bestaande vergunningsplichtige inrichting klasse 1 of 2.

 

De indeling in klasse 1 of 2 blijkt uit de “lijst van als hinderlijk beschouwde inrichtingen” van bijlage 1 van het VLAREM Titel I.

 

Artikel 2

De belasting wordt vastgesteld op:

          € 1.000,00 voor de inrichtingen van klasse 1;

          € 250,00 voor de inrichtingen van klasse 2.

 

Artikel 3

De belasting is verschuldigd door de exploitant en zal gefactureerd worden op het ogenblik van het volledig en ontvankelijk verklaren van het aanvraagdossier.

 

Artikel 4

Zijn van de belasting vrijgesteld:

Alle aanvragen van overheden of van bedrijven, organisaties en instellingen opgericht door een overheid.

 

Artikel 5

Bij wanbetaling wordt de belasting ingekohierd en wordt aldus een kohierbelasting.

 

Artikel 6

De belastingschuldige kan tegen deze belasting een bezwaar indienen bij het college van burgemeester en schepenen dat handelt als administratieve overheid.

 

Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend, binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet.

 

Het bezwaarschrift kan  ook via een duurzame drager (e-mail) worden ingediend via belastingen@wommelgem.be.

 

Artikel 7

Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008, zijn de bepalingen van titel VII, hoofdstukken 1, 3, 4, 6 tot en met 9bis van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en artikel 126 tot en met 175 van het uitvoeringsbesluit van dat wetboek van toepassing, voor zover ze niet specifiek de belastingen op de inkomsten betreffen.

 

Publicatiedatum: 04/02/2020
Overzicht punten

Notulen GR van 19 12 2019

 

Belasting op het verwijderen van achtergelaten afvalstoffen - Goedkeuring

 

Motivering

Feiten en context

De financiële toestand van de gemeente.

 

Juridische gronden

Artikel 170, § 4, Grondwet

Artikel 40, § 3 van het Decreet over het Lokaal Bestuur

Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de

geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen

Artikel 26 van het Decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van

materiaalkringlopen en afvalstoffen (Materialendecreet)

 

Argumentatie

Het is verantwoord om een financiële bijdrage te vragen in de vorm van een belasting, ten laste van die personen die de gemeente nopen tot kosten van afvalophaling buiten de reguliere ophaalbeurten.

 

Financiële weerslag

De belastingen zijn opgenomen in het meerjarenplan om aan de voorwaarden tot het bereiken van het financieel

evenwicht te voldoen zoals bepaald in het Besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen.

 

Exploitatiebudget

omschrijving

raming jaarbedrag

Sluikstort

€ 700,00

Deze ontvangst zal ingeboekt worden op:

budget:2020-2025

algemene rekening:73328000 - Belasting op sluikstorten

beleidsitem:002000 - Fiscale aangelegenheden

actie:5/1/1/1 - Innen/betalen van belastingen en retributies

 

Besluit

Belastingen: Achtergelaten afvalstoffen
20 stemmen voor: Frank Gys, Ann Theys, Ludo Neyens, Alex Helsen, Lise Poelemans, Marc Dierckx, Jan Herthogs, Lode Stevens, Dirk Somers, Annemie Dierckx, Jef Vervaele-Breugelmans, Ann Gillis, Siggy Leenaards, Vera Govaerts, Eric Willems, Mariyam Safi, Peter Wouters, Yve Staes, Hilde Berckmans en Kelly Joris.
Artikel 1

Er wordt voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 een gemeentebelasting gevestigd op het weghalen door het gemeentebestuur van allerhande sluikgestorte afvalstoffen. Onder sluikstorten dient te worden verstaan “het achterlaten van afvalstoffen op niet-reglementaire plaatsen en/of op niet-regelmatige tijdstippen en/of in niet reglementaire recipiënten”.

 

Artikel 2

De belasting is verschuldigd door elke persoon (natuurlijk persoon of rechtspersoon) die de afvalstoffen achtergelaten heeft.

 

In voorkomend geval zijn diegene die daartoe opdracht of toelating gaf en/of de eigenaar van de afvalstoffen hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de belasting.

 

Artikel 4

De belasting bedraagt € 350,00.

 

Artikel 5

De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.

 

Artikel 6

De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.

 

Artikel 7

De belastingschuldige kan tegen deze belasting een bezwaar indienen bij het college van burgemeester en schepenen dat handelt als administratieve overheid.

 

Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend, binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet.

 

Het bezwaarschrift kan ook via een duurzame drager (e-mail) worden ingediend via belastingen@wommelgem.be.

 

Artikel 8

Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008, zijn de bepalingen van titel VII, hoofdstukken 1, 3, 4, 6 tot en met 9bis van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en artikel 126 tot en met 175 van het uitvoeringsbesluit van dat wetboek van toepassing, voor zover ze niet specifiek de belastingen op de inkomsten betreffen.

 

Publicatiedatum: 04/02/2020
Overzicht punten

Notulen GR van 19 12 2019

 

Belasting op masten en pylonen - Goedkeuring

 

Motivering

Feiten en context

De financiële toestand van de gemeente.

 

Juridische gronden

Artikel 170, § 4, Grondwet,

Artikel 40, § 3 van het Decreet over het Lokaal Bestuur,

Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de

geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en latere wijzigingen.

 

Argumentatie

Het is aangewezen om de aanwezigheid van masten en pylonen op het grondgebied van de gemeente te beperken wegens de veroorzaakte visuele vervuiling, de landschapsverstoring, en het doorbreken van de vrije open ruimte.

 

Het landschapsverstorend karakter van masten en pylonen dienstig om groene energie te produceren en masten en pylonen die dienen voor louter recreatief gebruik en voor openbare hulpverlenings- en veiligheidsdiensten die primaire overheidstaken uitoefenen, wordt voldoende gecompenseerd door het maatschappelijk belang, zodat hiervoor vrijstelling kan verleend worden.

 

Financiële weerslag

De belastingen zijn opgenomen in het meerjarenplan om aan de voorwaarden tot het bereiken van het financieel evenwicht te voldoen zoals bepaald in het Besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de beleids-en beheerscyclus van de lokale besturen.

 

Exploitatiebudget

omschrijving

bedrag (incl.btw)

Belasting op masten en pylonen

€ 50.000,-

De ontvangst zal ingeboekt worden op:

budget:2020-2025

algemene rekening:73609000 - Belasting op masten en pylonen

beleidsitem:002000 - Fiscale aangelegenheden

actie:5/1/1/1 - Innen/betalen van belastingen en retributies

 

Besluit

Belasting op masten en pylonen
20 stemmen voor: Frank Gys, Ann Theys, Ludo Neyens, Alex Helsen, Lise Poelemans, Marc Dierckx, Jan Herthogs, Lode Stevens, Dirk Somers, Annemie Dierckx, Jef Vervaele-Breugelmans, Ann Gillis, Siggy Leenaards, Vera Govaerts, Eric Willems, Mariyam Safi, Peter Wouters, Yve Staes, Hilde Berckmans en Kelly Joris.
Artikel 1

Er wordt voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 een gemeentebelasting gevestigd op allerhande masten en pylonen die zich op 1 januari van het aanslagjaar op het grondgebied van de gemeente bevinden.

 

Artikel 2

Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder:

          mast: een verticale structuur die op een dak of op een andere bestaande constructie is geplaatst en waarbij de hoogte van de constructie en mast samen minstens 15 meter bedraagt;

          pyloon: een individuele verticale constructie, opgericht op het niveau van het maaiveld met een minimale hoogte van 15 meter gerekend vanaf het maaiveld.

 

Artikel 3

De belasting is verschuldigd door de eigenaar van mast of pyloon.

 

Artikel 4

De belasting bedraagt € 2.500,00 per jaar per mast of pyloon.

De belasting is ondeelbaar, er wordt geen vermindering of terugbetaling van de belasting toegestaan als de mast of pyloon in de loop van het jaar wordt weggenomen.

 

Artikel 5

Er wordt vrijstelling verleend aan:

          constructies voor de productie van windenergie of andere vormen van groene stroom;

          constructies voor louter recreatief gebruik en voor de openbare hulpverlenings- en veiligheidsdiensten.

 

Artikel 6

De belasting is jaarlijks betaalbaar op basis van een vordering van het gemeentebestuur.

 

De belastingplichtige ontvangt van de gemeente een aangifteformulier dat door hem behoorlijk ingevuld en ondertekend vóór de erin vermelde vervaldatum moet worden teruggestuurd.

 

De belastingplichtige die geen aangifteformulier heeft ontvangen, is gehouden uiterlijk op 1 juli van het aanslagjaar aan het gemeentebestuur de voor de aanslag noodzakelijke gegevens ter beschikking te stellen. Als aangiftedatum geldt de postdatum of (bij afgifte) de datum vermeld op het ontvangstbewijs. Valt de uiterste indieningsdatum op een zaterdag, een zondag of een wettelijke feestdag, dan wordt de vervaldag verplaatst naar de eerstvolgende werkdag.

 

Een belastingplichtige die niet spontaan een aangifteformulier gekregen heeft, kan dit op eenvoudig verzoek bekomen bij het gemeentebestuur. Blanco aangifteformulieren zijn eveneens beschikbaar via de website van de gemeente (Gemeente Wommelgem/ Diensten/ Financiële dienst/ Aangifte indienen/ Aangifteformulier masten & pylonen).

 

Artikel 7

Bij gebrek aan aangifte op de gestelde datum, of in geval van onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte, kan de belasting ambtshalve worden ingekohierd conform de procedure voorzien in artikel 7 van het decreet van 30 mei 2008.

 

De ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met 100% van de ontdoken belasting. De belastingverhoging wordt gelijktijdig en samen met de ambtshalve belasting ingekohierd.

 

Artikel 8

De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.

 

Artikel 9

De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.

 

Artikel 10

De belastingschuldige kan tegen deze belasting een bezwaar indienen bij het college van burgemeester en schepenen dat handelt als administratieve overheid.

 

Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend, binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet.

 

Het bezwaarschrift kan via een duurzame drager (e-mail) worden ingediend via belastingen@wommelgem.be.

 

Artikel 11

Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008, zijn de bepalingen van titel VII, hoofdstukken 1, 3, 4, 6 tot en met 9bis, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en artikel 126 tot en met 175 van het uitvoeringsbesluit van dat wetboek van toepassing, voor zover ze niet specifiek de belastingen op de inkomsten betreffen.

 

Publicatiedatum: 04/02/2020
Overzicht punten

Notulen GR van 19 12 2019

 

Belasting op de kamers en/of plaatsen, dienstig als rendez-voushuizen - Goedkeuring

 

Motivering

Feiten en context

De financiële toestand van de gemeente.

 

Juridische gronden

Decreet over het lokaal bestuur, artikel 40 §3

De gemeente stelt de gemeentelijke reglementen vast. Met behoud van toepassing van de federale wetgeving in verband met de bevoegdheid van de gemeenteraad om politieverordeningen vast te stellen, kunnen de reglementen onder meer betrekking hebben op het gemeentelijk beleid, de gemeentelijke belastingen en retributies, en op het inwendige bestuur van de gemeente.

 

Financiële weerslag

De belastingen zijn opgenomen in het meerjarenplan om aan de voorwaarden tot het bereiken van het financieel evenwicht te voldoen zoals bepaald in het Besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de beleids-en beheerscyclus van de lokale besturen.

 

Exploitatiebudget

omschrijving

bedrag (incl.btw)

 

€ 40.000,00

De ontvangst zal ingeboekt worden op:

budget:2020-2025

algemene rekening:73420200 - Belasting op rendez-voushuizen

beleidsitem:002000 - Fiscale aangelegenheden

actie:5/1/1/1 - Innen/betalen van belastingen en retributies

 

Besluit

Belasting op rendez-voushuizen
17 stemmen voor: Frank Gys, Ann Theys, Ludo Neyens, Alex Helsen, Lise Poelemans, Marc Dierckx, Lode Stevens, Dirk Somers, Jef Vervaele-Breugelmans, Ann Gillis, Siggy Leenaards, Vera Govaerts, Eric Willems, Peter Wouters, Yve Staes, Hilde Berckmans en Kelly Joris.
3 onthoudingen: Jan Herthogs, Annemie Dierckx en Mariyam Safi.
Artikel 1

Voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 wordt een jaarlijkse belasting geheven op de kamers en/of plaatsen dienstig als rendez-voushuizen.

 

Artikel 2

Rendez-voushuis: één of meerdere kamers en / of plaatsen die al dan niet tegen vergoeding, ter beschikking wordt of worden gesteld voor een intieme ontmoeting tussen personen zonder dat het de bedoeling is om er, zoals in een erkend toeristisch logies of gelijkaardige instelling, te overnachten.

 

Artikel 3

Het bedrag van de belasting bedraagt € 2.000,00 per kamer of, indien er geen kamer(s) is (zijn), per plaats.

 

De belasting is ondeelbaar. Zij is verschuldigd voor het ganse jaar, ongeacht de datum van

ingebruikstelling of stopzetting van het rendez-voushuis of de overname.

 

Bij overname of aankoop in de loop van een bepaald aanslagjaar, is de belasting in haar geheel opnieuw verschuldigd door de nieuwe exploitant of eigenaar.

 

Artikel 4

De belasting is verschuldigd door de exploitant van de kamer en / of plaats.

 

Indien de identiteit van de exploitant niet kan worden vastgesteld, worden achtereenvolgens de huurder, de onderhuurder en de eigenaar van het rendez-voushuis als exploitant beschouwd.

 

De eigenaar is hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de belasting die lastens de exploitant, huurder of onderhuurder waarvan hiervoor sprake, werd ingekohierd.

De hoofdelijke aansprakelijkheid van de eigenaar zal evenwel worden opgeschort indien de volgende vier voorwaarden gezamenlijk vervuld zijn:

 

1. Het pand of de lokaliteit heeft enkel uiterlijke kenmerken van een woongelegenheid.

2. Het huurcontract laat enkel het normaal gebruik als woongelegenheid toe.

3. De eigenaar heeft, binnen de twee maanden na de kennisgeving van een vastgestelde andere aanwending van de beschouwde lokaliteit, een procedure gestart tot verbreking van het huurcontract.

Als kennisgeving van een andere aanwending geldt de aangetekende melding, door het

gemeentebestuur aan de eigenaar, waaruit de vaststelling blijkt dat ter plaatse een rendez-voushuis in uitbating werd geconstateerd.

Als de procedure tot verbreking van het huurcontract wordt stopgezet of ingetrokken, wordt de eigenaar opnieuw aansprakelijk voor de betaling van de belasting. Dit is eveneens het geval indien de eigenaar binnen de hiervoor bepaalde termijn, heeft verzuimd aan het gemeentebestuur de nodige en juiste gegevens te bezorgen dienstig voor het vestigen van de aanslag jegens de huurder.

4. De eigenaar was vóór kennisgeving van het gemeentebestuur nog niet op de hoogte van de oneigenlijke aanwending van de beschouwde lokaliteit.

 

Artikel 5

De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier dat wordt vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen.

 

De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na verzending van het aanslagbiljet.

 

Artikel 6

De belastingplichtige ontvangt van de gemeente een aangifteformulier dat door hem behoorlijk ingevuld en ondertekend vóór de erin vermelde vervaldatum moet worden teruggestuurd.

 

De belastingplichtige die geen aangifteformulier heeft ontvangen, is gehouden uiterlijk op

1 april van het aanslagjaar aan het gemeentebestuur de voor de aanslag noodzakelijke gegevens ter beschikking te stellen. Als aangiftedatum geldt de postdatum of (bij afgifte) de datum vermeld op het ontvangstbewijs. Valt de uiterste indieningsdatum op een zaterdag, een zondag of een wettelijke feestdag, dan wordt de vervaldag verplaatst naar de eerstvolgende werkdag.

 

Een belastingplichtige die niet spontaan een aangifteformulier gekregen heeft, kan dit op eenvoudig verzoek bekomen bij het gemeentebestuur. Blanco aangifteformulieren zijn eveneens beschikbaar via de website van de gemeente (Gemeente Wommelgem/ Diensten/ Financiële dienst/ Aangifte indienen/ Aangifteformulier rendez-voushuis).

 

Indien de exploitatie start in de loop van het aanslagjaar dient de aangifte te gebeuren binnen de 14 dagen na de opening.

 

De belastingplichtige die zijn exploitatie van een rendez-voushuis stopzet of overdraagt, dient dit te melden aan de administratie uiterlijk binnen een maand na het stopzetten of overdragen van de activiteiten. In desbetreffend geval moet hij tevens de gegevens van de overnemer (ondernemingsnummer, benaming en adresgegevens) meedelen aan de gemeente.

 

Artikel 7

Bij gebrek aan aangifte binnen de in artikel 6 gestelde termijn, of in geval van onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte vanwege de belastingplichtige, kan de belasting ambtshalve worden ingekohierd conform de procedure voorzien in artikel 7 van het decreet van 30 mei 2008.

 

De ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met 100% van de ontdoken belasting. De belastingverhoging wordt gelijktijdig en samen met de ambtshalve belasting ingekohierd.

 

Artikel 8

De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan tegen deze belasting bezwaar indienen bij het college van burgemeester en schepenen dat handelt als administratieve overheid.

 

Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend, binnen een termijn van 3 maanden te rekenen vanaf

de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag.

 

Het bezwaarschrift kan ook via duurzame drager (e-mail) worden ingediend via belastingen@wommelgem.be.

 

Artikel 9

De bevoegde gemeentebeambten zijn gemachtigd om elk bedrog of elke overtreding in verband met deze verordening vast te stellen. De belastingplichtigen zijn ertoe gehouden deze vaststellingen te laten uitvoeren en eventueel te vergemakkelijken.

 

Publicatiedatum: 04/02/2020
Overzicht punten

Notulen GR van 19 12 2019

 

Belastingreglement op de afgifte van administratieve stukken en identiteitskaarten - Goedkeuring

 

Motivering

Feiten en context

De financiële toestand van de gemeente.

 

Juridische gronden

Artikel 170, § 4, Grondwet,

Artikel 40, § 3 van het Decreet over het Lokaal Bestuur

Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de

geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen

Het Ministerieel besluit van 15 maart 2013 tot vaststelling van het tarief van de vergoedingen

ten laste van de gemeenten voor de uitreiking van de elektronische identiteitskaarten, de elektronische identiteitsdocumenten voor Belgische kinderen onder de twaalf jaar en de kaarten en verblijfsdocumenten, afgeleverd aan vreemde onderdanen, waarvan de bijlage is gewijzigd bij ministerieel besluit van 27 maart 2013 (BS 21 maart en 29 maart 2013)

Het KB van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs, met talrijke wijzigingen

 

Argumentatie

Een belasting is budgettair noodzakelijk met als doel de uitgaven van de gemeente in het algemeen te dekken, zowel de verplichte als de facultatieve.

 

Het gemeentebestuur dient aan de federale overheid een vergoeding te betalen voor de aanmaak en levering van de uit te reiken identiteitsdocumenten, rijbewijzen en reispassen, en het bestuur zelf maakt ook kosten naar aanleiding van de behandeling van de aanvragen en de uitreiking van deze documenten en van andere documenten zoals trouwboekjes en afschriften

 

Het is aangewezen om van de aanvrager van de dienstverlening een billijke bijdrage

te vragen in de kostprijs van deze administratieve documenten.

 

Financiële weerslag

De belastingen zijn opgenomen in het meerjarenplan om aan de voorwaarden tot het bereiken van het financieel

evenwicht te voldoen zoals bepaald in het Besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen.

 

Exploitatiebudget

omschrijving

raming jaarbedrag

Administratieve stukken:

 

Identiteitskaarten

€ 28.000,00

Rijbewijzen

€ 25.000,00

Reispassen

€ 71.750,00

Trouwboekjes

€ 1.125,00

 

€ 125.875,00

Deze ontvangsten zullen ingeboekt worden op:

budget:2020-2025

algemene rekening:73180000 - Andere belastingen op de afgifte van administratieve                                                         stukken

beleidsitem:002000 - Fiscale aangelegenheden

actie:1/3/1/1 - Afleveren van identiteitskaarten

1/3/1/2 - Afleveren van rijbewijzen

1/3/1/3 - Afleveren van reispassen

1/3/1/8 - Afleveren van trouwboekjes

 

Besluit

Belasting: Administratieve stukken en ID
20 stemmen voor: Frank Gys, Ann Theys, Ludo Neyens, Alex Helsen, Lise Poelemans, Marc Dierckx, Jan Herthogs, Lode Stevens, Dirk Somers, Annemie Dierckx, Jef Vervaele-Breugelmans, Ann Gillis, Siggy Leenaards, Vera Govaerts, Eric Willems, Mariyam Safi, Peter Wouters, Yve Staes, Hilde Berckmans en Kelly Joris.
Artikel 1

Er wordt voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 een gemeentebelasting gevestigd op de

afgifte door het gemeentebestuur van administratieve documenten.

 

Artikel 2

De belasting is verschuldigd door de persoon aan wie het document door het gemeentebestuur op aanvraag of ambtshalve wordt uitgereikt.

 

Artikel 3

Het bedrag van de belasting wordt als volgt bepaald:

 

A)Elektronische identiteitskaarten:

- Afgifte volgens de gewone procedure : enkel de kostprijs van het document zoals     vastgesteld door de FOD Binnenlandse Zaken wordt teruggevorderd;

- Afgifte volgens één van de spoedprocedures met transport door Group 4 : enkel de kostprijs van het document alsmede de aangerekende kosten volgens de gekozen spoedprocedure zoals vastgesteld door de FOD Binnenlandse Zaken en/of Group 4, worden teruggevorderd.

 

B)Reispassen:

Op de afgifte van reispassen bedraagt de belasting € 29,00 voor een reispas, verhoogd met de kostprijs van een reispas aangerekend door de FOD Buitenlandse Zaken.

 

C)Rijbewijzen:

Op de afgifte van een rijbewijs bedraagt de belasting € 5,00, verhoogd met de kostprijs voor een rijbewijs aangerekend door de FOD Mobiliteit.

 

D)Trouwboekjes:

Op de afgifte van een trouwboekje bedraagt de belasting € 25,00.

E)Elektronische vreemdelingenkaart:

- Afgifte volgens de gewone procedure : enkel de kostprijs van het document zoals vastgesteld door de FOD Binnenlandse Zaken wordt teruggevorderd.

- Afgifte volgens één van de spoedprocedures met transport door Group 4 : enkel de kostprijs van het document alsmede de aangerekende kosten volgens de gekozen spoedprocedure zoals vastgesteld door de FOD Binnenlandse Zaken en/of Group 4, worden teruggevorderd.

 

Artikel 4

Zijn van de belasting vrijgesteld:

 

De documenten die krachtens een wet, een decreet, een koninklijk besluit of een andere

overheidsbeslissing kosteloos door het gemeentebestuur moeten worden afgegeven.

 

Artikel 5

De belasting moet bij de aanvraag van het document contant worden betaald, tegen afgifte van een betalingsbewijs.

 

Als de contante inning niet kan worden uitgevoerd, wordt de belasting een kohierbelasting.

 

Artikel 6

De belastingschuldige kan tegen deze belasting een bezwaar indienen bij het college van burgemeester en schepenen dat handelt als administratieve overheid.

 

Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend, binnen een termijn van drie maanden te rekenen

vanaf de datum van de contante inning van de belasting of, wanneer de belasting een kohierbelasting wordt, binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet.

 

Het bezwaarschrift kan ook via een duurzame drager (e-mail) worden ingediend via belastingen@wommelgem.be.

 

Artikel 7

Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008, zijn de bepalingen van titel VII, hoofdstukken 1, 3, 4, 6 tot en met 9bis, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en artikel 126 tot en met 175 van het uitvoeringsbesluit van dat wetboek van toepassing, voor zover ze niet specifiek de belastingen op de inkomsten betreffen.

 

Publicatiedatum: 04/02/2020
Overzicht punten

Notulen GR van 19 12 2019

 

Verhaalbelasting op de verwerving van de zate van de openbare weg - Goedkeuring

 

Motivering

Feiten en context

De financiële toestand van de gemeente.

 

Juridische gronden

Artikel 170, § 4, Grondwet

Artikel 40, § 3 van het Decreet over het Lokaal Bestuur

Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de

geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen

 

Argumentatie

Een belasting is budgettair noodzakelijk met als doel de uitgaven van de gemeente in het algemeen te dekken, zowel de verplichte als de facultatieve.

 

Financiële weerslag

De belastingen zijn opgenomen in het meerjarenplan om aan de voorwaarden tot het bereiken van het financieel evenwicht te voldoen zoals bepaald in het Besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen.

 

Exploitatiebudget

omschrijving

raming jaarbedrag

Verhaalbelasting (Zate)

€ 9.000,00

Deze ontvangst zal ingeboekt worden op:

budget:2020-2025

algemene rekening:73200000 - Belasting op de verwerving zate

beleidsitem:002000 - Fiscale aangelegenheden

actie:5/1/1/1 - Innen/betalen van belastingen en retributies

 

Besluit

Verhaalbelasting: zate
20 stemmen voor: Frank Gys, Ann Theys, Ludo Neyens, Alex Helsen, Lise Poelemans, Marc Dierckx, Jan Herthogs, Lode Stevens, Dirk Somers, Annemie Dierckx, Jef Vervaele-Breugelmans, Ann Gillis, Siggy Leenaards, Vera Govaerts, Eric Willems, Mariyam Safi, Peter Wouters, Yve Staes, Hilde Berckmans en Kelly Joris.
Artikel 1

Voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 wordt de toepassing van de vroegere belastingverordening op de verwerving van de zate van de openbare wegen behouden.

 

Het vroegere belastingreglement op de verhaalbelastingen blijft van toepassing op de toestanden die tijdens hun heffingstermijn ontstonden.

 

Artikel 2

Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008, zijn de bepalingen van titel VII, hoofdstukken 1, 3, 4, 6 tot en met 9bis van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en artikel 126 tot en met 175 van het uitvoeringsbesluit van dat wetboek van toepassing, voor zover ze niet specifiek de belastingen op de inkomsten betreffen.

 

Publicatiedatum: 04/02/2020
Overzicht punten

Notulen GR van 19 12 2019

 

Gemeentefinanciën: Vaststelling verkoopprijzen diverse manifestaties - Goedkeuring

 

Motivering

Feiten en context

Schepencollegebeslissing van 13 april 2015 waarin verschillende verkoopprijzen voor diverse manifestaties worden voorgesteld.

 

Juridische gronden

Het decreet lokaal bestuur.

 

Financiële weerslag

De ontvangsten zullen in voorkomend geval op een 7-rekening van de betreffende actie ingeboekt worden.

 

Besluit

Vaststelling verkoopprijzen
20 stemmen voor: Frank Gys, Ann Theys, Ludo Neyens, Alex Helsen, Lise Poelemans, Marc Dierckx, Jan Herthogs, Lode Stevens, Dirk Somers, Annemie Dierckx, Jef Vervaele-Breugelmans, Ann Gillis, Siggy Leenaards, Vera Govaerts, Eric Willems, Mariyam Safi, Peter Wouters, Yve Staes, Hilde Berckmans en Kelly Joris.
Niet limitatieve lijst

 

Enig artikel

De verkoopprijzen voor volgende manifestaties worden vastgesteld als volgt:

 

JEUGD en SPORT:

 

Twaalfbeurtenkaart zwembad Wijnegem (-18j, + 60j., mindervaliden)

€ 24,00

Twaalfbeurtenkaart zwembad Wijnegem (18j-60j.)

€ 31,00

Lessenreeks per sportseizoen (incl.1 gratis proefles)

€ 30,00 / seizoen sept.-juni

Schaatsinitiatie

€ 4,00/ per initiatiemoment

Wandelgids

€ 4,00 / stuk

Beweeg mee-dag

€ 10,00 / dag

 

 

BIBLIOTHEEK

 

Koffie/Thee

€  1,00

 

 

SENIOREN:

 

Cursus

€ 3,00/ lesuur

Daguitstap

€ 40,00/ uitstap

 

 

CULTUUR en FEESTELIJKHEDEN

 

Seniorenfeest

€ 13,00 /inkom

Kerstconcert

€ 8,00 /inkom

 

 

DRANKEN en VERSNAPERINGEN

 

Water

€ 1,00

Frisdrank, warme drank en bier

€ 2,00

Wijn en sterk bier

€ 3,00

Versnaperingen

€ 1,00

 

 

 

Publicatiedatum: 04/02/2020
Overzicht punten

Notulen GR van 19 12 2019

 

Retributie voor de huis-aan-huisinzameling en verwerking van huishoudelijke en daarmee vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen - Goedkeuring

 

Motivering

Feiten en context

De financiële toestand van de gemeente.

 

Juridische gronden

Het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017, artikel 40, §3 en 41, 14° en artikel 177

 

Het Decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen (Materialendecreet), inzonderheid artikel 26

 

Artikel 26, tweede lid van het Materialendecreet dat bepaalt dat de gemeenten de kosten

van het beheer van huishoudelijk afval op de afvalproducenten dienen te verhalen

 

Financiële weerslag

De retributies zijn opgenomen in het meerjarenplan om aan de voorwaarden tot het bereiken van het financieel evenwicht te voldoen zoals bepaald in het Besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen.

 

Exploitatiebudget

omschrijving

raming jaarbedrag

Huishoudelijk afval:

 

Ledigen huisvuilcontainers rest- en GFT+afval

€ 430.000,00

PMD-zakken

€ 5.000,00

 

€ 435.000,00

Deze ontvangsten zullen ingeboekt worden op:

budget:2020-2025

algemene rekening:70210000 - Rechtstreekse prestaties

70010100 - Verkopen van goederen betreffende de functie

beleidsitem:030000 - Ophalen van huisvuil

actie:2/6/1/4 - Organiseren van de gemeentelijke ophaling van restafval

2/6/1/13 - Organiseren van de gemeentelijke ophaling van PMD

 

Besluit

Retributie: Huis-aan-huisinzameling
20 stemmen voor: Frank Gys, Ann Theys, Ludo Neyens, Alex Helsen, Lise Poelemans, Marc Dierckx, Jan Herthogs, Lode Stevens, Dirk Somers, Annemie Dierckx, Jef Vervaele-Breugelmans, Ann Gillis, Siggy Leenaards, Vera Govaerts, Eric Willems, Mariyam Safi, Peter Wouters, Yve Staes, Hilde Berckmans en Kelly Joris.
Artikel 1

Er wordt voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 een retributie geheven voor het inzamelen en verwerken van huishoudelijke en daarmee vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen.

 

Artikel 2

Het gebruik van de grijze restafvalcontainers en groene GFT+afvalcontainers is verplicht voor iedereen die van de gemeentelijke huis-aan-huisinzamelingen gebruik wenst te maken en dit overeenkomstig de bepalingen in het uniform politiereglement op de gemeentelijke administratieve sancties.

 

Artikel 3

Modaliteiten

1. De retributie is verschuldigd als men één of meer afvalcontainer(s) voor lediging aanbiedt aan de door de gemeente georganiseerde ophaling.

 

2. Bij uitzonderlijke klimatologische omstandigheden, indien deze aangetoond worden door de metingen van het Koninklijk Meteorologisch Instituut, Dienst Klimatologie, kan het schepencollege vrijstelling van betaling verlenen voor een bepaalde ophaaldag.

 

3. De retributie zal gefactureerd worden volgens de modaliteiten bepaald door het schepencollege.

 

Artikel 4

De retributie is afhankelijk van de fractie en de inhoud van de container en bedraagt voor:

 

A. De inzameling en verwijdering van het restafval:

 

Containerinhoud

Type

Retributie

  40 liter

R1

€ 1,30 per lediging

140 liter

R5

€ 4,55 per lediging

240 liter

R6

€ 7,80 per lediging

 

B. De inzameling van het GFT+afval:

 

Containerinhoud

Type

Retributie

  40 liter

G1

€ 1,00 per lediging

120 liter

G4

€ 3,00 per lediging

240 liter

G6

€ 6,00 per lediging

 

C. De inzameling van het groot huisvuil:

De retributie voor de inzameling (op afroep) van het groot huisvuil bedraagt € 0,20 per kg.

 

D. De inzameling van het papier & karton:

De huis-aan-huisinzameling van het oud papier & karton is gratis.

 

E. De inzameling van PMD:

De retributie voor een rol van 20 PMD-zakken (inhoud 60 liter) bedraagt € 2,50 per rol.

 

Publicatiedatum: 04/02/2020
Overzicht punten

Notulen GR van 19 12 2019

 

Retributie voor de inzameling restafval Fort II en in uitzonderlijke omstandigheden - Goedkeuring

 

Motivering

Feiten en context

De financiële toestand van de gemeente.

 

Juridische gronden

Het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017, artikel 40§3 en 41, 14° en

artikel 177

 

Argumentatie

Er wordt een afwijking van het retributiereglement voor de inzameling van restafval op Fort II en in uitzonderlijke omstandigheden toegestaan aan de VZW Vriendenkring gemeentelijk domein Fort II Wommelgem.  Zij staan immers in voor het beheer en onderhoud van het omheinde buitenfort. Hierbij ledigen zij ook wekelijks de openbare vuilbakken op het buitenfort. De VZW wordt vrijgesteld van retributie voor het afval dat zij verzamelen uit de openbare vuilbakken op het buitenfort.

 

Financiële weerslag

De retributies zijn opgenomen in het meerjarenplan om aan de voorwaarden tot het bereiken van het financieel evenwicht te voldoen zoals bepaald in het Besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen.

 

Exploitatiebudget

omschrijving

raming jaarbedrag

Uitzonderlijke inzamelingen restafval

€ 250,00

Deze ontvangst zal ingeboekt worden op:

budget:2020-2025

algemene rekening:70010100 - Verkopen van goederen betreffende de functie

beleidsitem:030000 - Ophalen van huisvuil

actie:2/6/1/4 - Organiseren van de gemeentelijke ophaling van restafval

 

Besluit

Retributie: Restafval Fort 2
20 stemmen voor: Frank Gys, Ann Theys, Ludo Neyens, Alex Helsen, Lise Poelemans, Marc Dierckx, Jan Herthogs, Lode Stevens, Dirk Somers, Annemie Dierckx, Jef Vervaele-Breugelmans, Ann Gillis, Siggy Leenaards, Vera Govaerts, Eric Willems, Mariyam Safi, Peter Wouters, Yve Staes, Hilde Berckmans en Kelly Joris.
Er wordt voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 een retributie geheven op de inzameling van restafval op het gemeentelijk recreatiedomein Fort II en op de inzameling van restafval in uitzonderlijke omstandigheden (vb. events, festivals,…).

 

Hoofdstuk I – Inzameling van restafval op het gemeentelijke recreatiedomein Fort II

 

Artikel 1

Het gebruik van grijze restafvalcontainers, groene GFT+afvalcontainers of van de ondergrondse restafvalcontainer met chipkaart is verplicht voor elke op het gemeentelijk recreatiedomein Fort II gehuisveste vereniging.

 

Artikel 2

Indien gebruik gemaakt wordt van de ondergrondse restafvalcontainer met chipkaart dan is de retributie verschuldigd per manipulatie (openen en sluiten) van de vuilschuif (inhoud 60l) en wordt deze vastgesteld op € 1,95 per manipulatie.

 

Artikel 3

Er wordt vrijstelling van retributie verleend aan de VZW “Vriendenkring gemeentelijk domein Fort II Wommelgem” voor het gebruik van de ondergrondse container voor haar restafval.

 

Artikel 4

De retributie zal gefactureerd worden volgens de modaliteiten bepaald door het schepencollege.

 

Hoofdstuk II – Inzameling van restafval in uitzonderlijke omstandigheden

 

Artikel 1

Het gebruik van specifieke gemeentelijke zelfklevers is verplicht voor het inzamelen en verwijderen van restafval in uitzonderlijke omstandigheden (vb. events, festivals,…).

 

Artikel 2

De retributie is verschuldigd per standaard huisvuilzak (inhoud 60 liter) bij ophaling door de gemeentelijke diensten.

 

Artikel 3

De kostprijs van deze specifieke gemeentelijke zelfklever wordt vastgesteld op € 1,95 per zelfklever.

 

Publicatiedatum: 04/02/2020
Overzicht punten

Notulen GR van 19 12 2019

 

Retributie voor het plaatsrecht op de openbare markt - Goedkeuring

 

Motivering

Feiten en context

De financiële toestand van de gemeente.

 

Juridische gronden

Het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017, artikel 40§3 en  41, 14° en artikel 177

 

De Omzendbrief BB 2011/01 van 10 juni 2011 betreffende de coördinatie van de onderrichtingen over de gemeentefiscaliteit

 

Het Koninklijk Besluit van 24 september 2006 betreffende de uitoefening en de organisatie van ambulante activiteiten

 

Het Decreet van 24 februari 2017 en Besluit van de Vlaamse regering van 21 april 2017 betreffende de uitoefening en organisatie van ambulante handel

 

Argumentatie

Het in gebruik nemen van het openbaar domein brengt voor de gemeente bijkomende

kosten met zich mee op het vlak van veiligheid, onderhoud van het openbaar domein,

afvalbeheersing, openbare netheid, verkeersveiligheid en infrastructuur.

 

De gemeente rekent de marktkramers een retributie aan als bijdrage in de kosten voor de aangeboden standplaats.

 

Het is billijk een vermindering toe te kennen op deze retributie aan de marktkramers die geregeld de wekelijkse markt bezoeken en over een vaste en onveranderlijke standplaats beschikken, op voorwaarde dat zij een abonnement nemen voor het hele dienstjaar.

 

Financiële weerslag

De retributies zijn opgenomen in het meerjarenplan om aan de voorwaarden tot het bereiken van het financieel evenwicht te voldoen zoals bepaald in het Besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen.

 

Exploitatiebudget

omschrijving

raming jaarbedrag

Wekelijkse markt

€ 15.000,00

Deze ontvangst zal ingeboekt worden op:

budget:2020-2025

algemene rekening:70111000 - Verhuringen van onroerende goederen aan                                                         ondernemingen en gezinnen

beleidsitem:050000 - Handel en middenstand

actie:2/3/1/6 - Organiseren van de wekelijke markt

 

Besluit

Retributie: Openbare markt
17 stemmen voor: Frank Gys, Ann Theys, Ludo Neyens, Alex Helsen, Lise Poelemans, Jan Herthogs, Lode Stevens, Dirk Somers, Annemie Dierckx, Ann Gillis, Siggy Leenaards, Vera Govaerts, Eric Willems, Mariyam Safi, Peter Wouters, Hilde Berckmans en Kelly Joris.
3 stemmen tegen: Marc Dierckx, Jef Vervaele-Breugelmans en Yve Staes.
Artikel 1

Er wordt voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 een retributie geheven op het innemen van een standplaats op de wekelijkse markt.

 

Deze wordt vastgesteld als volgt:

 

a) Het tarief bedraagt € 1,00 per strekkende meter en per marktdag voor de vaste standplaatsen (abonnementen per kwartaal) op de wekelijkse markt.

 

b) Het tarief bedraagt € 1,50 per strekkende meter en per marktdag voor de losse standplaatsen op de wekelijkse markt.

 

Artikel 2

De opmeting van de ingenomen oppervlakte geschiedt door het gemeentebestuur. Het plaatsrecht is eisbaar van zodra de plaats op het openbaar domein ingenomen wordt.

 

Elke breuk van een meter wordt voor een gehele meter gerekend.

 

Artikel 3

De abonnementen worden geïnd door middel van een factuur.

Afwezigheid van één of van meerdere opeenvolgende beurten, geeft in geen geval aanleiding tot terugbetaling.

 

De retributieplichtige die (nog) geen abonnement heeft of die over geen vaste en onveranderlijke standplaats beschikt, dient de retributie contant te betalen tegen afgifte van een ontvangstbewijs aan één van de door de gemeente daartoe aangestelde personen.

 

Artikel 4

Er geldt vrijstelling van retributie voor humanitaire doelen die occasioneel een standplaats hebben op de markt.

 

Artikel 5

Bij gebrek aan betaling in der minne, zal de retributie burgerrechtelijk ingevorderd worden voor wat betreft het betwiste gedeelte. De invordering van het niet-betwist gedeelte zal door middel van een dwangbevel, voorzien in artikel 177 van het Decreet over het Lokaal Bestuur, geschieden.

 

Artikel 6

In deze retributie is het verbruik van elektriciteit niet inbegrepen.

 

Publicatiedatum: 04/02/2020
Overzicht punten

Notulen GR van 19 12 2019

 

Retributie uit hoofde van de elektriciteitsaansluitingen - Goedkeuring

 

Motivering

Feiten en context

De gemeente stelt vaste gemeentelijke aansluitingskasten voor elektriciteitsleveringen in laagspanning ter beschikking op een aantal openbare plaatsen. De gemeente biedt de nodige aansluitingscapaciteit ter beschikking van marktkramers, kermisexploitanten en derden met toelating, met inachtneming van een maximumcapaciteit.

 

De financiële toestand van de gemeente.

 

Juridische gronden

Het Decreet over het Lokaal Bestuur, artikel 40 §3 en 41, 14° en artikel 177

 

Argumentatie

De terbeschikkingstelling van elektriciteitskasten door de gemeente aan derden brengt extra kosten met zich mee. De gemeente rekent de afnemers van elektriciteit een retributie aan als bijdrage in de kosten voor de aangeboden elektriciteitsvoorziening.

 

Financiële weerslag

De retributies zijn opgenomen in het meerjarenplan om aan de voorwaarden tot het bereiken van het financieel evenwicht te voldoen zoals bepaald in het Besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen.

 

Exploitatiebudget

omschrijving

raming jaarbedrag

Elektriciteitsaansluitingen

 

Kermissen

€ 250,00

Wekelijkse markt

€ 7.500,00

 

€ 7.750,00

Deze ontvangsten zullen ingeboekt worden op:

budget:2020-2025

algemene rekening:70390000 - Andere tussenkomsten en terugvorderingen             

beleidsitem:050000 - Handel en middenstand

actie:2/3/1/6 - Organiseren van de wekelijke markt

4/6/1/13 - Organiseren van kermissen

 

Besluit

Retributie: Elektriciteitsaansluitingen
20 stemmen voor: Frank Gys, Ann Theys, Ludo Neyens, Alex Helsen, Lise Poelemans, Marc Dierckx, Jan Herthogs, Lode Stevens, Dirk Somers, Annemie Dierckx, Jef Vervaele-Breugelmans, Ann Gillis, Siggy Leenaards, Vera Govaerts, Eric Willems, Mariyam Safi, Peter Wouters, Yve Staes, Hilde Berckmans en Kelly Joris.
Artikel 1

Er wordt voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 een retributie geheven voor het aansluiten op de elektriciteitskasten.

 

Deze wordt vastgesteld als volgt :

 

          voor de marktkramers:

Per aansluiting tot 32A: € 5,00 per halve dag;

Per aansluiting van 64A: € 10,00 per halve dag.

          voor de kermiskramen:

Per aansluiting tot 32A: € 10,00 per kalenderdag;

Per aansluiting van 64A: € 20,00 per kalenderdag.

 

          voor alle andere gelegenheden zal de meterstand opgenomen worden voor en na het gebruik en aangerekend worden tegen het dan geldende elektriciteitstarief.

 

Artikel 2

Het plaatsrecht is eisbaar van zodra de plaats op het openbaar domein ingenomen wordt.

 

De retributie is verschuldigd, ook wanneer de marktkramer met abonnement afwezig is of de kermisinrichting gesloten blijft wegens ongunstige weersomstandigheden, bij gebrek aan klanten, of omwille van elke andere reden.

 

Artikel 3

De betaling van de retributie geschiedt:

 

          voor marktkramers met een jaarabonnement: vooraf, door middel van een factuur, samen met het abonnementsgeld voor de standplaats.

 

          voor de marktkramer die (nog) geen abonnement heeft of die over geen vaste en

onveranderlijke standplaats beschikt, dient de retributie contant te worden betaald tegen afgifte van een ontvangstbewijs aan één van de door de gemeente daartoe aangestelde personen.

 

          voor de kermisexploitant vooraf, door middel van een factuur, samen met de retributie voor de standplaats.

 

Afwezigheid van één of van meerdere opeenvolgende beurten zonder reden, geeft in geen

geval aanleiding tot terugbetaling.

 

Artikel 4

Bij gebrek aan betaling in der minne, zal de retributie burgerrechtelijk ingevorderd worden

voor wat betreft het betwiste gedeelte. De invordering van het niet-betwist gedeelte zal door

middel van een dwangbevel, voorzien in artikel 177 van het Decreet over het Lokaal Bestuur,

geschieden.

 

Publicatiedatum: 04/02/2020
Overzicht punten

Notulen GR van 19 12 2019

 

Retributiereglement op de begraafplaatsen - Goedkeuring

 

Motivering

Feiten en context

De financiële toestand van de gemeente.

 

Juridische gronden

Artikel 173 van de Grondwet

Artikel 40, §3 van het Decreet over het Lokaal Bestuur

Het decreet van 16 januari 2004 betreffende de begraafplaatsen en de lijkbezorging;

 

Argumentatie

De inwoners van de gemeente dragen bij tot de algemene infrastructuur van de gemeente door het betalen van personenbelasting. Derhalve wordt het billijk geacht dat niet-inwoners meer betalen voor het bekomen van een concessie.

 

Financiële weerslag

De retributies zijn opgenomen in het meerjarenplan om aan de voorwaarden tot het bereiken van het financieel evenwicht te voldoen zoals bepaald in het Besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen.

 

Exploitatiebudget

omschrijving

raming jaarbedrag

Concessies op de begraafplaatsen

€ 17.500,00

Nisafsluitplaatjes en naamplaatjes

€ 1.500,00

 

€ 19.000,00

Deze ontvangsten zullen ingeboekt worden op:

budget:2020-2025

algemene rekening:70111000 - Verhuringen van onroerende goederen aan                                                         ondernemingen en gezinnen                                         

70010100 - Verkopen van goederen betreffende de functie             

beleidsitem:099000 - Begraafplaatsen

actie:5/1/1/1 - Innen/betalen van belastingen en retributies             

2/8/1/3 - Aankopen van gedenkplaatjes voor de strooiweide en                                                         columbariumplaten voor op de begraafplaatsen                                         

 

Besluit

Retributie: Begraafplaatsen
20 stemmen voor: Frank Gys, Ann Theys, Ludo Neyens, Alex Helsen, Lise Poelemans, Marc Dierckx, Jan Herthogs, Lode Stevens, Dirk Somers, Annemie Dierckx, Jef Vervaele-Breugelmans, Ann Gillis, Siggy Leenaards, Vera Govaerts, Eric Willems, Mariyam Safi, Peter Wouters, Yve Staes, Hilde Berckmans en Kelly Joris.
Artikel 1

Er wordt voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 een retributie geheven op het verlenen van concessies op de gemeentelijke begraafplaatsen.

 

Artikel 2

De retributie is verschuldigd door de aanvrager van de concessie.

 

Artikel 3

De retributie wordt vastgesteld als volgt :

 

1. CONCESSIES

 

A. Niet-gecremeerde lichamen

 

Bij het verlenen van grafconcessies en percelen voor grafkelders of het hernieuwen ervan voor een termijn van 30 jaar, gelden voor de begraafplaatsen Wommelgem-centrum en Wommelgem-kandonklaar de volgende tarieven:

 

(een oppervlakte van 2,50m² en max. 2 personen)

 

Perceel voor grafconcessie voor inwoners van de gemeente:        € 750,00

Perceel voor grafconcessie voor niet-inwoners van de gemeente: € 1.500,00

Perceel met grafkelder voor inwoners van de gemeente:               € 1.750,00

Perceel met grafkelder voor niet-inwoners van de gemeente:        € 2.500,00

 

Een uitbreiding van een bestaande eeuwigdurende grafconcessie of bestaande grafconcessie toegestaan voor 50 jaar zal, wanneer hierom verzocht wordt en indien mogelijk, toegestaan worden mits betaling van onderstaande bedragen per bijkomende persoon :

Voor inwoners van de gemeente: € 750,00

Voor niet-inwoners:                       € 1.500,00

 

B. Gecremeerde lichamen

 

1. Urnenveld

 

Bij het verlenen van urnenveldconcessies of het hernieuwen ervan voor een termijn van 30 jaar, gelden volgende tarieven:

 

(een oppervlakte  van 0,75 m x 0,70 m en max. 2 urnen)

 

Voor inwoners van de gemeente: € 300,00 per perceel

Voor niet-inwoners :                      € 600,00 per perceel

 

2. Columbarium

 

Bij het verlenen van columbariumconcessies of het hernieuwen ervan voor een termijn van 30 jaar, gelden volgende tarieven:

 

Voor inwoners van de gemeente:€ 300,00 per nis

Voor niet-inwoners:€ 600,00 per nis

 

Het tarief van de uniforme nisafsluitplaat bedraagt : € 85,00.

 

2. STROOIWEIDE

Het tarief voor een naamplaatje op de herdenkingszuil op de strooiweide van de begraafplaatsen centrum en kandonklaar bedraagt € 15,00 per stuk. Het naamplaatje is vervaardigd in aluminium met ingegraveerde en gelakte letters.

 

3. EREPARK

 

Het tarief voor het kruis in wit beton met naamplaatje voorzien voor het erepark van de begraafplaats kandonklaar bedraagt € 50,00.

 

Artikel 4

De invordering van de retributie gebeurt door middel van een factuur bij de aanvraag.

 

Artikel 5

Bij gebrek aan betaling in der minne, zal de retributie burgerrechtelijk ingevorderd worden

voor wat betreft het betwiste gedeelte. De invordering van het niet-betwist gedeelte zal door

middel van een dwangbevel, voorzien in artikel 177 van het Decreet over het Lokaal Bestuur,

geschieden.

 

Publicatiedatum: 04/02/2020
Overzicht punten

Notulen GR van 19 12 2019

 

Retributie voor werken uitgevoerd voor rekening van derden - Goedkeuring

 

Motivering

Feiten en context

De financiële toestand van de gemeente.

 

Juridische gronden

Het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017, artikel 40, §3 en 41, 14° en

artikel 177

 

Financiële weerslag

De retributies zijn opgenomen in het meerjarenplan om aan de voorwaarden tot het bereiken van het financieel evenwicht te voldoen zoals bepaald in het Besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen.

 

Exploitatiebudget

omschrijving

raming jaarbedrag

Werken voor derden:

€ 2.000,00

Met eigen personeel/materieel + materiaal

€ 65.000,00

Werken door aannemers

 

Toezichts- en administratiekosten (toeslag 10%)

€ 6.500,00

 

€ 73.500,00

Deze ontvangsten zullen ingeboekt worden op:

budget:2020-2025

algemene rekening:70210000 - Rechtstreekse prestaties

70321000 - Terugvordering van werken uitgevoerd voor rekening van                                                                derden                                         

70390000 - Andere tussenkomsten en terugvorderingen             

beleidsitem:020000 - Wegen

031000 - Beheer van regen- en afvalwater

actie:2/1/1/3 - Verplaatsen en vervangen van, door derden veroorzaakte,                                                            beschadigingen aan onroerende goederen                                         

2/1/1/4 - Aanleggen van opritten voor derden

2/6/2/5 - Beheren van het rioleringsstelsel (rioolaansluitingen)

 

Besluit

Retributie: Werken voor derden
20 stemmen voor: Frank Gys, Ann Theys, Ludo Neyens, Alex Helsen, Lise Poelemans, Marc Dierckx, Jan Herthogs, Lode Stevens, Dirk Somers, Annemie Dierckx, Jef Vervaele-Breugelmans, Ann Gillis, Siggy Leenaards, Vera Govaerts, Eric Willems, Mariyam Safi, Peter Wouters, Yve Staes, Hilde Berckmans en Kelly Joris.
Artikel 1

Er wordt voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 een retributie geheven op het uitvoeren van werken door de gemeente voor derden.

 

Artikel 2

Op de prijzen, aangerekend door de aannemer(s) die door de gemeente zal/zullen belast worden met het uitvoeren van o.m. rioolaansluitingen en het herstellen van wegen voor rekening van derden, zal een forfaitaire toeslag van 10% ten voordele van de gemeente aangerekend worden, voor het dekken van de toezichts- en administratiekosten.

 

Op de prijzen aangerekend door dienstverlenings- en adviesbureau's, dewelke belast worden door de gemeente met het afleveren van adviezen, wordt een forfaitaire toeslag van 10% ten voordele van de gemeente aangerekend, voor het dekken van de toezichts- en administratiekosten. 

 

Artikel 3

Indien werken uitgevoerd worden door de gemeentewerklieden, zullen volgende retributies aangerekend worden:

 

          uurloon gemeentewerkman (zonder onderscheid van graad) € 40,00;

          gebruik bestelwagen, vrachtwagen (bestuurder inbegrepen) € 82,00/uu;r

          gebruik tractor met hydraulische kraan (bestuurder inbegrepen) € 137,00/uur;

          minimum bedrag per prestatie waarvoor werkliedenpersoneel wordt ingezet € 80,00.

 

Voor dringende oproepen buiten de normale werkuren, zullen de bovenstaande tarieven worden verdubbeld.

 

Bij levering van materialen zullen de aankoopprijzen aangerekend worden, verhoogd met een forfaitaire toeslag van 10 % voor toezichts- en administratiekosten.

 

Artikel 4

De retributie voor het plaatsen van bewegwijzering wordt vastgesteld op € 305,00 per wegwijzer, plaatsing inbegrepen, zoals voorgeschreven in de algemene reglementering betreffende de bewegwijzering op de gemeentelijke wegen van door het publiek bezochte etablissementen, plaatsen en instellingen van algemeen belang of van toeristische aard.

 

Artikel 5

De retributie is niet verschuldigd wanneer het beoogde werk aanleiding geeft tot de invordering van een belasting of van een andere speciale retributie ten voordele van de gemeente.

 

Hetzelfde geldt indien de prijs voor het werk werd vastgesteld bij overeenkomst tussen de gemeente en de belanghebbende.

 

Artikel 6

De retributie is verschuldigd door de persoon die de uitvoering van de werken heeft aangevraagd of die verantwoordelijk wordt gesteld voor schade aan het openbaar domein.

 

In geen geval ontstaat door de betaling van de retributie enig recht tot private toe-eigening van de goederen behorende tot het gemeentelijk patrimonium, behalve het tijdelijke en opzegbaar gebruiksrecht.

 

Artikel 7

Het gemeentebestuur heeft het recht een uit te voeren werk te weigeren of de uitvoering ervan uit te stellen.

Artikel 8

De retributie wordt geïnd door middel van een factuur, opgemaakt door de gemeente.

Voor werken waarvan de uitvoering wordt aangevraagd door de belanghebbende derde, dient het geraamde bedrag vooraf als waarborg aan de gemeente te worden gestort.

De afrekening geschiedt na uitvoering van de werken.

 

Artikel 9

Bij gebrek aan betaling in der minne, zal de retributie burgerrechtelijk ingevorderd worden

voor wat betreft het betwiste gedeelte. De invordering van het niet-betwiste gedeelte zal door

middel van een dwangbevel, voorzien in artikel 177 van het Decreet over het Lokaal Bestuur,

geschieden.

 

Publicatiedatum: 04/02/2020
Overzicht punten

Notulen GR van 19 12 2019

 

Retributiereglement op werken aan nutsvoorzieningen uitgevoerd op gemeentelijk openbaar domein - Goedkeuring

 

Motivering

Feiten en context

De financiële toestand van de gemeente.

 

De gemeente en de burgers worden voortdurend geconfronteerd met de plaatsing van en/of onderhoud aan verschillende nutsvoorzieningen op gemeentelijk grondgebied.

 

Deze nutsvoorzieningen vergen werkzaamheden langs de gemeentelijke wegen en hebben aldus een impact op het openbaar domein.

 

De goedkeuring van de gemeente van de Code voor Infrastructuur- en Nutswerken langs gemeentewegen heeft tot doel een snelle en vlotte uitvoering van de werken te bevorderen, teneinde de hinder en de duur van de werken tot een minimum te herleiden.

 

Deze Code werd opgemaakt door een overlegplatform bestaande uit een delegatie van nutsbedrijven en een delegatie van de gemeenten.

 

Het feit dat op het vlak van het onderhoud en de herstellingen ook geregeld dringende werken moesten worden uitgevoerd die verband houden met de continuïteit van de dienstverlening en dat er daarnaast een aantal werken zijn zoals aansluitingswerken, herstellingen en andere kleine onderhoudswerken die omzeggens constant een impact hebben op het openbaar domein.

 

De actualisatie van de code naar aanleiding van meer aandacht voor minder hinder, meer oog voor het totaal concept en het gebruik van nieuwe e-instrumenten GIPOD, KLIP, ....

 

Juridische gronden

Het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017, artikel 40, §3 en 41, 14° en artikel 177

 

Financiële weerslag

De retributies zijn opgenomen in het meerjarenplan om aan de voorwaarden tot het bereiken van het financieel evenwicht te voldoen zoals bepaald in het Besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen.

 

Exploitatiebudget

omschrijving

raming jaarbedrag

Werken aan nutsvoorzieningen

€ 20.460,00

Elektriciteit

€ 8.600,00

Gas

€ 29.060,00

 

Deze ontvangsten zullen ingeboekt worden op:

budget:2020-2025

algemene rekening:70210000 - Rechtstreekse prestaties

beleidsitem:064000 - Elektriciteitsvoorziening

065000 - Gasvoorziening

actie:2/1/1/1 - Onderhouden en herstellen van wegen

 

Besluit

Retributie: Werken aan nutsvoorzieningen
20 stemmen voor: Frank Gys, Ann Theys, Ludo Neyens, Alex Helsen, Lise Poelemans, Marc Dierckx, Jan Herthogs, Lode Stevens, Dirk Somers, Annemie Dierckx, Jef Vervaele-Breugelmans, Ann Gillis, Siggy Leenaards, Vera Govaerts, Eric Willems, Mariyam Safi, Peter Wouters, Yve Staes, Hilde Berckmans en Kelly Joris.
Artikel 1 - Algemeen

Er wordt voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2022 aan de eigenaar van elke nutsvoorziening een retributie aangerekend op de gemeentelijke dienstverlening en het gebruik van het gemeentelijk openbaar domein naar aanleiding van werken aan permanente nutsvoorzieningen op het gemeentelijk openbaar domein, in uitvoering en met toepassing van de Code voor Infrastructuur- en Nutswerken langs gemeentewegen.

 

Permanente nutsvoorzieningen zijn:

          alle installaties (zoals kabels, leidingen, buizen…), inclusief hun aanhorigheden (zoals kabel-, verdeel-, aansluit-, e.a. kasten, palen, masten, toezichts-, verbindings-, e.a. putten...) dienstig voor het transport van elektriciteit, gas, gasachtige producten, stoom, drink-, hemel- en afvalwater, warm water, brandstof

          telecommunicatie

          radiodistributie en kabeltelevisie

          de transmissie van enigerlei data, ongeacht of een privé-gebruiker al dan niet op die installaties kan aangesloten worden

          alle trein- en tramsporen die zich bevinden op de openbare weg worden eveneens aanzien als nutsvoorzieningen.

 

De retributie is niet verschuldigd indien de werken worden uitgevoerd samen met of onmiddellijk voorafgaand aan wegen- of rioleringswerken uitgevoerd door de gemeente of indien het werken zijn die uitgevoerd worden op verzoek van de gemeente.

 

Artikel 2 - Retributie naar aanleiding van sleufwerken

De retributie naar aanleiding van sleufwerken is verschuldigd per dag en per lopende meter openliggende sleuflengte voor alle sleufwerken. Zij bedraagt voor werken in rijwegen             € 2,14/m², voor werken in voetpaden € 1,64/m² en voor werken in aardewegen € 0,99/m².

 

Elke begonnen dag geldt voor een volledige dag.

Elk deel van een lopende meter wordt als een volledige lopende meter in rekening gebracht.

 

Artikel 3 - Retributie voor dringende werken, aansluitingswerken, herstellingen, kleine onderhoudswerken en ter compensatie van diverse heffingen en belastingen

 

Voor de hinder veroorzaakt door de dringende werken, aansluitingswerken, herstellingen en kleine onderhoudswerken met een sleufoppervlakte van maximum 3m², wordt per kalenderjaar een retributie geheven van € 1,00 per op het grondgebied van de gemeente aanwezig aansluitingspunt.

 

Ter compensatie van diverse heffingen en belastingen in hoofde van zowel de distributienetbeheerder als haar werkmaatschappij wordt een retributie voorzien van

€ 0,50 per aanwezig aansluitingspunt op het grondgebied van de gemeente.

Op deze basisbedragen wordt, in analogie met de niet-periodieke tarieven, een indexatie toegepast.

 

Deze retributies zijn verschuldigd vóór het einde van ieder jaar. In dit kader doet iedere nutsmaatschappij vóór 15 december van ieder jaar opgave van het aantal aansluitingspunten op het grondgebied van de gemeente.

 

Artikel 4 - Inning

De retributie dient te worden betaald binnen de 30 kalenderdagen na toezending van de facturen.

 

Publicatiedatum: 04/02/2020
Overzicht punten

Notulen GR van 19 12 2019

 

Retributiereglement voor het gebruik van de gemeentelijke sportaccommodatie - Goedkeuring

 

Motivering

Feiten en context

De financiële toestand van de gemeente.

 

Juridische gronden

Het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017, artikel 40§3 en 41, 14° en

artikel 177

 

Argumentatie

Het gebruik van de gemeentelijke sportaccommodatie vraagt extra administratieve- en onderhoudslast waardoor het aangewezen is hiervoor een retributie te vragen.

 

Er wordt een tariefonderscheid toegepast voor verenigingen, scholen of personen die gevestigd zijn in Wommelgem versus overige gebruikers omdat inwoners door het betalen van de aanvullende personenbelasting reeds bijdragen aan de gemeentelijke werking.

 

Financiële weerslag

De retributies zijn opgenomen in het meerjarenplan om aan de voorwaarden tot het bereiken van het financieel evenwicht te voldoen zoals bepaald in het Besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen.

 

Exploitatiebudget

omschrijving

raming jaarbedrag

Sportaccomodatie

 

Scheersel

€ 5.000,00

GBS 't Oogappeltje

€ 500,00

GBS 't Laar

€ 3.000,00

Sint-Johannaschool

€ 9.500,00

Voetbalvelden fort II

€ 1.000,00

Atletiekpiste Fort II

€ 250,00

 

€ 19.250,00

Deze ontvangsten zullen ingeboekt worden op:

budget:2020-2025

algemene rekening:70111000 - Verhuringen van onroerende goederen aan                                                         ondernemingen en gezinnen                                         

beleidsitem:074202 - Sportinfrastructuur - Scheersel (Ternesse)

074203 - Sportinfrastructuur - Turnzaal GBS 't Oogappeltje             

074204 - Sportinfrastructuur - Turnzaal GBS 't Laar

074205 - Sportinfrastructuur - Turnzaal Sint-Johannaschool             

074206 - Sportinfrastructuur - Voetbalvelden Fort II

074207 - Sportinfrastructuur - Atletiekpiste Fort II

actie:5/1/1/11 - Opvolgen van allerlei inkomsten uit verhuur van het                                                         patrimonium van het lokaal bestuur                                         

 

Besluit

Retributie: Gebruik sportaccommodatie
20 stemmen voor: Frank Gys, Ann Theys, Ludo Neyens, Alex Helsen, Lise Poelemans, Marc Dierckx, Jan Herthogs, Lode Stevens, Dirk Somers, Annemie Dierckx, Jef Vervaele-Breugelmans, Ann Gillis, Siggy Leenaards, Vera Govaerts, Eric Willems, Mariyam Safi, Peter Wouters, Yve Staes, Hilde Berckmans en Kelly Joris.
Artikel 1

Er wordt voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 een retributie geheven op het gebruik van de sportaccommodatie.

 

Artikel 2

De vergoedingen voor het gebruik van de sportzaal Antverpiastraat en Dasstraat worden  vastgesteld als volgt :

 

Gebruik zaal Antverpiastraat en Dasstraat € 8,00/uur

 

De modaliteiten van betaling van deze retributie zijn dezelfde als degene die voorzien zijn in het huishoudelijk reglement voor het gebruik van de polyvalente sportzaal.

 

Artikel 3

De vergoedingen voor het gebruik van de overige gemeentelijke sportaccommodatie worden vastgesteld als volgt:

 

A.   Gebruik atletiekpiste Fort 2 met verlichting € 1,80/uur

 

B.   Gebruik voetbalterreinen:

          gewoon gebruik zonder verlichting€ 3,70 /uur

          gewoon gebruik met verlichting€ 5,50 /uur

          wedstrijd zonder verlichting    € 7,40 /wedstrijd

          wedstrijd met verlichting         € 11,00 /wedstrijd

 

Deze gebruiksvergoedingen worden verviervoudigd voor verenigingen, scholen of personen die niet gevestigd zijn in Wommelgem.

 

Artikel 4

Van elke regelmatige gebruiker van de sportaccommodatie zal steeds een borgsom beschikbaar dienen te zijn in de gemeentekas van:

 

          € 25,00 voor het gebruik van maximum twee uren per week

          € 50,00 voor het gebruik van meer dan twee uren per week ten met zes uren per week

          € 75,00 voor het gebruik van meer dan zes uren per week

 

Artikel 5

De retributie is verschuldigd door de gebruiker. De gebruiker is verantwoordelijk voor de betaling van de retributie en van de onkosten in geval van schade aan de accommodatie en/of het materiaal en/of het niet netjes achterlaten van de ter beschikking gestelde sportaccommodatie.

 

Artikel 6

Bij gebrek aan betaling in der minne, zal de retributie burgerrechtelijk ingevorderd worden

voor wat betreft het betwiste gedeelte. De invordering van het niet-betwist gedeelte zal door

middel van een dwangbevel, voorzien in artikel 177 van het Decreet over het Lokaal Bestuur,

geschieden.

 

Artikel 7

Indien de verschuldigde retributie niet is betaald op de vervaldag van de tweede aanmaning, wordt aan de betrokkenen, automatisch de verdere toegang tot de accommodatie ontzegd.

 

Publicatiedatum: 04/02/2020
Overzicht punten

Notulen GR van 19 12 2019

 

Retributiereglement voor het gebruik van de gemeentelijke feestzaal op het recreatiedomein Fort 2, de polyvalente zaal en de Sint-Janskapel - Goedkeuring

 

Motivering

Feiten en context

De financiële toestand van de gemeente.

 

Juridische gronden

Het  Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017, artikel 40, §3 en 41, 14° en artikel 177

 

Argumentatie

Er dient een onderscheid te worden gemaakt tussen de inwoners en verenigingen die gevestigd zijn in Wommelgem en deze welke gevestigd zijn buiten de gemeente, vermits inwoners reeds via de aanvullende personenbelasting bijdragen aan het onderhoud en de instandhouding van de infrastructuur van de polyvalente zaal en de Sint-Janskapel.

 

Financiële weerslag

De retributies zijn opgenomen in het meerjarenplan om aan de voorwaarden tot het bereiken van het financieel evenwicht te voldoen zoals bepaald in het Besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen.

 

Exploitatiebudget

Omschrijving

Raming jaarbedrag

Zaalverhuur

 

Feestzaal Fort II

€ 2.750,00

Sint-Janskapel

€ 900,00

Polyvalente zaal bibliotheek

€ 50,00

 

€ 3.700,00

Deze ontvangsten zullen ingeboekt worden op:

budget:2020-2025

algemene rekening:70111000 - Verhuringen van onroerende goederen aan                                                         ondernemingen en gezinnen

beleidsitem:072021 - Infrastructuur - Recreatiedomein Fort II

072022 - Infrastructuur - Sint-Janskapel

070321 - Infrastructuur - Openbare bibliotheek

actie:5/1/1/11 - Opvolgen van allerlei inkomsten uit verhuur van het                                                         patrimonium van het lokaal bestuur

 

Besluit

Retributie: Feestzaal en Sint Janskapel
20 stemmen voor: Frank Gys, Ann Theys, Ludo Neyens, Alex Helsen, Lise Poelemans, Marc Dierckx, Jan Herthogs, Lode Stevens, Dirk Somers, Annemie Dierckx, Jef Vervaele-Breugelmans, Ann Gillis, Siggy Leenaards, Vera Govaerts, Eric Willems, Mariyam Safi, Peter Wouters, Yve Staes, Hilde Berckmans en Kelly Joris.
Artikel 1

Er wordt voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 een retributie geheven op het gebruik van de gemeentelijke feestzaal, de polyvalente zaal en de Sint-Janskapel.

 

Artikel 2

De aangerekende prijzen omvatten:

          Eigenlijke huur

          Gebruik elektriciteit en verwarming indien aanwezig

          Gebruik meubilair alsook schoonmaakmateriaal indien aanwezig

 

Artikel 3

Voor het gebruik van de feestzaal op het recreatiedomein Fort II:

 

Periode

Prijs inclusief eigen schoonmaak*

Supplement schoonmaak

Weekdag een dinsdag, woensdag of donderdag vanaf 10.00 uur  ’s ochtends tot volgende dag 10.00 uur

€ 60,00

€ 180,00

Weekend van vrijdag 10.00 uur tot maandag 10.00 uur

€ 100,00

€ 180,00

Ganse week van maandag 10.00 uur tot maandag 10.00 uur

€ 160,00

€ 180,00

 

Voor het gebruik van de Sint-Janskapel voor huwelijksinzegeningen , doopvieringen of andere vieringen:

 

Wie

Prijs inclusief eigen schoonmaak*

Supplement schoonmaak

Inwoners of vereniging van Wommelgem

€ 75,00 / viering

€ 50,00

 

Inwoners of vereniging niet van Wommelgem

€ 150,00 / viering

€ 50,00

 

Eigen schoonmaak* = de zaal volledig gekeerd alsook geschuurd, sanitair schoongemaakt, alle afval verwijderd / vuilbakken geledigd, materiaal terug op voorbestemde plaats.

 

Indien er niet correct schoon gemaakt wordt, zal het supplement schoonmaak aangerekend worden.

 

Voor het gebruik van de polyvalente zaal in de bibliotheek:

 

Wie

Prijs per dagdeel*

Wommelgemse vereniging

€ 10,00

Vereniging buiten Wommelgem

€ 50,00

 

Een dagdeel* is steeds een blok van 5 opeenvolgende uren.

 

Artikel 4

De modaliteiten en voorwaarden van een aanvraag worden opgenomen in het gebruiksreglement verhuur van gemeentelijke feestzaal Fort II, de polyvalente zaal in de bibliotheek en de Sint-Janskapel.

 

Artikel 5

De retributie is verschuldigd door de aanvrager of gebruiker en dient betaald te zijn voordat de sleutels overhandigd worden.

 

Artikel 6

De huurders / gebruikers van de feestzaal of Sint-Janskapel zullen steeds verantwoordelijk zijn voor alle schade die aan de locatie, de inhoud en het sanitair zou toegebracht worden uit hoofde van de terbeschikkingstelling ervan, zowel aan de binnenzijde als aan de buitenzijde.

 

De schade wordt vastgesteld door het college van burgemeester en schepenen. De herstellingskosten of indien nodig de vervangingskosten zullen verrekend worden aan de huurder / gebruiker.

 

Herstellingskosten voortkomend uit het veelvuldig gebruik en sleet van het materiaal zijn ten laste van het gemeentebestuur.

 

Artikel 7

De invordering van de retributie gebeurt door middel van een factuur, opgemaakt door de gemeente bij de aanvraag.

 

Artikel 8

Bij niet betaling van een openstaande retributie of schadevergoeding op de vervaldag van de aanmaning, wordt aan de betrokkenen automatisch de toegang tot de accommodatie ontzegd.

 

Artikel 9

Bij gebrek aan betaling in der minne, zal de retributie burgerrechtelijk ingevorderd worden voor wat betreft het betwiste gedeelte. De invordering van het niet-betwiste gedeelte zal door middel van een dwangbevel, voorzien in artikel 177 van het Decreet over het Lokaal Bestuur, geschieden.

 

Artikel 10 - Overgangsbepaling

De nieuwe retributie is van toepassing voor alle aanvragen toegekomen bij het lokaal bestuur vanaf 01 januari 2020.

 

Voor de aanvragen ingediend én bevestigd door het lokaal bestuur met factuur vóór   

1 januari 2020 is het oude retributiereglement van 2014 van toepassing.

 

Publicatiedatum: 04/02/2020
Overzicht punten

Notulen GR van 19 12 2019

 

Retributiereglement voor het  Gemeentelijk Sportcentrum Brieleke - Goedkeuring

 

Motivering

Feiten en context

De financiële toestand van de gemeente.

 

Juridische gronden

Het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017, artikel 40, §3 en 41, 14° en artikel 177

 

Argumentatie

Globaal vraagt het gebruik van de gemeentelijke sportaccommodatie een extra administratieve- en onderhoudslast waardoor het aangewezen is hiervoor een retributie te vragen.

 

Er wordt een tariefonderscheid verenigingen, scholen of personen die gevestigd zijn in Wommelgem versus overige gebruikers toegepast omdat inwoners reeds bijdragen aan de gemeentefinanciën en de instandhouding van de gemeentelijke sportinfrastructuur, onder meer door de betaling van de aanvullende personenbelasting.

 

Financiële weerslag

De retributies zijn opgenomen in het meerjarenplan om aan de voorwaarden tot het bereiken van het financieel evenwicht te voldoen zoals bepaald in het Besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen.

 

Exploitatiebudget

omschrijving

raming jaarbedrag

Sportaccomodatie

 

Brieleke

€ 31.500,00

Deze ontvangsten zullen ingeboekt worden op:

budget:2020-2025             

algemene rekening:70111000 - Verhuringen van onroerende goederen aan                                                         ondernemingen en gezinnen                           

beleidsitem:074201 - Sportinfrastructuur - Sportcentrum Brieleke

actie:5/1/1/11 - Opvolgen van allerlei inkomsten uit verhuur van het                                                         patrimonium van het lokaal bestuur             

 

Besluit

Retributie Sportcentrum Brieleke
20 stemmen voor: Frank Gys, Ann Theys, Ludo Neyens, Alex Helsen, Lise Poelemans, Marc Dierckx, Jan Herthogs, Lode Stevens, Dirk Somers, Annemie Dierckx, Jef Vervaele-Breugelmans, Ann Gillis, Siggy Leenaards, Vera Govaerts, Eric Willems, Mariyam Safi, Peter Wouters, Yve Staes, Hilde Berckmans en Kelly Joris.
Artikel 1

Er wordt voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 een retributiereglement "Gemeentelijk Sportcentrum Brieleke" goedgekeurd als volgt:

 

Retributiereglement Gemeentelijk Sportcentrum Brieleke

 

Artikel 1

De aangerekende prijzen omvatten:

          eigenlijke huur

          gebruik kleedkamers en sanitair

 

Artikel 2

Elke inrichter van een dagmanifestatie dient een waarborg te betalen van € 125,00.

 

Artikel 3

Er gelden gedifferentieerde tarieven:

 

Voordeeltarief: erkende Wommelgemse verenigingen, Wommelgemse scholen, individuele inwoners

 

Gewoon tarief: andere verenigingen, niet-Wommelgemse scholen, individuele niet-inwoners en ondernemingen (hieronder vallen ook zelfstandigen in bijberoep met ondernemingsnummer)

 

Artikel 4

Tarieven tijdens daluren:

Behalve voor ondernemingen is het voordeeltarief voor iedereen van toepassing op weekdagen van 9 tot 18 u. en op woensdag van 9 tot 12 u. Ondernemingen betalen steeds het gewone tarief.

 

Artikel 5

De vergoedingen per uur voor het gebruik van de sporthal bedragen:

Sporthal

Gewoon tarief

Voordeeltarief

1/3 sporthal

€ 15,00

€ 10,00

2/3 sporthal

€ 17,00

€ 12,00

3/3 sporthal

€ 20,00

€ 15,00

 

Artikel 6

De vergoedingen per uur voor het gebruik van de danszalen bedragen:

Danszalen

Gewoon tarief

Voordeeltarief

Kleine danszaal

€ 13,00

€ 8,00

Grote danszaal

€ 15,00

€ 10,00

 

Artikel 7

De vergoeding voor een dagmanifestatie op een weekenddag in de sporthal bedraagt:

Dagmanifestatie

Gewoon tarief

Voordeeltarief

3/3 sporthal

€ 600,00

€ 300,00

 

Artikel 8

Voor het gebruik van een danszaal voor een horecagerelateerde activiteit betaalt de uitbater van de cafetaria € 100,00 per activiteit.

 

Artikel 9

De modaliteiten van betaling van deze retributie worden bepaald in het gebruiksreglement van het gemeentelijk sportcentrum Brieleke.

Artikel 10

De retributie is verschuldigd door de gebruiker. De gebruiker is verantwoordelijk voor de betaling van de retributie en van de onkosten in geval van schade aan de accommodatie en/of het materiaal en/of het niet netjes achterlaten van de ter beschikking gestelde sportaccommodatie.

 

Artikel 11

Facturen dienen binnen de dertig dagen na facturatiedatum te worden betaald.

 

A) Jaarverhuur

Facturatie gebeurt halfjaarlijks.

 

B) Losse verhuur

Facturatie gebeurt op het moment van de aanvraag bij aanvragen via de vrijetijdsdienst. Huuraanvragen ter plaatse worden contant afgerekend.

 

C) Verhuur aan cafetaria-uitbater

Facturatie gebeurt halfjaarlijks.

 

Artikel 12

Bij gebrek aan betaling in der minne, zal de retributie burgerrechtelijk ingevorderd worden voor wat betreft het betwiste gedeelte. De invordering van het niet-betwist gedeelte zal door middel van een dwangbevel, voorzien in artikel 177 van het Decreet over het Lokaal Bestuur geschieden.

 

Artikel 13

Indien de verschuldigde retributie niet is betaald op de vervaldag van de tweede aanmaning, wordt aan de betrokkenen, automatisch de verdere toegang tot de accommodatie ontzegd.

 

Publicatiedatum: 04/02/2020
Overzicht punten

Notulen GR van 19 12 2019

 

Retributiereglement voor het gebruik van feestmateriaal door derden - Goedkeuring

 

Motivering

Feiten en context

De financiële toestand van de gemeente.

 

Juridische gronden

Het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017, artikel 40, §3 en 41, 14° en

artikel 177

 

Financiële weerslag

De retributies zijn opgenomen in het meerjarenplan om aan de voorwaarden tot het bereiken van het financieel evenwicht te voldoen zoals bepaald in het Besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen.

 

Exploitatiebudget

omschrijving

raming jaarbedrag

Feestmateriaal

€ 2.000,00

Deze ontvangst zal ingeboekt worden op:

budget:2020-2025

algemene rekening:70120000 - Verhuringen van roerende goederen

beleidsitem:071001 - Uitleendienst

actie:4/6/2/2 - Onderhouden en beheren van feestzaal en -materiaal

 

Besluit

Retributie: Feestmateriaal
20 stemmen voor: Frank Gys, Ann Theys, Ludo Neyens, Alex Helsen, Lise Poelemans, Marc Dierckx, Jan Herthogs, Lode Stevens, Dirk Somers, Annemie Dierckx, Jef Vervaele-Breugelmans, Ann Gillis, Siggy Leenaards, Vera Govaerts, Eric Willems, Mariyam Safi, Peter Wouters, Yve Staes, Hilde Berckmans en Kelly Joris.
Artikel 1

Er wordt voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 een retributie geheven op het gebruik van feestmateriaal.

 

Artikel 2

Het feestmateriaal kan enkel ontleend worden:

          door Wommelgemse verenigingen en erkende instellingen van Wommelgem

(zoals RVT en scholen)

          voor buurtfeesten/straatfeesten en jubilarissen in Wommelgem

          door openbare besturen, naastgelegen gemeenten in zoverre deze ook gratis aan ons ontlenen

 

Artikel 3

De ontlening van feestmateriaal is gratis behalve voor de afvalophaling alsook het leveren en ophalen van het materiaal.

 

1 Er wordt een gescheiden afvalophaling gehanteerd: 

          Restafval: € 7,80 per restafvalcontainer (type 240 liter) 

          PMD: € 0,50 per blauwe zak/ afvalvat (120 liter)

          Voor het leveren en ledigen van afzetcontainers, glasbollen en rolcontainers (type 660 tot 1100 liter) wordt de reële kost aangerekend

 

2 Leveren en ophalen van het feestmateriaal:

          Wanneer men zelf het gevraagde materiaal ophaalt en terugbrengt is dit gratis

          Levering en ophaling door de gemeentelijke diensten: € 40,00

 

Artikel 4

De modaliteiten en voorwaarden van een aanvraag alsook het feestmateriaal dat ter beschikking gesteld wordt, worden opgenomen in het gebruiksreglement feestmateriaal.

 

Artikel 5

Bij ontlening van een tent 5m op 5m dient de ontlener/ gebruiker zelf in te staan voor een verzekering burgerlijke aansprakelijkheid en een schadeverzekering. De te verzekeren waarde van een tent 5m op 5m betreft € 7500,00.

 

Artikel 6

Bij beschadiging, verlies, diefstal of nalatigheid wordt de effectieve schade verrekend aan de aanvrager en / of gebruiker. De schade wordt vastgesteld door het college van burgemeester en schepenen.

Herstellingskosten voortkomend uit het veelvuldig gebruik en slijtage van het materiaal zijn ten laste van het gemeentebestuur.

 

Artikel 7

De retributie is verschuldigd door de aanvrager en/ of gebruiker. Bij niet betaling van de retributie of de vastgestelde schade wordt elke reservatie van feestmateriaal ontzegd.

 

Artikel 8

De invordering van de retributie gebeurt door middel van een factuur, opgemaakt door de

gemeente bij de aanvraag.

 

Artikel 9

Bij gebrek aan betaling in der minne, zal de retributie burgerrechtelijk ingevorderd worden

voor wat betreft het betwiste gedeelte. De invordering van het niet-betwiste gedeelte zal door

middel van een dwangbevel, voorzien in artikel 177 van het Decreet over het Lokaal Bestuur,

geschieden.

Artikel 10 - Overgangsbepaling

De nieuwe retributie is van toepassing voor alle aanvragen toegekomen bij het lokaal

bestuur vanaf 01 januari 2020.

 

Voor de aanvragen ingediend én bevestigd door het lokaal bestuur met factuur vóór

1 januari 2020 is het oude retributiereglement van 2014 van toepassing.

 

Publicatiedatum: 04/02/2020
Overzicht punten

Notulen GR van 19 12 2019

 

Retributie op de afgifte van visvergunningen Fort 2 - Goedkeuring

 

Motivering

Feiten en context

De financiële toestand van de gemeente.

De gemeente is eigenares van het domein Fort 2 en het daar aanpalende water.

 

Juridische gronden

Het decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017, artikel 40, §3 en 41, 14° en artikel 177

 

Argumentatie

De inwoners van de gemeente Wommelgem genieten een goedkoper tarief omdat ze, door het betalen van de aanvullende personenbelasting, reeds bijdragen aan het onderhoud en de instandhouding van het domein Fort 2.

 

Financiële weerslag

De retributies zijn opgenomen in het meerjarenplan om aan de voorwaarden tot het bereiken van het financieel evenwicht te voldoen zoals bepaald in het Besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen.

 

Exploitatiebudget

omschrijving

raming jaarbedrag

Visverloven

€ 6.000,00

Deze ontvangst zal ingeboekt worden op:

budget:2020-2025

algemene rekening:70010100 - Verkopen van goederen betreffende de functie

beleidsitem:054000 - Visvangst

actie:4/1/2/16 - Mogelijk maken van recreatief vissen

 

Besluit

Retributie: Tarieven van de visvergunningen Fort 2
20 stemmen voor: Frank Gys, Ann Theys, Ludo Neyens, Alex Helsen, Lise Poelemans, Marc Dierckx, Jan Herthogs, Lode Stevens, Dirk Somers, Annemie Dierckx, Jef Vervaele-Breugelmans, Ann Gillis, Siggy Leenaards, Vera Govaerts, Eric Willems, Mariyam Safi, Peter Wouters, Yve Staes, Hilde Berckmans en Kelly Joris.
Artikel 1

Er wordt voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 een retributie geheven op de afgifte van een visvergunning.

 

De tarieven van de visvergunning worden per kalenderjaar als volgt vastgesteld:

          € 25,00 per jaar voor het gebruik van één of twee vislijnen voor de vissers welke niet in de bevolkingsregisters van de gemeente zijn ingeschreven;

          € 10,00 per jaar voor het gebruik van één of twee vislijnen voor de vissers welke in de bevolkingsregisters van de gemeente zijn ingeschreven.

 

Dit visgeld omvat een periode van een kalenderjaar, gedeelten van een jaar worden niet in aanmerking genomen.

 

De vergoeding is dus voor een heel jaar verschuldigd, ongeacht op welk tijdstip van het jaar de visvergunning ook wordt aangevraagd en bekomen.

 

Vrijstellingen en verminderingen:

          Kinderen tot 12 jaar genieten een verminderd tarief van € 10,00 per jaar, ongeacht of ze ingeschreven zijn in de bevolkingsregisters of niet;

          Personen vanaf 60 jaar en gehandicapten vanaf 66% invaliditeit genieten eveneens een verminderd tarief van € 10,00 per jaar, ongeacht of ze ingeschreven zijn in de bevolkingsregisters of niet.

 

Voormelde personen moeten het bewijs leveren aan de hand van de identiteitskaart, en voor de gehandicapten aan de hand van een attest waaruit voornoemde invaliditeit blijkt.

 

Artikel 2

Bij competitiewedstrijden ingericht op het domein Fort 2 en waarvoor voorafgaandelijk door het schepencollege toelating werd verleend, dienen de deelnemers een vergoeding van

€ 1,25 per persoon en per dag te betalen, voor zover zij geen houder zijn van de hiervoor vermelde visvergunning. De inrichters dienen voor de wedstrijd een volledige lijst met deelnemers voor te leggen op basis waarvan de heffing van de vergoedingen zal geschieden.

 

Artikel 3

De retributie wordt geïnd bij aankoop en aflevering van de visvergunning aan de balie van het lokaal bestuur. Deze visvergunning is strikt persoonlijk en moet steeds in het bezit zijn van de visser; dit is tevens de toelating om te vissen op het water van Fort 2.

 

Publicatiedatum: 04/02/2020
Overzicht punten

Notulen GR van 19 12 2019

 

Retributie vastgoedinformatie - Goedkeuring

 

Motivering

Feiten en context

De financiële toestand van de gemeente.

 

Juridische gronden

Het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017, artikel 40, §3 en 41, 14°

 

Argumentatie

Het is billijk de kosten voor het verstrekken van vastgoedinformatie en de opzoekingen die daarmee gepaard gaan, aan te rekenen aan de aanvrager.

 

Financiële weerslag

De retributies zijn opgenomen in het meerjarenplan om aan de voorwaarden tot het bereiken van het financieel evenwicht te voldoen zoals bepaald in het Besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen.

 

Exploitatiebudget

omschrijving

raming jaarbedrag

Notificaties

€ 33.400,00

Deze ontvangst zal ingeboekt worden op:

budget:2020-2025

algemene rekening:70210000 - Rechtstreekse prestaties

beleidsitem:060000 - Ruimtelijke planning

actie:1/3/1/6 - Afleveren van omgevingsvergunningen

 

Besluit

Retributie: Vastgoedinformatie
20 stemmen voor: Frank Gys, Ann Theys, Ludo Neyens, Alex Helsen, Lise Poelemans, Marc Dierckx, Jan Herthogs, Lode Stevens, Dirk Somers, Annemie Dierckx, Jef Vervaele-Breugelmans, Ann Gillis, Siggy Leenaards, Vera Govaerts, Eric Willems, Mariyam Safi, Peter Wouters, Yve Staes, Hilde Berckmans en Kelly Joris.
Artikel 1

Er wordt voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 een retributie gevestigd op de aflevering van vastgoedinformatie.

 

Artikel 2

De retributie is verschuldigd door de aanvrager.

 

Artikel 3

De retributie bedraagt € 90,00 per aanvraag. Elke aanvraag kan slechts betrekking hebben op een enkel kadastraal perceel.

 

Artikel 4

De retributie wordt betaald bij de aanvraag. De betaling van de retributie dient te gebeuren op rekening van het gemeentebestuur.

 

Artikel 5

Worden van de retributie vrijgesteld:

          Informatie die in uitvoering van een wet of decreet door het gemeentebestuur gratis moet worden verstrekt aan een administratieve of gerechtelijke overheid of openbare instelling;

          Gerechtsdeurwaarders als ze optreden in een strafrechtpleging in sociale of fiscale aangelegenheden.

 

Artikel 6

De retributie wordt onder geen enkele voorwaarde terugbetaald.

 

Publicatiedatum: 04/02/2020
Overzicht punten

Notulen GR van 19 12 2019

 

Retributiereglement voornaamswijziging - Goedkeuring

 

Motivering

Feiten en context

De financiële toestand van de gemeente.

 

Juridische gronden

Het decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017, artikel 40, §3 en 41, 14°

 

De wet van 18 juni 2018 m.b.t. diverse bepalingen inzake burgerlijk recht en bepalingen met het oog op de bevordering van alternatieve vormen van geschillenoplossing, hevelt de bevoegdheid van de minister van Justitie om te beslissen over verzoeken tot voornaamsverandering via Ministerieel Besluit over naar de ambtenaren van de burgerlijke stand met inwerkingtreding op 1 augustus 2018 (art. 119 t.e.m. 136 van de wet van 18 juni 2018)

 

Omzendbrief van 11 juli 2018 betreffende de wet van 18 juni 2018 waarbij de bevoegdheid inzake verandering van voornamen wordt overgedragen aan de ambtenaren van burgerlijke stand en de voorwaarden en procedure ervan worden geregeld.

 

Argumentatie

De gemeente kan autonoom beslissen of zij een voornaamswijziging wil onderwerpen aan een retributie.

 

Een voornaamswijziging toestaan zonder een retributie te heffen kan een stroom van aanvragen teweeg brengen en tevens tot impulsieve beslissingen leiden.

 

De FOD Financiën hanteerde voorheen volgende tarieven voor een voornaamswijziging:

          € 490,00 registratierecht voor een standaard voornaamswijziging

          € 49,00 registratierecht indien de voornaam die men wil veranderen op zichzelf genomen of samengenomen met de naam, belachelijk of hatelijk is of als hij manifest ouderwets is, vreemd klinkt of aanleiding geeft tot verwarring.

 

De wetgever voert 2 restricties door op de gemeentelijke fiscale autonomie:

          De retributie verschuldigd door transgenders mag maximum 10 procent van het door de gemeente vastgestelde standaardtarief bedragen

          Personen van vreemde nationaliteit die een verzoek tot verkrijging van de Belgische nationaliteit hebben ingediend en geen voorna(a)m(en) hebben bij het verzoek tot voornaamstoevoeging, zijn vrijgesteld van enige retributie om dat te verhelpen

 

Financiële weerslag

De retributies zijn opgenomen in het meerjarenplan om aan de voorwaarden tot het bereiken van het financieel evenwicht te voldoen zoals bepaald in het Besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen.

 

Exploitatiebudget

omschrijving

raming jaarbedrag

Voornaamswijziging

€ 500,00

Deze ontvangst zal ingeboekt worden op:

budget:2020-2025

algemene rekening:70210000 - Rechtstreekse prestaties

beleidsitem:013000 - Administratieve dienstverlening

actie:1/3/1/12 - Wijzigen van de voornaam

 

Besluit

Retributie voornaamswijziging
20 stemmen voor: Frank Gys, Ann Theys, Ludo Neyens, Alex Helsen, Lise Poelemans, Marc Dierckx, Jan Herthogs, Lode Stevens, Dirk Somers, Annemie Dierckx, Jef Vervaele-Breugelmans, Ann Gillis, Siggy Leenaards, Vera Govaerts, Eric Willems, Mariyam Safi, Peter Wouters, Yve Staes, Hilde Berckmans en Kelly Joris.
Artikel 1

Er wordt voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 een retributie geheven voor de dienstverlening bij de procedure tot wijziging van de voornaam.

 

Artikel 2

Het tarief bedraagt € 500,00 voor een standaard voornaamswijziging.

 

Het verminderd tarief van € 50,00 is van toepassing indien de voornaam die men wil veranderen, op zichzelf genomen of samengenomen met de familienaam, belachelijk of hatelijk is, manifest ouderwets is, vreemd klinkt of aanleiding geeft tot verwarring.

 

Vreemdelingen die de Belgische nationaliteit aanvragen en niet over een voornaam beschikken, zijn vrijgesteld van retributie bij een verzoek tot voornaamstoevoeging.

 

Voor transgenders geldt een tarief van € 50,00 voor een voornaamswijziging.

 

Artikel 3

De retributie is verschuldigd door de aanvrager van de procedure tot voornaamswijziging.

 

Artikel 4

De retributie is verschuldigd op het ogenblik van de aanvraag.

De betaling gebeurt contant.

 

Publicatiedatum: 04/02/2020
Overzicht punten

Notulen GR van 19 12 2019

 

Retributie voor het plaatsrecht van vaste constructies op het openbaar domein - Goedkeuring

 

Motivering

Feiten en context

De financiële toestand van de gemeente.

 

Juridische gronden

Het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017, artikel 40, §3 en 41, 14° en artikel 177

 

Financiële weerslag

De retributies zijn opgenomen in het meerjarenplan om aan de voorwaarden tot het bereiken van het financieel evenwicht te voldoen zoals bepaald in het Besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen.

 

Exploitatiebudget

omschrijving

raming jaarbedrag

Plaatsrecht van vaste constructies op het openbaar domein

€ 0,00

In voorkomend geval zal de ontvangst ingeboekt worden op:

budget:2020-2025

algemene rekening:70111000 - Verhuringen van onroerende goederen aan                                                         ondernemingen en gezinnen

beleidsitem:050000 - Handel en middenstand

actie:2/3/1/8 - Organiseren van ambulante handel

 

Besluit

Retributie: Vaste constructies openbaar domein
20 stemmen voor: Frank Gys, Ann Theys, Ludo Neyens, Alex Helsen, Lise Poelemans, Marc Dierckx, Jan Herthogs, Lode Stevens, Dirk Somers, Annemie Dierckx, Jef Vervaele-Breugelmans, Ann Gillis, Siggy Leenaards, Vera Govaerts, Eric Willems, Mariyam Safi, Peter Wouters, Yve Staes, Hilde Berckmans en Kelly Joris.
Artikel 1

Er wordt voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 een retributie geheven op het plaatsen van een vaste constructie op het openbaar domein.

 

Er wordt een uitzondering gemaakt voor de gevallen van gebruik van het openbaar domein die reeds aanleiding geven tot het heffen van een andere belasting of retributie ten voordele van de gemeente.

 

Artikel 2

De retributie is verschuldigd door de natuurlijke of rechtspersoon die het openbaar domein in gebruik neemt, ongeacht of dit op basis van een daartoe vereiste machtiging gebeurt of niet en ongeacht de strafrechtelijke gevolgen verbonden aan het wederrechtelijk innemen van de standplaats.

 

Artikel 3

De retributie wordt vastgesteld op € 1,50 per dag of gedeelte van een dag gebruik en per m2 of gedeelte van m2 van de bezette standplaats.

 

Artikel 4

Voor de berekening van de retributie is de oppervlakte, welke dient in aanmerking genomen te worden die van de rechthoek welke fictief rond het voorwerp of de groep van voorwerpen die het openbaar domein bezetten, kan getrokken worden.

 

De opmeting van de ingenomen oppervlakte wordt uitgevoerd door de aangestelde van het

gemeentebestuur.

 

Artikel 5

Voor het innemen van een standplaats dient aangifte te worden gedaan bij het gemeentebestuur van het ingenomen aantal vierkante meters en de duur van de bezetting.

 

Artikel 6

De retributie wordt betaald bij het verkrijgen van de vergunning om het openbaar domein in gebruik te nemen.

 

Een bedrag gelijk aan de retributie wordt bij het aanvragen van de vergunning bij het gemeentebestuur in consignatie gegeven.

 

De betaling van de retributie dient te gebeuren binnen 30 dagen na verzending van de factuur op het rekeningnummer van het gemeentebestuur.

 

Artikel 7

Bij gebrek aan betaling in der minne, zal de retributie burgerrechtelijk ingevorderd worden

voor wat betreft het betwiste gedeelte. De invordering van het niet-betwiste gedeelte zal door

middel van een dwangbevel, voorzien in artikel 177 van het Decreet over het Lokaal Bestuur,

geschieden.

 

Artikel 8

Het intrekken van de machtiging bij politiemaatregel wegens een fout van de betrokkene of het afzien van deze laatste van het genot van de gegeven machtiging, brengt voor de belastingplichtige geen enkel recht mee op terugbetaling van de reeds gestorte sommen.

 

Artikel 9

De retributie is verschuldigd zonder dat betrokkene kan aanspraak maken op enig onherroepelijk recht van concessie noch van erfdienstbaarheid op het openbaar domein, doch integendeel, hij heeft de plicht bij het eerste verzoek van de overheid het toegestaan gebruik op te heffen of te beperken zonder daarvoor aanspraak te kunnen maken op enige vergoeding.

 

De betaling van de retributie brengt voor de gemeente geen enkele speciale toezichttaak mee. Het privaat gebruik van het openbaar domein gebeurt op eigen risico van de begunstigde van de machtiging en onder zijn verantwoordelijkheid.

 

Publicatiedatum: 04/02/2020
Overzicht punten

Notulen GR van 19 12 2019

 

Retributie voor het plaatsrecht van mobiele constructies op het openbaar domein - Goedkeuring

 

Motivering

Feiten en context

De financiële toestand van de gemeente.

 

Juridische gronden

Het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017, artikel 40, §3 en 41, 14° en artikel 177.

 

Financiële weerslag

De retributies zijn opgenomen in het meerjarenplan om aan de voorwaarden tot het bereiken van het financieel evenwicht te voldoen zoals bepaald in het Besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen.

 

Exploitatiebudget

omschrijving

raming jaarbedrag

Ambulante handel

€ 1.800,00

Deze ontvangst zal ingeboekt worden op:

budget:2020-2025

algemene rekening:70111000 - Verhuringen van onroerende goederen aan                                                         ondernemingen en gezinnen

beleidsitem:050000 - Handel en middenstand

actie:2/3/1/8 - Organiseren van ambulante handel

 

Besluit

Retributie: Mobiele constructies openbaar domein
20 stemmen voor: Frank Gys, Ann Theys, Ludo Neyens, Alex Helsen, Lise Poelemans, Marc Dierckx, Jan Herthogs, Lode Stevens, Dirk Somers, Annemie Dierckx, Jef Vervaele-Breugelmans, Ann Gillis, Siggy Leenaards, Vera Govaerts, Eric Willems, Mariyam Safi, Peter Wouters, Yve Staes, Hilde Berckmans en Kelly Joris.
Artikel 1

Er wordt voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 een retributie geheven op de mobiele constructies op het openbaar domein met uitzondering van deze op de wekelijkse markt.

 

Artikel 2

De retributie is verschuldigd door de natuurlijke of de rechtspersoon die het openbaar domein in gebruik neemt.

 

Artikel 3

Berekeningsgrondslag en tarief:

 

De retributie wordt berekend per strekkende meter op basis van de langste zijde.

Elke begonnen meter zal worden aangerekend als een volle meter.

 

          Tarief per dag: € 1,50 per dag of gedeelte van een dag en per strekkende meter of gedeelte van een strekkende meter

 

          Tarief per kalenderkwartaal: € 1,00 per dag of gedeelte van een dag en per strekkende meter of gedeelte van een strekkende meter

 

De opmeting van de ingenomen oppervlakte wordt uitgevoerd door de aangestelde van het gemeentebestuur.

 

Artikel 4

De retributie is verschuldigd, zodra de plaats op het openbaar domein ingenomen wordt. De betaling van de retributie dient te gebeuren binnen 30 dagen na verzending van de factuur op het rekeningnummer van het gemeentebestuur.

 

Artikel 5

Bij gebrek aan betaling in der minne, zal de retributie burgerrechtelijk ingevorderd worden voor wat betreft het betwiste gedeelte. De invordering van het niet-betwiste gedeelte zal door middel van een dwangbevel, voorzien in artikel 177 van het Decreet over het Lokaal Bestuur, geschieden.

 

Publicatiedatum: 04/02/2020
Overzicht punten

Notulen GR van 19 12 2019

 

Retributie voor deelname aan het Jeugdatelier en vakantiewerking Axiemaxie - Goedkeuring

 

Motivering

Feiten en context

De financiële toestand van de gemeente.

 

Juridische gronden

Het decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017, artikel 40, §3 en 41, 14°

 

Argumentatie

Er dient een onderscheid gemaakt te worden tussen de inwoners van de gemeente Wommelgem en de niet-inwoners, vermits inwoners reeds via de aanvullende personenbelasting bijdragen aan het onderhoud en de instandhouding van de infrastructuur van de gemeente waar de vakantiewerking AxieMaxie plaatsvindt.

 

Financiële weerslag

De retributies zijn opgenomen in het meerjarenplan om aan de voorwaarden tot het bereiken van het financieel evenwicht te voldoen zoals bepaald in het Besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen.

 

Exploitatiebudget

omschrijving

raming jaarbedrag

Jeugdatelier

 

6 tot 12

€ 7.000,00

12+

€ 1.300,00

AxieMaxie

€ 5.500,00

Totaal

13.800,00

Deze ontvangsten zullen ingeboekt worden op:

budget:2020-2025

algemene rekening:70210000 - Rechtstreekse prestaties

beleidsitem:075000 - Jeugdsector- en verenigingsondersteuning

actie:4/3/4/1 - Organiseren van het jeugdatelier (Inschrijvingen voor 6- tot                                                                       12-jarigen)

4/3/4/2 - Organiseren van het jeugdatelier                                                                                                             (Inschrijvingen voor +12-jarigen)                                                                                                             4/3/3/3 - Organiseren van de vakantiewerking AxieMaxie (- 12 j)                                                                                      tijdens schoolvakanties

 

Besluit

Retributie: Jeugdatelier en Axiemaxie
17 stemmen voor: Frank Gys, Ann Theys, Ludo Neyens, Alex Helsen, Lise Poelemans, Jan Herthogs, Lode Stevens, Dirk Somers, Annemie Dierckx, Ann Gillis, Siggy Leenaards, Vera Govaerts, Eric Willems, Mariyam Safi, Peter Wouters, Hilde Berckmans en Kelly Joris.
3 onthoudingen: Marc Dierckx, Jef Vervaele-Breugelmans en Yve Staes.
Artikel 1

Er wordt voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 een retributie geheven op de deelname aan de werking van het Jeugdatelier alsmede op de deelname van vakantiewerking AxieMaxie.

 

Artikel 2

Voor de deelname aan de werking van het Jeugdatelier dient een inschrijvingsgeld te worden betaald. De deelname is alleen toegankelijk voor jongeren van het 1ste leerjaar tot het 6de middelbaar.

 

Tarieven Jeugdatelier per kind en per trimester:

 

Activiteit

 

Inwoners

per trimester

Niet-inwoners

per trimester

maandelijks

€ 20,00

€ 30,00

2-wekelijks

€ 40,00

€ 50,00

wekelijks

€ 80,00

€ 90,00

 

Artikel 3

De deelname aan de vakantiewerking AxieMaxie is alleen toegankelijk voor jongeren van

het 1ste leerjaar tot het 6de leerjaar.

 

De retributie per dagactiviteit bedraagt:

 

Activiteit

Inwoners per persoon

Niet-inwoners per persoon

Volledige dag Axie Maxie

€ 15,00

€ 25,00

 

Artikel 4

De retributies zijn verschuldigd door de persoon die de deelname vraagt en worden rechtstreeks geïnd op het ogenblik van de inschrijving.

 

Publicatiedatum: 04/02/2020
Overzicht punten

Notulen GR van 19 12 2019

 

Retributie voor gebruik en ontlening materialen bibliotheek - Goedkeuring

 

Motivering

Feiten en context

De financiële toestand van de gemeente.

 

Juridische gronden

Het decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017, artikel 40, §3 en 41, 14°

 

Het decreet van 13 juli 2001 en latere wijzigingen m.b.t. het stimuleren van een kwalitatief en integraal lokaal cultuurbeleid waarbij elke gemeente verplicht wordt een openbare bibliotheek in te richten en uit te bouwen

 

Financiële weerslag

De retributies zijn opgenomen in het meerjarenplan om aan de voorwaarden tot het bereiken van het financieel evenwicht te voldoen zoals bepaald in het Besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen.

 

Exploitatiebudget

omschrijving

raming jaarbedrag

Ontlening materialen bibliotheek

€ 4.250,00

Deze ontvangsten zullen ingeboekt worden op:

budget:2020-2025

algemene rekening:70120000 - Verhuringen van roerende goederen

beleidsitem:070300 - Openbare bibliotheken

actie:4/4/5/1 - Diverse bibliotheekuitgaven en -ontvangsten

 

Besluit

Retributie Bibliotheek
20 stemmen voor: Frank Gys, Ann Theys, Ludo Neyens, Alex Helsen, Lise Poelemans, Marc Dierckx, Jan Herthogs, Lode Stevens, Dirk Somers, Annemie Dierckx, Jef Vervaele-Breugelmans, Ann Gillis, Siggy Leenaards, Vera Govaerts, Eric Willems, Mariyam Safi, Peter Wouters, Yve Staes, Hilde Berckmans en Kelly Joris.
Artikel 1

Er wordt voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 een retributie geheven op het gebruik en het ontlenen van materialen van de Openbare Bibliotheek Wommelgem.

 

Artikel 2

De retributie wordt als volgt vastgesteld:

          Lidgeld: gratis

          Overschrijden van de uitleentermijn: de retributie voor het laattijdig terugbezorgen van ontleende materialen bedraagt € 0,15 per openingsdag en per geleend object.

          Ingeval verloren, beschadigde en niet-teruggebrachte materialen wordt een retributie aangerekend overeenkomstig de aankoopprijs en eventuele verwerkingskosten van het materiaal. Voor materialen die niet meer verkrijgbaar zijn, bepaalt de bibliothecaris de vergoeding.

          Internet- en kleurenprints: € 0,12

          Fotokopieën zwart/wit: € 0,05

          Administratiekost voor aanmaning: € 0,50

          Verzendingskost van aangetekende zending: posttarief

          Vergoeding aanvragen andere bibliotheek: € 5,00 + eventueel bijkomende kosten leverancier

          Vergoeding nieuwe bibliotheekkaart: € 2,50

          Koffie en thee: € 1,00 per tas

 

Artikel 3

De retributie is verschuldigd door de houder van de lenerskaart of door degene die er burgerlijk verantwoordelijk voor is en gebruik maakt van de dienstverlening in de vestiging van de openbare bibliotheek van Wommelgem.

 

Artikel 4

De retributie moet contant betaald worden. Er wordt geen terugbetaling van retributie toegestaan.

 

Artikel 5

Bij gebrek aan betaling in der minne, zal de retributie burgerrechtelijk ingevorderd worden voor wat betreft het betwiste gedeelte. De invordering van het niet-betwiste gedeelte zal door middel van een dwangbevel, voorzien in artikel 177 van het Deceet over het Lokaal Bestuur, geschieden.

 

Publicatiedatum: 04/02/2020
Overzicht punten

Notulen GR van 19 12 2019

 

Retributie: Individueel bezoldigd personenvervoer - Vergunning en bestuurderspas - Goedkeuring

 

Motivering

Feiten en context

De financiële toestand van de gemeente.

 

Met ingang van 1 januari 2020 wijzigt de regelgeving met betrekking tot het afleveren van vergunningen voor het exploiteren van taxidiensten en diensten voor het verhuren van voertuigen met bestuurder.

 

Juridische gronden

Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 40, §3 en 41, 14°.

 

Het decreet van 29 maart 2019 betreffende het individueel bezoldigd personenvervoer.

 

Het besluit van de Vlaamse Regering van 8 november 2019 betreffende de exploitatievoorwaarden voor het individueel bezoldigd personenvervoer.

 

Financiële weerslag

Exploitatiebudget

omschrijving

raming jaarbedrag

Taxivergunningen (wagen)

€ 3.500,00

Bestuurderskaarten

€ 200,00

Totaal

€ 3.700,00

Deze ontvangsten zullen ingeboekt worden op:

budget:2020 - 2025

algemene rekening:70210000 - Rechtstreekse prestaties

70390000 - Andere tussenkomsten en terugvorderingen

beleidsitem:020900 - Mobiliteit

actie:1/3/1/14 - Afleveren van documenten in het kader van het individueel

bezoldigd personenvervoer

 

Besluit

Retributie individueel bezoldigd personenvervoer
17 stemmen voor: Frank Gys, Ann Theys, Ludo Neyens, Alex Helsen, Lise Poelemans, Jan Herthogs, Lode Stevens, Dirk Somers, Annemie Dierckx, Ann Gillis, Siggy Leenaards, Vera Govaerts, Eric Willems, Mariyam Safi, Peter Wouters, Hilde Berckmans en Kelly Joris.
3 onthoudingen: Marc Dierckx, Jef Vervaele-Breugelmans en Yve Staes.
Artikel 1 – Termijn

Met ingang van 1 januari 2020 en voor een termijn eindigend op 31 december 2025 wordt een retributie gevestigd voor de aflevering van een vergunning voor de exploitatie van een dienst voor individueel bezoldigd personenvervoer en voor de aflevering van de bestuurderspas individueel bezoldigd personenvervoer.

 

Artikel 2 – Definities

In dit reglement wordt verstaan onder:

-bestuurder: elke natuurlijk persoon die een voertuig bestuurt waarmee diensten voor individueel bezoldigd personenvervoer worden uitgevoerd;

-bestuurderspas: de pas afgeleverd aan de bestuurder overeenkomstig het decreet van 29 maart 2019 betreffende het individueel bezoldigd personenvervoer;

-diensten voor individueel bezoldigd personenvervoer: diensten voor bezoldigd personenvervoer zoals gedefinieerd in het decreet van 29 maart 2019 betreffende het individueel bezoldigd personenvervoer;

-exploitant: elke natuurlijke persoon of rechtspersoon die een dienst voor individueel bezoldigd personenvervoer uitbaat.

 

Artikel 3 – Tarief

§1. Vergunning

De retributie bedraagt

-€ 250,00 per jaar en per voertuig vermeld in de toegekende vergunning voor zero-emissievoertuigen tot 1 januari 2030;

-€ 250,00 per jaar en per voertuig vermeld in de toegekende vergunning voor voertuigen met een ecoscore van minstens

-74 voor voertuigen met vijf zitplaatsen;

-71 voor voertuigen met meer dan vijf zitplaatsen;

-61 voor voertuigen met meer dan vijf zitplaatsen die voldoen aan de definitie van een minibus, vermeld in artikel 1, §2, 48, van het voormelde koninklijk besluit

tot 1 januari 2025;

-€ 350,00 voor alle andere voertuigen per voertuig vermeld in de toegekende vergunning.

 

De retributie is verschuldigd voor het hele jaar, onafhankelijk van het moment waarop de vergunning wordt afgeleverd. Vermindering van het aantal voertuigen geeft geen aanleiding tot een retributieteruggave. Dit geldt ook voor schorsing of intrekking van de vergunning of het buiten werking stellen van een of meer voertuigen om welke reden dan ook.

 

§2. Bestuurderspas

De retributie voor de bestuurderspas bedraagt € 20,00 per aflevering aan de aanvrager.

 

§3. Indexatie

Elk jaar op 1 januari worden de bedragen, vermeld in paragraaf 1 en 2, aangepast volgens de schommelingen van het indexcijfer van de consumptieprijzen. Deze aanpassing gebeurt door middel van de coëfficiënt die wordt bekomen door het indexcijfer van de maand december van het jaar voorafgaand aan het belastingjaar te delen door het indexcijfer van de maand december 2019.

 

Artikel 4 – Retributieplichtigen

§1. Vergunning

De retributie is verschuldigd door de exploitant die houder is van de vergunning op het moment van de afgifte.

 

§2. Bestuurderspas

De retributie is verschuldigd door de aanvrager van de bestuurderspas.

 

Artikel 5 – Betaling

§1. Vergunning

De betaling van de retributie moet gebeuren bij afgifte van de vergunning en nadien telkens op 1 januari van het kalenderjaar.

 

§2. Bestuurderspas

De betaling van de retributie moet gebeuren bij afgifte van de bestuurderspas.

 

Artikel 6 – Invordering bij niet-betaling

In artikel 177 van het decreet lokaal bestuur is voorzien in de mogelijkheid om een dwangbevel uit te vaardigen met het oog op de invordering van onbetwiste en opeisbare niet-fiscale schuldvorderingen. Bij betwisting kan het gemeentebestuur zich tot de burgerlijke rechtbank wenden om de retributie in te vorderen.

 

Artikel 7 – Bezwaren

De retributieplichtige of zijn volmachthouder kan bezwaar indienen tegen deze retributie bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk worden ingediend en worden gemotiveerd.

 

Artikel 8 – Overgangsbepaling

De houders van een vergunning van taxidienst en/of diensten voor het verhuren van voertuigen met bestuurder, die afgegeven zijn vóór 1 januari 2020 en die ervoor kiezen om de bestaande vergunning te behouden, blijven onderworpen aan de belasting op diensten voor het verhuren van voertuigen met een bestuurder, gedurende de resterende duur van de vergunning.

 

Publicatiedatum: 04/02/2020
Overzicht punten

Notulen GR van 19 12 2019

 

Meerjarenplan 2020-2025 deel gemeente - Goedkeuring

 

Motivering

Feiten en context

De gemeente moet voor het einde van het jaar dat volgt op de gemeenteraadsverkiezingen het meerjarenplan goedkeuren.

 

Juridische gronden

Artikel 249 §1 en §3 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 dat stelt dat de

meerjarenplanning van gemeente en OCMW een geïntegreerd geheel vormen en dat elke

raad stemt over haar deel van het meerjarenplan.

 

Artikels 8 tot en met 13 van het Besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over

BBC2020 die handelen over de inhoud van de meerjarenplanning.

 

Artikel 16 van het Besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 met betrekking tot

het financieel evenwicht van het meerjarenplan.

 

Argumentatie

De nieuwe raden moeten zich in 2019 richten op de meerjarenplanning voor de periode 2020-2025.

 

De gemeenten en openbare centra voor maatschappelijk welzijn passen daarbij de procedure toe die het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur beschrijft.

Ze delen hun beleidsrapporten, maar hebben hun eigen bevoegdheden voor de vaststelling ervan. De nieuwe procedure houdt in dat de gemeente en het OCMW, elk wat hun deel betreft, de vaststelling doen, waarna vervolgens de gemeente het geheel vaststelt.

 

Adviezen

Het positief advies van het MAT van 26 november 2019.

 

Financiële weerslag

De verplichte evenwichten voor het MJP 2020-2025 zijn gerespecteerd:

 

Gemeente:

 

Beschikbaar budgettair resultaat

2020

2021

2022

2023

2024

2025

€ 2.058.437

€ 3.278.135

€ 4.528.024

€ 5.748.766

€ 7.005.958

€ 8.674.805

 

Autofinancieringsmarge

2020

2021

2022

2023

2024

2025

€ 2.982.735

€ 3.033.213

€ 2.911.250

€ 2.882.744

€ 2.686.860

€ 2.689.205

 

Gecorrigeerde autofinancieringsmarge

2020

2021

2022

2023

2024

2025

€ 3.064.318

€ 2.963.672

€ 2.784.890

€ 2.727.684

€ 2.549.580

€ 2.577.525

 

OCMW:

 

Beschikbaar budgettair resultaat

2020

2021

2022

2023

2024

2025

€ -1.996.577

€ -3.162.577

€ -4.355.602

€ -5.534.467

€ -6.715.982

€ -7.870.017

 

Autofinancieringsmarge

2020

2021

2022

2023

2024

2025

€ -1.124.770

€ -1.131.000

€ -1.158.025

€ -1.143.865

€ -1.146.515

€ -1.119.035

 

Gecorrigeerde autofinancieringsmarge

2020

2021

2022

2023

2024

2025

€ -1.124.770

€ -1.131.000

€ -1.158.025

€ -1.143.865

€ -1.146.515

€ -1.119.035

 

Geconsolideerd:

 

Beschikbaar budgettair resultaat

2020

2021

2022

2023

2024

2025

€ 61.860

€ 115.558

€ 172.422

€ 214.299

€ 289.976

€ 804.788

 

Autofinancieringsmarge

2020

2021

2022

2023

2024

2025

€ 1.857.965

€ 1.902.213

€ 1.753.225

€ 1.738.879

€ 1.540.345

€ 1.570.170

 

Gecorrigeerde autofinancieringsmarge

2020

2021

2022

2023

2024

2025

€ 1.939.548

€ 1.832.672

€ 1.626.865

€ 1.583.819

€ 1.403.065

€ 1.458.490

 

Besluit

Meerjarenplan 2020-2025 deel gemeente
14 stemmen voor: Frank Gys, Ann Theys, Ludo Neyens, Alex Helsen, Lise Poelemans, Lode Stevens, Dirk Somers, Ann Gillis, Siggy Leenaards, Vera Govaerts, Eric Willems, Peter Wouters, Hilde Berckmans en Kelly Joris.
6 stemmen tegen: Marc Dierckx, Jan Herthogs, Annemie Dierckx, Jef Vervaele-Breugelmans, Mariyam Safi en Yve Staes.
Enig artikel

De gemeenteraad keurt het deel gemeente van het meerjarenplan 2020-2025 goed.

 

Publicatiedatum: 04/02/2020
Overzicht punten

Notulen GR van 19 12 2019

 

Meerjarenplan 2020-2025 geconsolideerd - Goedkeuring

 

Motivering

Feiten en context

De gemeente moet voor het einde van het jaar dat volgt op de gemeenteraadsverkiezingen het geconsolideerde meerjarenplan goedkeuren.

 

Juridische gronden

Artikel 249 §1 en §3 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 dat stelt dat de

meerjarenplanning van gemeente en OCMW een geïntegreerd geheel vormen en dat elke

raad stemt over haar deel van het meerjarenplan.

 

Artikels 8 tot en met 13 van het Besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over

BBC2020 die handelen over de inhoud van de meerjarenplanning.

 

Artikel 16 van het Besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 met betrekking tot

het financieel evenwicht van het meerjarenplan.

 

Argumentatie

De nieuwe raden moeten zich in 2019 richten op de meerjarenplanning voor de periode 2020-2025.

 

De gemeenten en openbare centra voor maatschappelijk welzijn passen daarbij de procedure toe die het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur beschrijft.

Ze delen hun beleidsrapporten, maar hebben hun eigen bevoegdheden voor de vaststelling ervan. De nieuwe procedure houdt in dat de gemeente en het OCMW, elk wat hun deel betreft, de vaststelling doen, waarna vervolgens de gemeente het geheel vaststelt.

 

Adviezen

Het positief advies van het MAT van 26 november 2019.

 

Financiële weerslag

De verplichte evenwichten voor het MJP 2020-2025 zijn gerespecteerd:

 

Gemeente:

 

Beschikbaar budgettair resultaat

2020

2021

2022

2023

2024

2025

€ 2.058.437

€ 3.278.135

€ 4.528.024

€ 5.748.766

€ 7.005.958

€ 8.674.805

 

Autofinancieringsmarge

2020

2021

2022

2023

2024

2025

€ 2.982.735

€ 3.033.213

€ 2.911.250

€ 2.882.744

€ 2.686.860

€ 2.689.205

 

Gecorrigeerde autofinancieringsmarge

2020

2021

2022

2023

2024

2025

€ 3.064.318

€ 2.963.672

€ 2.784.890

€ 2.727.684

€ 2.549.580

€ 2.577.525

 

OCMW:

 

Beschikbaar budgettair resultaat

2020

2021

2022

2023

2024

2025

€ -1.996.577

€ -3.162.577

€ -4.355.602

€ -5.534.467

€ -6.715.982

€ -7.870.017

 

Autofinancieringsmarge

2020

2021

2022

2023

2024

2025

€ -1.124.770

€ -1.131.000

€ -1.158.025

€ -1.143.865

€ -1.146.515

€ -1.119.035

 

Gecorrigeerde autofinancieringsmarge

2020

2021

2022

2023

2024

2025

€ -1.124.770

€ -1.131.000

€ -1.158.025

€ -1.143.865

€ -1.146.515

€ -1.119.035

 

Geconsolideerd:

 

Beschikbaar budgettair resultaat

2020

2021

2022

2023

2024

2025

€ 61.860

€ 115.558

€ 172.422

€ 214.299

€ 289.976

€ 804.788

 

Autofinancieringsmarge

2020

2021

2022

2023

2024

2025

€ 1.857.965

€ 1.902.213

€ 1.753.225

€ 1.738.879

€ 1.540.345

€ 1.570.170

 

Gecorrigeerde autofinancieringsmarge

2020

2021

2022

2023

2024

2025

€ 1.939.548

€ 1.832.672

€ 1.626.865

€ 1.583.819

€ 1.403.065

€ 1.458.490

 

Besluit

Meerjarenplan 2020-2025 geconsolideerd
14 stemmen voor: Frank Gys, Ann Theys, Ludo Neyens, Alex Helsen, Lise Poelemans, Lode Stevens, Dirk Somers, Ann Gillis, Siggy Leenaards, Vera Govaerts, Eric Willems, Peter Wouters, Hilde Berckmans en Kelly Joris.
6 stemmen tegen: Marc Dierckx, Jan Herthogs, Annemie Dierckx, Jef Vervaele-Breugelmans, Mariyam Safi en Yve Staes.
Enig Artikel

De gemeenteraad keurt het geconsolideerde deel van het meerjarenplan 2020-2025 goed.

 

Publicatiedatum: 04/02/2020